Dinsdag 30/05/2023

AchtergrondWout Van Aert

Wout Van Aert lijkt een speelvogel, maar is maniakaal met zijn sport bezig

Boom, 4 december 2021. De eerste van zeven opeenvolgende overwinningen. Beeld GOYVAERTS/GMAX AGENCY
Boom, 4 december 2021. De eerste van zeven opeenvolgende overwinningen.Beeld GOYVAERTS/GMAX AGENCY

Wout van Aert (27) wordt op zondag 9 januari 2022 voor de vijfde keer Belgisch kampioen veldrijden. Zo, tot daar deze bijdrage. Of toch niet, want hoe is die kerel geworden wie hij nu is en wat zit er nog allemaal in de tank?

Frank Van Laeken

Maandag 1 februari 2016. Bewolkte dag, met 11,5 graden net iets te warm voor de tijd van het jaar, daar moeten we steeds meer aan wennen. Een gebrylcreemde jongeman van 21 heeft net met zijn studiobrede glimlach de Vlaamse kijker gecharmeerd met een buitengewoon nuchtere terugblik op het wereldkampioenschap veldrijden, dat hij de dag voordien glansrijk heeft gewonnen. Op en om het circuit van Zolder nog wel, een thuiswedstrijd. Lieven Van Gils kondigt zijn volgende gast aan, de renner wordt buiten beeld door de studiomeester naar een andere plek aan tafel begeleid. Televisie: je ziet veel, maar niet alles, nóóit alles. De jongeman neemt plaats naast centrale gast Dieter Coppens, die dan nog niet down the road is geweest, hij mag die avond een nieuw programma met dieren komen aankondigen, Copy beest — het is duidelijk nog de tijd dat er al stevig gedronken werd vóór de brainstormsessies over nieuwe programmatitels waren begonnen. Coppens heeft een tamme rat meegebracht. Het diertje wandelt heel even richtingloos rond op tafel en kiest dan resoluut een tijdelijke pleisterplek uit: de nek van de coureur. Die lacht nu iets minder spontaan dan een paar minuten voordien, maar verder verroert hij geen vin. Koel als een komkommer.

Het zou van grenzeloze hineininterpretierung getuigen om daar en dan de geboorte van een allesdurver en alleskunner te situeren, die over vijf jaar een rit zal winnen op de Mont Ventoux én de Champs Elysées, maar die Wout van Aert straalt wel al heel veel cool uit. Onverstoorbaar. Wie kan hem wat maken? In elk geval niet Mathieu van der Poel, zijn Nederlandse rivaal met wie hij een dag eerder nog in de clinch is gegaan, schuifpartij en in elkaar gehaakte fietsen inbegrepen. Van Aert blijft kalm, Van der Poel niet. Van Aert haalt de concurrenten een voor een terug, Van der Poel niet. Van Aert staat op het hoogste schavotje, Van der Poel haalt het podium niet. “Het hele land verwachtte een onemanshow van Mathieu van der Poel. Ik was relaxed. Ik geloofde in mijn kansen.” Kampioenenpraat. Kijkend Vlaanderen geniet van het moment: Vlaanderen-Holland, en de Vlaming wint. Daar houden wij, eeuwige underdogs, van.

Moeder Ivonne vangt haar zoon op die tweede wordt op het WK veldrijden voor beloften in Koksijde, 2012. Beeld PHOTOPRESS.BE
Moeder Ivonne vangt haar zoon op die tweede wordt op het WK veldrijden voor beloften in Koksijde, 2012.Beeld PHOTOPRESS.BE

Wacht even: Vlaanderen-Holland? Zijn grootouders langs vaders kant zijn volbloed Nederlanders, vandaar dat je Wout van Aert met een kleine v schrijft. Noblesse oblige. Mathieu van der Poel is geboren in Kapellen en groeide op in Kalmthout, moet zijn naam dan niet met hoofdletter V worden geschreven? Die tweestrijd gaat dus eigenlijk tussen een halve Belg en een halve Nederlander. Handig, zo kan de wielerliefhebber altijd claimen dat een halve of hele landgenoot gewonnen heeft.

Niemand verliest.

