AchtergrondGezondheid
Antwerpse ziekenhuizen zetten met AI onverwacht wapen in tegen kanker: ‘Het is alsof we een extra paar ogen krijgen’
In de strijd tegen kanker zetten Antwerpse ziekenhuizen een onverwacht wapen in. Als eerste in de Benelux gebruiken hun laboratoria artificiële intelligentie om tumoren te onderzoeken en mogelijke behandelwijzen te overwegen. ‘Al blijft de patholoog aan het stuur.’
“Honderdvijftig jaar lang bekeken we cellen en weefsels door een microscoop. Nu zijn we overgeschakeld naar een digitaal systeem.” In het ZNA Middelheim wijst Sabine Declercq, medisch coördinator van het laboratorium voor pathologische anatomie, naar twee schermen waarop scans van eenzelfde borsttumor te zien zijn. Rechts staat het paarsachtige beeld dat artsen doorgaans uitgebreid bestuderen om in te schatten of een gezwel kwaadaardig is, links zijn op de tumor al zones in felle kleuren aangeduid.
Die kleurschakering is het werk van de artificieel intelligente software van het Israëlische bedrijf Ibex. Door een digitale scan van het gezwel te maken, kan het systeem in korte tijd een heatmap ontwikkelen die de waarschijnlijkheid van kanker aangeeft. Die markering van risicozones bespaart de artsen in het ziekenhuis heel wat tijd. “Het is alsof we een extra paar ogen krijgen”, zegt Declercq.
Artificiële intelligentie speelt al langer een rol bij kankerbehandelingen. In het UZ Leuven gebruiken artsen de technologie bijvoorbeeld om in te schatten welke weefsels bij patiënten met hoofd- of halskanker precies bestraald kunnen worden. Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) en GZA Ziekenhuizen hebben met hun grootschalig weefselonderzoek echter een primeur te pakken die een belangrijke impact op het welzijn van kankerpatiënten kan hebben.
Snel is belangrijk
“Vier procent van de diagnoses wordt initieel gemist”, zegt patholoog Frederik Deman. Zulke patiënten keren later wel terug omdat hun klachten aanhouden, maar bij tumoren is het belangrijk om snel een behandeltraject op te starten. In tegenstelling tot een mens is artificiële intelligentie bovendien nooit moe, waardoor snellere diagnoses mogelijk zijn. “Het systeem is 99 procent accuraat. Zelfs als de software geen tumor ziet, toont hij de patholoog de drie meest verdachte gebieden”, zegt Deman.
Het project van Ibex leidt dus tot preciezere en snellere diagnoses, maar dat betekent niet dat pathologen voortaan op hun lauweren kunnen rusten of dat tweede adviezen overbodig zijn. Door de tijd die vrijkomt, hebben ze wel meer ruimte om op complexere tumoren te focussen.
De software kan vooralsnog niet alle soorten tumoren analyseren. Voorlopig ligt de focus op borst- en prostaatgezwellen, later moeten daar ook weefsels uit de maag bijkomen. Dat zijn de vaakst voorkomende kankers in ons land en de ziekenhuisgroepen willen er op korte termijn veel mensen mee helpen. In de opstartfase mikken ze op 1.150 weefselanalyses per jaar, tegen 2024 moet dat aantal op 15.000 stalen per jaar liggen.
Ook voor behandeling
De uitrol van artificiële intelligentie heeft niet alleen impact op de manier waarop artsen diagnoses stellen, maar ook op de behandelwijze. Vandaag krijgen veel kankerpatiënten immuuntherapie en nemen ze medicatie om hun afweersysteem te versterken. De slaagkans van die behandeling hangt grotendeels af van de mate waarin het eiwit PD-L1 in cellen aanwezig is. Pathologen maakten daar tot voor kort een schatting van, maar de artificieel intelligente technologie van het Duitse Mindpeak kan de miljoenen cellen precies tellen. ZNA en GZA gebruiken die software nu en kunnen daardoor beter inschatten welke impact immuuntherapie kan hebben.
De Antwerpse ziekenhuisgroepen kunnen de technologie van de twee bedrijven als eerste in de Benelux gebruiken, maar ze betalen daar wel een stevige prijs voor. De licentie voor de eerste twee jaar kostte meer dan 100.000 euro en daarnaast moet er stevig in infrastructuur geïnvesteerd worden.
Eén digitaal beeld van een weefsel is goed voor 1 gigabyte. Als het systeem straks op volle toeren draait, zullen er 300.000 beelden per jaar gemaakt worden. De servers om die data op te bewaren, kosten handenvol geld. Het nodige bedrag halen de Antwerpse diensten onder meer op door onderzoek te doen en in publiek-private samenwerkingen te investeren. De kosten worden niet doorgerekend aan patiënten. “Als we onzeker zijn over een bepaalde diagnose, doen we een beroep op extra technieken, die ook geld kosten. De komst van artificiële intelligentie kan die nood verminderen en zo ook kosten uitsparen”, aldus Deman.
Voorlopig is het onduidelijk of de Antwerpse ziekenhuizen na afloop van de licentieperiode opnieuw in zee gaan met de Israëlische partners. De markt evolueert bijzonder snel en Declercq droomt al luidop over een laboratorium waarin artificiële intelligentie volledig geïntegreerd is. Daarvoor moet het RIZIV eerst nog aan boord komen.
“Het financieringsmodel is niet afgestemd op artificiële intelligentie”, zegt Deman. “Toen er zes maanden geleden contact was tussen vertegenwoordigers van artsen en het RIZIV leek het voor hen alsof artificiële intelligentie iets uit de toekomst was. Maar die technologie komt er nu al aan.” Door in de praktijk met de software aan de slag te gaan en ervaring op te doen, wil hij aantonen welke winst ze voor de patiënt en het zorgsysteem kunnen betekenen.