NieuwsGiro d'Italia
Zelfs zijn eigen ploeg weet niet hoe sterk Dumoulin bergop is
Geen Filippo Ganna, Wout van Aert of Tadej Pogacar in de Giro. Ook Primoz Roglic en Stefan Küng ontbreken. Tom Dumoulin is de enige aanwezige tijdrittopper en dus favoriet voor de rit van vandaag. Kan hij ook hoog eindigen in het eindklassement?
“Op papier ziet het er mooi uit”, zei Tom Dumoulin in Boedapest. De 31-jarige Nederlander, laureaat van de Giro in 2017, doelde niet op zijn kansen voor het eindklassement. De laatste keer dat Dumoulin in het hooggebergte de schade kon beperken, dateert van de Tour van 2020. Zes maanden later laste hij een mentale pauze in, bij zijn terugkeer veroverde hij zilver in de tijdrit op de Spelen van Tokio. De comeback van een kampioen? “We moeten eerlijk zijn: dat was een tijdrit, geen grote ronde. In de olympische wegrit werd ik bergop roemloos gelost.”
Dit jaar reed Dumoulin twee rittenkoersen met lange beklimmingen. In de UAE Tour eindigde hij 41ste met een achterstand van meer dan tien minuten op Tadej Pogacar. In de Ronde van Catalonië gaf hij op tijdens de eerste bergrit. “Ik had liever een voorjaar gereden met een paar mooie uitslagen. Voor het gevoel was het beter geweest dat ik alle koersen had uitgereden. Maar het sterkt me dat ik in het verleden na blessures ook goed presteerde.”
Veel hoogtemeters
Tijdens zijn hoogdagen als ronderenner maakte Dumoulin het verschil in de tijdritten. Dat wapen is in deze Giro amper inzetbaar: vandaag een tijdrit van 9,2 kilometer plus 17,4 kilometer op de slotdag. Voor zo’n gelimiteerd aantal kilometers tegen de klok moeten we in de Giro al terug naar 1962.
Daartegenover staan 51.000 hoogtemeters. Dumoulin: “Dat is best veel, ja. Of ik daar al goed genoeg voor ben? Ik weet het niet. Ik heb een goede voorbereiding achter de rug, maar ik ben wat onzeker over mijn klassementsambities. Hoe zit het met mijn koersritme? Hoe verhoudt zich dat tot de concurrentie? Als ik wil meedoen voor het klassement, zal ik boven mezelf moeten uitstijgen.”
Zijn ploeg weet evenmin precies waar Dumoulin staat. “Hij heeft een goed trainingskamp op Tenerife achter de rug, maar we koesteren geen te hoge verwachtingen. We moeten realistisch blijven. We hopen onze neus aan het venster te steken”, zegt Merijn Zeeman, sportief manager van Jumbo-Visma.
Met ‘we’ doelt Zeeman naast Dumoulin ook op Sam Oomen en Tobias Foss. De Noor eindigde vorig jaar negende, maar ook hij heeft geen ideale voorbereiding achter de rug. “De afspraak is dat we alle drie vol rijden in de eerste bergritten en daarna maken we de balans op”, stelt Dumoulin.
De Nederlandse hoop op een goed eindklassement ligt niet bij Dumoulin maar bij Wilco Kelderman of de jonge Thymen Arensman. Ook Wout Poels en Bauke Mollema kunnen de jongste jaren betere adelbrieven voorleggen in het rondewerk, maar zij mikken op ritwinst. Het is ook een doelstelling van Dumoulin. “In de eerste plaats wil ik een rit winnen, mijn grootste kans ligt daarvoor in de tijdrit.”
Door de afwezigheid van bijna alle andere wereldtoppers tegen de klok is Dumoulin een van de favorieten voor vandaag. Naast Richie Porte en João Almeida komt de grootste concurrentie vooral van binnen de eigen ploeg met Foss en Edoardo Affini. Dumoulin kan er zelf geen oordeel over vellen, want hij zag het parcours nog niet. “Het verkeer in Boedapest was te druk om het parcours te verkennen. Ik heb het op papier gezien, en dat ziet er mooi uit.”
Spaanstalige favorieten
De Ecuadoraan Richard Carapaz is de topfavoriet. Hij won de Giro 2019 en stond nadien ook op het podium van de Vuelta en de Tour. Met Pavel Sivakov en Porte zendt Ineos-Grenadiers twee helpers mee die zelf top tien kunnen rijden.
Het Baskische duo Mikel Landa-Pello Bilbao van Bahrain-Victorious kan onrust zaaien in de cols. Dat geldt ook voor de Britten Simon Yates (BikeExchange) en Hugh Carthy (EF). Beiden wonen in Andorra en spreken dus meer dan een mondje Spaans. Movistar rekent op Alejandro Valverde en Ivan Sosa. Met Miguel Angel López staat nog een Colombiaans woelwater aan de start. Hij krijgt bij Astana hulp van drievoudig winnaar Vincenzo Nibali, wiens beste jaren achter de rug liggen.
Maakt Italië dan geen kans op het podium? De 27-jarige Giulio Ciccone van Trek-Segafredo is ambitieus, maar kon zijn laatste drie grote rondes niet uitrijden door ziekte, valpartijen en vermoeidheid. De Fransen Guillaume Martin en Romain Bardet zijn outsiders en tot slot is het uitkijken of Almeida (Team UAE) een stap hogerop kan zetten, nu hij geen rekening meer moet houden met Remco Evenepoel.
Leider Van der Poel: ‘Zat wat ingesloten op slotklim’
In Visegrád, stokoud stadje aan de Donau, zat Mathieu van der Poel uitgeput in de berm achter de ploegleidersauto, 150 meter na de finish. Hij lurkte gretig aan een flesje water. Zojuist had hij alweer een doel bereikt in zijn carrière: de roze trui.
“Het was niet gemakkelijk. Ik raakte een paar keer ingesloten op die slotklim en het kostte veel energie om de renners voor mij terug te pakken”, vertelde hij. “Uiteindelijk kon ik dan toch mijn sprint lanceren.” Pas in de laatste honderden meters rukte hij op en stak met een verbeten trek op het gezicht Biniam Girmay net voorbij.
Na het geel in de Tour de France van vorig jaar heeft hij een tweede leiderstrui in een grote ronde te pakken. “En net zoals in de Tour zal het lastig worden om die trui te verdedigen, maar ik ga het zeker proberen.”