Klimaat
CO2 opslaan onder de Noordzee: een ambitieuze zet in het klimaatverhaal?
De havenclusters van Rotterdam, Antwerpen en Gent willen graag de handen in elkaar slaan om tegen 2030 zo’n 10 miljoen ton CO2 op te slaan in een leeg gasveld onder de Noordzee. Een ambitieus verbond, maar is ‘opvangen en wegmoffelen’ wel een even ambitieuze zet in het klimaatverhaal?
Rotterdam, Antwerpen en North Sea Port (Gent-Terneuzen-Vlissingen) lanceren met CO2TransPorts een ambitieus samenwerkingsverband, zo bericht De Standaard. De drie havens, die goed zijn voor een derde van de totale uitstoot van broeikasgassen in de Benelux, willen tegen 2030 op grote schaal CO2 opvangen, vervoeren en stockeren in een leeggepompt aardgasveld in de bodem van de Noordzee. In de Europese erkenningsaanvraag staat te lezen dat het initiële doel een opslag van 10 miljoen ton CO2 is, nadien zouden er opties zijn om de opslagcapaciteit verder uit te breiden.
Alleen: CO2 ruim drie kilometer diep opslaan in een holte in de Noordzee-bodem, klinkt dat niet een beetje als het wegmoffelen van je problemen? “Die reactie had ik ook een vijftal jaar geleden, toen overigens nog werd gedacht aan enorme plastic ballonnen gevuld met CO2 op de zeebodem”, zegt Mark Saeys, hoogleraar aan het Labo voor Chemische Technologie aan de UGent. “Natuurlijk zou ik liever investeringen in hernieuwbare energie zien, maar je moet realistisch zijn: zolang we als maatschappij afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen, is de ondergrondse opslag van CO2 wellicht een cruciale hefboom om onze klimaatdoelstellingen te halen.”
Klimaatexpert Tomas Wyns (VUB) beaamt dat: “In bijna alle scenario’s die nu op tafel liggen, wordt CO2-captatie naar voren geschoven als een belangrijk deel van de oplossing. Dan kan je twee kanten uit: stockeren of er iets mee doen.” In wetenschapstaal: Carbon Capture & Storage (CCS), het plan van de havens dus, of Carbon Capture & Usage (CCU). Voor dat laatste lopen in Antwerpen en Gent al verschillende projecten om CO2 te gaan hergebruiken in brandstoffen of bouwmaterialen, maar de schaalgrootte is beperkt. Daarmee vang je met andere woorden geen 10 miljoen ton CO2 op in de nabije toekomst.
Permanente oplossing
Opslaan is volgens experts de techniek die op korte termijn toepasbaar is op grote schaal – en dus het meeste klimaatimpact levert. Al is ‘opslag’ volgens Saeys een misleidende term. “Het is niet alsof we de CO2 in die ondergrondse pockets gewoon kunnen terughalen, het is een vrij permanente oplossing.” Volgens geoloog Kris Welkenhuysen (Belgische Geologische Dienst) kijken we aan tegen een termijn van “honderdduizenden tot zelfs miljoenen jaren”.
Dan speelt meteen de vraag: hoe veilig is dat allemaal? “Bij CO2 in hoge concentraties en onder hoge druk komen inderdaad wel wat veiligheidsrisico’s kijken”, zegt Welkenhuysen. “Toch zie ik de risico’s eerder bij het transport, in trucks of pijpleidingen, dan bij de ondergrondse opslag. Daar zijn voldoende veiligheidsmechanismen ingebouwd.”
Peulschil
Sowieso lijkt het plan van de drie havens ambitieus en vrij uniek. “Er bestaan wereldwijd misschien een dozijn commerciële projecten, maar lang niet op de schaal van zo’n grote cluster”, zegt Welkenhuysen. Dat daarvoor naar Rotterdam als spil wordt gekeken, is logisch. De stad heeft al langer de ambitie om zich als CO2-hub op de kaart te zetten en heeft offshore een aantal interessante lege gasvelden, terwijl die opties aan de Belgische kustlijn ontbreken. “Snel zullen de lege velden in de Noordzee trouwens niet verzadigd zijn, toch zeker niet de eerste honderd jaar”, zegt de geoloog. De vaak gehoorde kanttekening bij CCS – ‘het is een tijdelijke oplossing want er zijn maar een beperkt aantal geschikte opslagplaatsen – lijkt dus relatief.
10 miljoen ton CO2 is inderdaad slechts een peulschil van de wereldwijd beschikbare opslagruimte. In 2005 raamde het VN-klimaatpanel (IPCC) dat er minstens 2.000 miljard ton CO2 binnen een ondergrondse geologische formatie past. Al kan je evengoed stellen: in vergelijking met de geschatte totale uitstoot van België en Nederland tussen nu en 2030 is 10 miljoen ton CO2 slechts 0,3 procent. Of het equivalent van 14 dagen emissies.
“Toch valt het toe te juichen dat we ook in dat CCS-verhaal snel meestappen, de urgentie is nu eenmaal groot”, concludeert Wyns. Volgens de plannen duurt het nog wel even vooraleer er een operationeel systeem is. Tegen 2026 moet er een CO2-netwerk in de haven van Rotterdam liggen, samen met een onderzeese pijpleiding van circa 20 kilometer richting leeg gasveld. Tussen 2026 en 2030 zou er dan werk worden gemaakt van een CO2-verbinding met de Belgische havens.
Tegen dan zal er op het vlak van technologie wel nog heel wat winst moeten worden geboekt, zegt Wyns. “Vooral op het vlak van het zuiver afvangen van CO2, dat blijft een complex verhaal. We moeten nu ook geen lucht onder de grond beginnen pompen.”
Oliereservoirs
Saeys maakt echter nog een andere belangrijke kanttekening: “Voor de Exxon Mobiles en Shells van deze wereld, die al langer CO2 in olie- en gasvelden pompen om het winnen van grondstoffen te maximaliseren, is dit natuurlijk ook een manier om hun oliereservoirs te blijven ontwikkelen. In zekere zin houdt CCS dus de markt van fossiele brandstoffen een hand boven het hoofd.”
Een uitgewerkt terugnamebeleid op Europees niveau zou volgens hem wel een interessante stap zijn richting een CO2-arme olieproductie. “Zie het als volgt: voor elk koolstofatoom dat uit de ondergrond wordt gehaald, zou je er opnieuw eentje, of op termijn zelfs meerdere, terug moeten stoppen.”