NieuwsWielrennen
Zege nummer 147 van Cavendish smaakt zoet na ellendige jaren
Na 1.159 dagen heeft Mark Cavendish weer een koers gewonnen. Zijn comeback is daarmee een feit. Een halfjaar geleden wilde niemand hem nog een contract geven, tot Patrick Lefevere instemde met een terugkeer naar zijn ploeg. ‘Haalt hij nu weer de frontpagina?’
Patrick Lefevere is moeder Theresa niet. Ja, de manager van Deceuninck-QuickStep was geraakt door de tranen van Mark Cavendish (35) in Gent-Wevelgem vorig jaar. Maar neen, Lefevere had geen geld en dus geen plek voor de sprinter. Een contractverlenging van Cavendish bij Bahrein, het team waar hij in 2020 voor reed, zat er ook niet in. Gent-Wevelgem, dacht hij, was zijn afscheid van het wielrennen.
Dat was niet helemaal waar. Hij reed nog de Scheldeprijs, die hij drie keer won en waar hij in 2020 143ste werd. Vervolgens reed hij de Ronde van Vlaanderen en de Driedaagse Brugge-De Panne, waar hij twee keer de finish niet haalde.
Daarna zat Cavendish inderdaad zonder ploeg en dus zonder werk. Bingoal-Wallonie Bruxelles, een Belgisch procontinentaal team, deed hem een contractvoorstel. Dat legde Cavendish naast zich neer.
Zelfs zijn goede vriend Rod Ellingworth, de technische directeur van Bahrein, had het geloof in Cavendish verloren. Zo lang niet gewonnen. Daar waren veel redenen, volgens ‘Cav’: van twee keer Epstein-Barrvirus tot de fietsen die niet deugden. En dan, in maart vorig jaar, ging het wielrennen helemaal op slot. Cavendish hield tijdens de lockdown zijn gewicht niet onder controle en raakte helemaal uit vorm. Toen er na de lockdown weer werd gekoerst, was hij nergens meer. Om die reden liet Ellingworth hem gaan.
Minimumloon
Dan restte Cavendish alleen nog in Sinterklaas te geloven. En jawel, op 6 december vorig jaar mocht hij zijn handtekening zetten onder een nieuw contract bij de ploeg van Lefevere, waar hij reed van 2013 tot 2015 en waar hij 44 overwinningen behaalde.
Het geld voor een contract komt niet van Lefevere maar van een van de sponsors van de ploeg: Lovingly Made Ingredients, een producent van vegetarische en vegan vleesvervangers uit Calgary in Canada. Cavendish, die ooit voor miljoenencontracten reed, koerst nu bijna aan het minimumloon in de WorldTour. Bij Bahrein was dat zo’n 150.000 euro per jaar, geschat wordt dat zijn salaris bij Deceuninck-QuickStep nog lager is.
Daar komt nu misschien een bonus bij. Want ja, Cavendish heeft de tweede rit in de Ronde van Turkije gewonnen. In een massasprint versloeg hij Jasper Philipsen, die vorige week nog de beste was in de Scheldeprijs. Hij klopte ook André Greipel, die desondanks de meest succesvolle renner in het huidige WorldTour-peloton blijft met 156 zeges. Cavendish bracht zijn totaal gisteren op 147. Zijn laatste overwinning dateerde van 8 februari 2018, de derde rit in de Ronde van Dubai.
Weinig gekoerst
“Het doet me heel veel plezier. Ik werd er haast emotioneel van”, zegt Lefevere over de zege van Cavendish in Turkije. “Ik heb het van bij het begin gezegd: ik had met Cavendish niets te verliezen. Als hij mislukte was het zijn schuld. Lukte het, dan was het mijn verdienste. Ik dacht: we zien het wel. Het is dus gelukt. En ik meen dat, hé, dat het mijn verdienste is. Wie anders heeft hem een kans gegeven?”
Het was een overwinning die in de lucht hing, zegt Lefevere. Ook al heeft de Brit de voorbije weken niet veel gekoerst. “We hebben hem zo’n beetje overal ingezet. Eigenlijk reed hij het derde programma van de ploeg. In de Scheldeprijs had hij een heel specifieke opdracht. Sam Bennett moest voor de overwinning sprinten. Cavendish moest bij hem in het wiel zitten, opdat niemand anders die plek zou kunnen innemen en bij Bennett uit het wiel komen om dan te winnen. Zondag in de Ronde van Turkije was het al nipt. In de laatste bocht verloor hij wat plaatsen door een renner die bijna viel. In de tweede rit heeft hij gesprint zoals hij dat het best kan.”
Lefevere kent natuurlijk ook de commerciële waarde van Cavendish: 1,3 miljoen volgers op Twitter, 600.000 op Instagram. “De Commonwealth bestaat nog. En nu krijgt hij weer een pagina in de krant.”