Ruimtevaart
► 35 jaar na explosie Challenger: de vlucht die 73 seconden duurde en de ruimtevaart voorgoed veranderde
De spaceshuttle Challenger werd op 28 januari 1986 gelanceerd. Het werd de laatste vlucht van het ruimteveer. Amper 73 seconden na de lancering ontplofte het. Alle zeven bemanningsleden kwamen om: zes astronauten en voor het eerst ook een gewone burger, de 37-jarige Christa McAuliffe. Zij zou als lerares les geven vanuit de ruimte, maar dat liep helaas mis.
Christa McAuliffe, uit New Hampshire, werd in een half jaar tijd klaargestoomd als astronaut. Ze was de uitverkorene van 11.000 leraren die zich kandidaat hadden gesteld binnen het Teacher in Space-programma van Ronald Reagan. De toenmalige president wou ruimtevaart promoten door leraars vanuit de ruimte les te laten geven.
Christa McAuliffe, die de eerste ‘lerares in de ruimte’ zou zijn, werd al snel de grote publiekslieveling in de Verenigde Staten. Miljoenen Amerikanen zaten dan ook voor de buis gekluisterd, die 28ste januari, vandaag exact 35 jaar geleden. Ook heel veel kinderen op school keken naar de lancering. Zij zagen allemaal live het drama voor hun ogen ontspinnen. Ruimteveer Challenger spatte na een enorme explosie in brokstukken uit elkaar, amper 73 seconden na de lancering, op 18 kilometer van de aarde, rond 17.40 uur onze tijd. “Het was hartverscheurend”, vertelt Jack Strong, die toen leraar was en de televisie in zijn klas had opgezet. “De leerlingen begrepen niet goed wat er gebeurd was.”
Het was bar koud op 28 januari 1986 in Cape Canaveral, amper 2 graden Celsius en ‘s nachts had het gevroren. Dat in combinatie met constructiefouten lagen volgens CNN aan de basis van de ramp met de Challenger. Ingenieur Allan McDonald had daags te voren geweigerd om de aanbeveling voor de lancering van de Challenger te ondertekenen. McDonald was directeur van het Space Shuttle Solid Rocket Motor Project voor Morton Thiokol, dat in onderaanneming voor NASA werkte.
NASA was tot dan erg trots op het spaceshuttleprogramma dat in de jaren 70 van start ging. De ruimtevaartorganisatie bouwde in totaal vijf ruimteveren: Atlantis, Challenger, Columbia, Discovery en Endeavour. De Columbia was de eerste spaceshuttle die in een baan rond de aarde werd gebracht, op 12 april 1981. Challenger volgde twee jaar later, Discovery in 1984 en Atlantis in 1985.
Bij de lancering van de Challenger in 1986 liep het dus mis. Endeavour kwam in de plaats en dat ruimteveer werd voor het eerst in 1992 gelanceerd. Nog in dat jaar zette ook Atlantis weer koers naar de sterren. Van 24 maart tot 2 april was Dirk Frimout een van de zeven astronauten die in het ruimteveer baantjes rond de aarde trok. Frimout werd de eerste Belg in de ruimte ooit.
Na de ramp met de Challenger mochten er geen commerciële satellieten meer met een ruimteveer worden vervoerd. Op 1 februari 2003 sloeg het noodlot opnieuw toe. De Columbia overleefde de terugkeer uit de ruimte in de atmosfeer niet. Als gevolg daarvan werd beslist om in 2010 de spaceshuttles uit het ruimtevaartprogramma te halen. Maar er vertrok nog een laatste missie op 8 juli 2011. De landing van de STS-135 twee weken later op 21 juli 2011 betekende dan toch het einde van het ruimteveerprogramma.
De missie van de Challenger op 28 januari 1986 moest een feesteditie worden omdat het de 25ste lancering van een ruimteveer was en de tiende van de Challenger (de eerste was op 4 april 1983). Het liep dus helaas anders. Alle missies werden na de ontploffing van de Challenger afgelast. Er stonden er dat jaar nog 15 ingepland. NASA zette het programma 32 maanden lang stop. Pas eind september 1988 ging de Discovery weer de ruimte in.
Een maand na het desastreuze ongeval werd de bemanningsmodule gevonden met daarin de lichamen van enkele bemanningsleden.
In december werd het 1 dollar-muntstuk voorgesteld waarop de beeltenis van lerares Christa McAuliffe prijkt. Dit naar aanleiding van de 35ste verjaardag van de ramp met de Challenger vandaag.