Eerbetoon

Verliezen doet Van Aert aanvankelijk nog wel. Op het BK bij de nieuwelingen in 2009 finisht de 14-jarige jongen uit Lille als twaalfde, op ruim twee minuten van kampioen Laurens Sweeck. Pas in 2012, na een fikse groeistuip, mag hij als junior het podium op, als tweede na Daan Soete. Een jaar later blijft hij steken op brons, die dekselse Sweeck is weer de beste. In 2014 is Van Aert topfavoriet bij de beloften, maar hij is té gretig. Valse start, te snel weg, gediskwalificeerd. Tenminste, zo moet het volgens het reglement. De clemente jury stelt voor Van Aert toch te laten starten, helemaal achteraan in het pak. Tenzij er één renner is die dat scenario niet ziet zitten. En, ja hoor, er is er eentje, Gianni Vermeersch. Geen Van Aert op dat BK, een kleine maand later triomfeert hij wel op het WK voor beloften in Hoogerheide, vóór Michael Vanthourenhout en Mathieu van der Poel. Vlaanderen boven op Nederlandse bodem.

Een ster is geboren. 347.567 tv-kijkers maken het live mee. Een van die kijkers is Josepha Van Lommel, de grootmoeder van Van Aerts vriendin Sarah. Ze vecht op haar sterfbed om de triomf van de vriend van haar kleindochter nog te kunnen meemaken.

“Ze heeft de wedstrijd nog volledig mee beleefd en daarna is ze gaan rusten”, zegt de aangedane regenboogtruidrager. “De wereldtitel is een mooi eerbetoon aan haar.”

Op harde ondergrond wint hij in 2014 de Ronde van Luik, een regionale wegwedstrijd voor elite met of zonder contract en beloften: eindklassement, puntenklassement, bergklassement, jongerenklassement, twee etappes. Maar al bij al een te bescheiden koers om het epitheton ‘merckxiaans’ boven te halen.

Het veldritseizoen 2014-’15 ploetert het 20-jarige toptalent voor het eerst als eliterenner door de modder. Op het BK viseert iedereen de topfavoriet, hij moet tevreden zijn met brons, na Vantornout en Meeusen. Op het WK is Van der Poel te sterk. “Ik had superbenen”, zegt de zilveren­medaillewinnaar. “Met deze benen had ik altijd moeten winnen.” Hij eindigt dat seizoen met dertien overwinningen en als nummer twee op de UCI-ranking. Magere troost. Winnaars willen winnen, superbenen dienen om super te presteren, niet om een nevenprijsje mee te graaien.

Maar Van Aert weet: het beste moet nog komen. En het beste komt nog. Hij wordt drie jaar op rij Belgisch én wereldkampioen veldrijden, wint 45 cyclocrossen in die periode, mag het nog een paar keer gaan uitleggen in Van Gils & gasten — gelukkig voor hem blijft het bij die ene keer Van Gils & ratten.

Achilleshiel

De rest is, zoals dat heet, geschiedenis. Gewijde Vlaamse wielergeschiedenis zelfs, de koers is nu eenmaal van ons, althans op papier. In het veld valt het wat tegen — één Belgische titel nog in 2021, twee zilveren medailles op WK’s, nog wat bescheidener eremetaal, 27 crosszeges — maar op de weg ontbolstert Van Aert helemaal. Verbazing alom wanneer hij in 2016 de proloog van de Ronde van België wint. Ha, tijdrijden kan dat ventje dus ook... Weer twee jaar later demarreert hij weg van Team Veranda’s Willems-Crelan, zijn werkgever, de schadeclaim van 1,1 miljoen euro wegens contractbreuk hangt nog altijd rond zijn hoofd, net iets vervelender dan een tamme rat die zich daar tijdelijk nestelt.

In 2019 wordt Van Aert Belgisch kampioen tijdrijden, wint hij twee etappes in zijn eerste Ronde van Frankrijk, plus twee etappes en het puntenklassement in het Critérium du Dauphiné, maar een val tijdens de Tourtijdrit in Pau overschaduwt alles. Heel even lijkt die tuimelperte na een te kort afgesneden bocht carrièrebedreigend te zijn. Wie wil winnen, neemt risico’s. Wie risico’s neemt, riskeert onderuit te gaan. Wie onderuitgaat, blijft even uit beeld. Te korte bochten zijn nergens goed voor, noch voor coureurs, noch voor journalisten en andere patjepeeërs.

Dan komt coronajaar 2020, met uitgestelde en afgelaste koersen, een overhoopgegooide wielerkalender, maar net dat geeft Wout van Aert extra maanden voorbereidingstijd. In de zomer wint hij de voorjaarsklassiekers Strade Bianche en Milaan-San Remo, opnieuw het BK tijdrijden, nog maar eens twee ritten in de Tour en dubbel zilver op het WK.

