Strijd tegen aids
Cuba toont hoe het moet: "Zo kunnen we aids binnen één generatie uitroeien"
Cuba is er in geslaagd om besmettingen met het aidsvirus en syfilis van moeder op kind zo goed als volledig uit te sluiten, zo meldt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het land is zo een mooi voorbeeld geworden voor ontwikkelingslanden in de strijd tegen de overdracht van hiv, zeggen experts. Zijn we op weg naar een aidsvrije wereld? "Op termijn is ook een vaccin nog altijd nodig."
Het was een hoopvol bericht dat de WHO de wereld in stuurde: "Cuba is er als eerste land ter wereld in geslaagd om besmettingen met het aidsvirus (en syfilis) van moeder op kind uit te sluiten." Het nieuws mag gelden als een een belangrijke symbolische kaap die gerond is in de strijd tegen de overdracht van aids in ontwikkelingslanden.
De belangrijkste wapens in die strijd zijn aidsremmers. "Met de aidsremmers die we mensen nu kunnen geven daalt het aantal virussen in het bloed en in andere delen van het lichaam zo sterk dat moeders met hiv nog amper besmettelijk zijn", legt prof. dr Bruno Verhasselt van het UZ Gent uit.
Nog altijd worden jaarlijkse 1,4 miljoen vrouwen zwanger terwijl ze besmet zijn met hiv, zo blijkt uit cijfers van de WHO. Zonder aangepaste behandeling met aidsremmers is er 15 tot 45 procent kans om het kind te besmetten. Bij een gepaste behandeling bedraagt dat risico nog 1 procent. "Tijdens de bevalling is de besmettingskans het hoogst: baby's slikken dan vaak bloed en vaginale secreten in. Dat verklaart waarom in rijkere landen bij een hiv-besmette moeder doorgaans voor een keizersnede wordt geopteerd."
Maar overdracht van het virus kan ook na de geboorte gebeuren. "We merken in ontwikkelingslanden vaak ook transmissie van hiv via moedermelk", vertelt Verhasselt. "Dat is echt problematisch, omdat er soms gewoon geen alternatieve voeding voorhanden is. Baby's een fles geven op basis van besmet water en melkpoeder is nog nefaster: dan sterft het kind door diarree. Daarom wordt ook hiv-besmette moeders er vaak zelfs aangeraden om hun kinderen borstvoeding te geven."
Cuba als voorbeeld
Dat nu Cuba als 'eerste land' wordt genoemd dat erin slaagt om die transmissie van het hiv-virus te stoppen, heeft vooral een voorbeeldfunctie voor andere ontwikkelingslanden. "Uiteraard gebeurt het toedienen van aidsremmers ook in België. Maar dit is een succes voor de gezondheidszorg van een land met een hoge incidentie.", vindt Verhasselt. "De goede medische dekking die Cuba biedt, is een voorbeeld voor de aanpak van hiv in andere landen. Want je kan je wel voorstellen dat het vandaag voor een zwangere vrouw in een Afrikaans dorp niet de eerste bezorgdheid is om naar een ziekenhuis te lopen."
Het is alom bekend dat de gezondheidszorg in Cuba uitstekend is. Hoewel het land jarenlang te kampen had met een tekort aan medische voorzieningen, door het embargo van de Verenigde Staten, is de basiszorg op het eiland overal aanwezig. Ook artsen zijn er genoeg, dankzij een goede opleiding. De kinder- en moedersterftecijfers staan op het niveau van ontwikkelde landen.
Volgens Verhasselt is het nieuws "nogmaals de bevestiging dat als je mensen met hiv vroegtijdig kunt behandelen, je de overdracht van het virus kunt stoppen". "Dat is ook bij ons zo: hoe vroeger de besmetting gedetecteerd wordt, des te beter voor de gezondheidstoestand van de patiënt. En zeker: des te beter voor het tegengaan van de transmissie."
Het einde van aids?
WHO-directeur-generaal Margaret Chan sprak zelf van een "een belangrijke stap in de richting van een aidsloze generatie". Terecht of te vroeg gejuicht? "In theorie klopt dat", zegt Verhasselt. "Als je iedereen goed behandelt, stop je de transmissie van het virus. Dus zo kan je binnen één generatie het aidsvirus uitroeien. Nogmaals: theoretisch, want je moet iedereen kunnen bereiken en dat is in de praktijk niet mogelijk." Ook is er altijd een kans op overdracht bij bloedtransfusies. "In ontwikkelde landen wordt donorbloed volop getest, waardoor de kans op besmetting nagenoeg nul is. In ons land wordt er ook geen geld gegeven aan bloeddonoren. Dat is in sommige andere landen wel het geval. Dat trekt natuurlijk risicogroepen aan."
Verhasselts conclusie is dus duidelijk: "Op langere termijn moeten we wel nog altijd tot een vaccin proberen te komen." In tussentijd is de vroegtijdige detectie van hiv een erg belangrijke stap in de juiste richting. "In ontwikkelde landen, waar besmetting vooral gebeurt door drugsgebruik of bij onveilig seksueel contact tussen mannen, is dat vooral een strijd tegen de 'ontkenning' in de eerste fase. Terwijl zo vroeg mogelijk starten met een therapie alleen maar voordelen heeft."