InterviewMarco Kana
‘Zonder voetbal was ik politieker of econoom’: Marco Kana, de nieuwe patron op het middenveld bij Anderlecht
Anderlecht ontvangt Union zondag voor de laatste Brusselse derby van het seizoen. Een hoogdag voor Marco Kana. Ket van Neerpede en met een jaar vertraging de nieuwe patron van Anderlecht. ‘Misschien was ik op mijn 17de nog niet klaar voor de eerste ploeg.’
Sinds de Champions’ Play-Offs is hij incontournable in de elf van Vincent Kompany. Marco Kana verteert de opeenvolging van matchen nu beter dan voorheen. “Misschien stond ik wel te vroeg in de eerste ploeg”, zegt hij. “Mijn lichaam moest zich aanpassen aan de workload, vandaar dat ik dit seizoen misschien een kleine terugval kende. Nu voel ik me sterker dan ooit.”
Eerst even praktisch: in welke taal doen we het interview?
Kana: “Zoals u wil. Ik ben opgevoed in het Frans, maar liep school in het Nederlands. Intussen volg ik Toegepaste Economische Wetenschappen aan de VUB, maar dat staat tijdelijk on hold. Als ik wat meer stabiliteit heb in mijn carrière pik ik de draad opnieuw op. Afstandsonderwijs zou ik liever vermijden, ik zou het contact met mijn medestudenten missen. Engels en Duits praat ik ook en ik ben een online-opleiding Spaans begonnen.”
Stel Marco Kana was geen voetballer, wat dan wel?
(lacht) “Ik weet het echt niet. Mijn interesses zijn zo gevarieerd. Een politieker of een econoom, het had allemaal gekund.”
Geen wonder dat ze je ‘de professor’ noemen in de kleedkamer.
(lacht) “Ik leer heel gemakkelijk nieuwe dingen, dat kost me weinig moeite. Als voetballer heb je ook veel vrije tijd, dan spendeer ik die aan het lezen van boeken of het leren van een nieuwe taal.”
Spreek je met Vincent Kompany ook vaak over dingen los van het voetbal?
“Ja, geregeld. Hij informeerde naar mijn studies. Vincent heeft zelf een diploma economie behaald aan de universiteit van Manchester. Slimme coach, slimme vent.”
In de documentaire Mauve over Neerpede noemde Jean Kindermans je ‘kolonel Hathi’, de olifant uit Jungle Book. Hoe komt hij daarbij?
“Omdat onze karakters vergelijkbaar zijn. Ik ben rechtlijnig, zeer plichtsbewust, iemand die al zijn taken vervult en die een gids probeert te zijn voor de anderen.”
Je debuteerde op je 17de als centrale verdediger, je depanneerde dit seizoen ook op die positie en nu stond je twee matchen op rij op het middenveld. Waar zie jij zelf je toekomst?
“In de opleiding ben ik geprogrammeerd op de 6, bij Anderlecht is dat geen pure controleur. Iemand die de bal graag in de voeten heeft, maar die ook de duels niet schuwt in de recuperatie. Ik was even in shock toen ik als centrale verdediger debuteerde. Mijn grote voordeel was dat het naast Vincent Kompany was, dan leer je snel bij. Maar ik voel me het comfortabelst op het middenveld.”
Omdat je liever zelf het spel in handen neemt en de lijnen uitzet?
“Dat is een van mijn kwaliteiten, ja. Maar ik hou ook meer van de korte, vinnige duels op het middenveld dan de strijd te moeten aangaan met een spits in een sprintduel van 30 meter. Ik krijg vaak het verwijt dat ik te traag ben of niet explosief genoeg. Ik ontken dat niet, maar een topspeler probeert zijn gebreken te verbergen door andere kwaliteiten te accentueren. Als je alles een fractie sneller ziet dan de rest, dan compenseer je op die manier een gebrek aan explosiviteit.”
Spiegel jij je aan iemand in het buitenland?
“Ik kijk nooit naar namen, wel naar bepaalde aspecten van het spel. De intelligente manier van verdedigen van N’Golo Kanté bijvoorbeeld, of de manier waarop Rodri als een echte patron altijd het tempo bepaalt bij City. Door naar hen te kijken probeer ik mijn eigen spel te perfectioneren.”
Je hebt tot in de play-offs moeten wachten om een vaste basisplaats te krijgen, je was helemaal uit beeld verdwenen. Hoe kwam dat?
“Ik maakte heel vroeg mijn debuut, op mijn 17de. Dat was misschien te vroeg. Mijn lichaam was fysiek niet klaar voor de impact van de zware trainingen en de matchen, de stap van de beloften naar de A-kern was zwaarder dan ik dacht. Daardoor sukkelde ik vaak met kleine kwaaltjes. Mentaal zeer lastig, want in de jeugd raakte ik geen enkele keer geblesseerd. Nu ben ik fysiek wel klaar.”
Stel dat je dit seizoen niet meer had gespeeld, had je dan aangedrongen op een uitleenbeurt?
“Dat heeft wel door mijn hoofd gespookt. Ik wil plezier maken, maar dan moet je wel op het veld staan. Ik heb het geluk dat mijn ouders altijd op mij zijn blijven inpraten. Dat ik geduldig moest zijn en dat mijn kans wel zou komen. De club zei trouwens hetzelfde. Nu heb ik het gevoel dat ik echt vertrokken ben.”
Rustig blijven. Een goede raad voor je kleine broertje van 10 Crésus, de ster van de laatste Mauve-docu.
(lacht) “Crésus is een geweldige kerel. Enorm getalenteerd, een echte aanvaller. Hij kijkt op naar mij en dat is een fijn gevoel. Hij staat ook altijd te popelen om na de wedstrijd in de kleedkamer te komen. Dan neemt Kouamé zijn zoontje ook mee, die twee kunnen het goed met elkaar vinden.”
De derde plaats is binnen voor Anderlecht, geloven jullie nog in plek twee?
“We zijn Anderlecht! Natuurlijk geloven we dat het kan. Sinds die match op Union is onze mentaliteit veranderd. We zijn opnieuw hongerig en we willen meer, dus wij gaan vol voor die tweede plaats.”
Maakt kolonel Hathi dat zijn troep in de kleedkamer ook op die manier duidelijk?
(lacht) “Ik ga niet schreeuwen in de kleedkamer als je dat bedoelt. Ik wil een voorbeeld zijn voor de rest, maar wel op het veld door mijn manier van spelen.”
Anderlecht - Union, zondag om 18u30, live op Eleven Sports.