Op de machtige Mont Ventoux op weg naar de etappezege in de Tour van  2021. Beeld Photo News
Op de machtige Mont Ventoux op weg naar de etappezege in de Tour van 2021.Beeld Photo News

In 2021 volgen de geboorte van Georges van Aert, Gent-Wevelgem, Amstel Gold Race, het BK op de weg, zilver op de wegwedstrijd op de Olympische Spelen in Tokio, vier etappes plus de eindzege in de Ronde van Groot-Brittannië, en bovenal drie etappezeges in de Tour. Boven op de Mont Ventoux, de langste tijdrit en de slotrit op de Champs Elysées. Prestigieuzer kan haast niet. De hyperbolen worden in de Vlaamse wielerpers niet geschuwd: Wout van Aert is nu én sprinter én tijdrijder én klimmer én veldrijder én nog net niet heilig verklaard.

Máár, zo werpen criticasters op, er zit nog geen Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix tussen, en dat WK in eigen land, waar hij als enige kopman werd uitgespeeld, ging lelijk de mist in. Toch?

Ach, die Ronde van Vlaanderen, in 2020 scheelt het een paar millimeter, die koers ligt binnen handbereik.

Toch deze bedenking: Wout van Aert doet het tot nog toe op de weg beter in een vrijbuitersrol dan als kopman. In de Tour rijdt hij in dienst van een kandidaat-eindwinnaar, af en toe mag hij zijn ding doen. Zoals op de Ventoux. Zoals in tijdritten, daar heeft een kopman sowieso niets aan je. En zoals in massasprints, al moet hij het wel stellen zonder treintje en zonder ploegtactiek. Wurm je er maar tussen, jongen, en we zien wel. Of doe dat niet, als je het niet ziet zitten. Het illustreert de manier waarop Van Aert een spurt aanpakt. Ofwel gaat hij voluit en is de kans dat hij wint zeer reëel, ofwel houdt hij al heel snel de benen stil. Het hoeft niet zozeer, niemand neemt hem iets kwalijk als hij niet wint.

Vorig jaar in Leuven, op dat WK in eigen land, moest het wel. Het werd niets. Op weg naar Oudenaarde of Roubaix moet het wel. Niet dat hij mentaal frêle is, maar als kopman val je op. In de schaduw, daarentegen, ziet niemand je rijden, da’s meegenomen.

Is dat dan misschien zijn achilleshiel? Het gewicht van het kopmanschap, zwaar om te dragen, alle camera’s op jou gericht, geen echte faalangst maar ook geen niets en niemand ontziend killerinstinct? Te veel mens, te weinig kannibaal?

Menneke

Wie had ooit durven te voorspellen dat Wout van Aert zo’n hoge vlucht zou nemen? Wel, ere wie ere toekomt, Hugo Camps was er snel bij. De columnist van Het Laatste Nieuws luidt 2015 in met deze bevlogen en ietwat pompeuze ode: “Wie gisteren veldrijden heeft gekeken, was getuige van een nieuwe tijd. Van geboorte en afscheid. Van ploeteren versus vlinderen. Zoals Wout van Aert na de cross in zijn frêle lichaampje stond, zou je kwaadaardig kunnen denken: gebeiteld schandknaapje. Alles aan hem is nog fragiel en onvolgroeid. Tot hij het woord neemt: dan klateren ­gedragen zinnen over de drassige wei. Wout is het prototype van een nieuwe generatie veldrijders: zelfbewust, taalvaardig, geen streep arrogantie. Zijn klasse is zo superieur dat ze nauwelijks nog kan ontroeren. Er is alleen nog bewondering. Pas als je ziet hoe nederig hij zijn triomf draagt, springen de tranen je in de ogen. Een menneke.”

Ook Peter Van den Abeele, in 1994 zelf op een blauwe zondag Belgisch kampioen cyclocross geworden, heeft ‘het’ gezien. De huidige directeur Sport van de internationale wielerunie UCI zegt op 3 januari 2015 in zijn toenmalige hoedanigheid van UCI-crosscoördinator in De Morgen: “Net zoals mensen speciaal voor De Vlaeminck, Liboton, Albert of Nys naar de cross gingen, zullen ze dat straks ook doen voor... Wout van Aert.”

Er zijn ook deze woorden, te lezen in een column van Het Laatste Nieuws van 10 januari 2015. “Enfin, het zal Wout van Aert worst wezen. Waarom zou die Lilse jongen jammeren over een paar vijvers, als hij over zeeën van mogelijkheden beschikt? Niemand rijdt sneller, niemand demarreert soepeler, niemand loopt beter en ik neem graag aan dat hij een zwembrevet heeft.” Michel Wuyts is nu eenmaal gezegend met kennersogen.

“Ik denk dat we van Wout van Aert het laatste nog niet gezien hebben”, zegt cocommentator en voormalig wereldkampioen zandbakwringen Paul Herygers in Het Nieuwsblad van 21 november 2015. Ook Herygers ziet ‘het’.

