ColumnDe Schaal van Mulders
‘Als ik je aan het zebrapad zie ik staan, geef ik gas’, schreef een lezer
Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen. instagram: jpmulders
‘Sorry, maar wat doe je met dit monster van een auto in de stad?’, waagt een vrouw het te posten op de social media. Op de foto staat een pikzwart bakbeest met op zijn motorkap in grote letters RAM. Rammen betekent volgens Van Dale: stormen, beuken of (van schapen) tochtig zijn. Als je overhoop wordt gereden door iets dat zich zo noemt, vraag ik mij af: is dat dan een ongeluk of is er voorbedachtheid in het spel?
De vrouw die de vraag opwerpt over de wenselijkheid van rammen in de bebouwde kom, wordt getrakteerd op een mengsel van bagger, drek, fecaliën, excrementen en uitwerpselen die nog andere texturen hebben. Iemand vindt haar een communiste; een ander noemt haar afgunstig omdat zij zich klaarblijkelijk zelf geen RAM kan aanschaffen. Hoe zuur moet je zijn, rammelt een derde, om iemand zijn pretje niet te gunnen dat die heeft verdiend met hard te werken?
De gemene deler van de reacties komt neer op het eeuwige riedeltje: ik wil mijn goesting doen, en wee degene die mij een strobreed in de weg durft te leggen. ‘Ik rijd daarmee’, schrijft iemand, ‘omdat ik het mooi vind en het kan betalen’. Dat vind ik een krachtig argument, dat je ook ter verdediging van het recht op kindslaafjes kunt inroepen.
De feiten zijn nochtans helder: de uitstoot van zware pick-ups is 2 à 3 keer hoger dan die van een gewone auto en ze zijn 2,5 keer vaker betrokken bij dodelijke ongevallen. Toch betalen ze minder verkeersbelasting dan een Volkswagen Polo.
Het uitblinken in malligheden is stilaan typisch voor ons landje. Gelukkig pakt de overheid wantoestanden aan, bijvoorbeeld door brochures te drukken die ambtenaren ontraden dingen te schrijven als ‘op de man af’. Gebruik liever het genderneutrale: ‘zonder omwegen’. Hoeveel procent van de bevolking wil geslachten verbannen uit zegswijzen? Wie zich zoiets al eens afvraagt, zoals ik, is een oude rechtse rakker.
Als liefhebber van harmonie meng ik mij niet graag in uitzichtloze discussies. De laatste keer dat ik mij bemoeide met de wondere wereld van het wegverkeer, liet een anonieme lezer mij ongevraagd weten: ‘Als ik je zie staan aan het zebrapad, geef ik gas’. Het was het soort argument waar je geen speld tussen krijgt.
Dus is het voor mij allemaal prima. Ik kijk genietend toe hoe iedereen zijn goesting doet en zoek de vreedzamer uithoeken van de social media op. ‘Ik wist dat de nineties terug zijn’, lees ik daar, ‘maar niemand heeft mij gewezen op de comeback van de zwarte string onder de witte doorzichtige broek’.
Om dat empirisch te checken, besluit ik te gaan wandelen in de stad. Ik zie een vrouw die behoedzaam met de auto rijdt. De kleur van haar broek is mij onbekend. Wel stel ik vast dat ik behoedzaam sexy vind.