Nog een laatste blik op het krantenarchief. “Een zinnig mens kan alleen maar verlangen naar de dag dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert wakker worden met het de-cross-hebben-we-gehad-gevoel.” Woorden van Hans Vandeweghe op 28 november 2016 in deze krant. Hij heeft slechts gedeeltelijk gelijk gekregen. Ja, de weg is nu de speeltuin van MVDP en WVA geworden. Neen, ze hebben de cross nog niet gehád. Te lucratief, ongetwijfeld. Met dank aan startgelden en winstpremies.

Mathieu van der Poel en Wouter van Aert in de cross van Dendermonde op 26 december 2021. Van Aert gaat winnen, Van der Poel wordt tweede. Beeld Photo News
Mathieu van der Poel en Wouter van Aert in de cross van Dendermonde op 26 december 2021. Van Aert gaat winnen, Van der Poel wordt tweede.Beeld Photo News

Als je, zoals Van Aert dit seizoen, pas laat instapt en dan zeven crossen op een rij wint, terwijl je de achtste alleen door materiaalpech door je neus geboord ziet, klinkt de lokroep van het veld zeer luid. Het mag dan wel meer dan ooit een regionale sport geworden zijn, hooguit interessant voor Vlaanderen en Nederland, zeg maar: korfbal op twee wielen, de populariteit en de tv-vriendelijkheid van veldrijden maken veel goed.

Een hartslag van 207

Wout Van Aert is 1m87 groot, lees ik op Wikipedia. Ik ook. Dat schept een band. Hij weegt 78 kilogram. Weg band. Met die lengte en dat gewicht — ook al is dat laatste wellicht nog aan de hoge kant geschat — is het zeer verwonderlijk dat hij in zware bergritten tot een paar kilometer van de top van de slotklim voorin meedraait. Vergeleken met de iele ronderenners, vel over been, is Van Aert een zwaargewicht, al is dat een relatief begrip in wielermiddens.

Op het WK veldrijden in 2016 haalde zijn hartslag naar verluidt een piek van 205. Inspanningsfysioloog Marc Lamberts, die Van Aert al negen jaar begeleidt, bevestigde een paar jaar geleden dat 207 het maximum was dat hij ooit had bereikt tijdens een cross. Probeer maar eens hardop tot 207 te tellen in 60 seconden. Gemiddeld bedraagt Van Aerts hartslag tijdens een cross 190, op de weg tussen 130 en 150: een veldrit is de hele tijd à bloc rijden, op de weg zijn er veel meer rustmomenten. Vetpercentage: 6,3 procent. Een VO2-max, maximale zuurstofopname, die tussen de 75 en 80 zou liggen, er wordt in het wereldje zeer geheimzinnig gedaan rond deze waarden. Explosiviteit: 1.500 watt.

Van Van der Poel zingt al een jaar of vijf een VO2-max van 89 rond op het internet, dat zit op het niveau van recente Tour-winnaars. Maar dan moet de Nederlander wel een drastische keuze maken en een kruis zetten over het grootste deel van de wielerkalender, koersen waar hij tot de uitblinkers kan behoren. Dan moet hij kiezen voor een onzeker einddoel na drie weken, niet voor individuele uitschieters. Van Van Aert wordt nooit beweerd dat hij een grote ronde kan winnen. Hij blijft de man van het klassieke werk, een man van dagen, niet van weken.

Die tweestrijd wordt overigens te fel opgeblazen, vindt Van Aert zelf. Dat zei hij toch in juni vorig jaar in deze krant. “In de jeugd was hij een mikpunt voor mij, maar nu doe ik gewoon mijn ding. Rijdt hij mee, oké. Is hij er niet, ook oké. Is hij beter? Sommige dingen kan hij beter dan ik, zoals zijn finish of pure interval, maar andere dingen zoals lang klimmen en tijdrijden, daar ben ik dan weer beter in.”

Van Aert ziet er dan wel uit alsof het meer spelen dan werken is wat hij doet, trainingsmaten getuigen dat hij maniakaal met zijn sport bezig is. Beult zichzelf af in de fitness, maalt vele honderden kilometer per week, is uitermate gedisciplineerd, maar ook in staat tot ontspannen. Dat doet een beetje denken aan Roger De Vlaeminck. Die stond bekend als freewheelende speelvogel die nauwelijks training nodig leek te hebben: tot zijn gezellen doorhadden dat hij er al een volledige trainingsrit op had zitten toen hij op de afspraak verscheen.

Herentals, 5 januari 2022. De zevende zege op rij. Beeld Photo News
Herentals, 5 januari 2022. De zevende zege op rij.Beeld Photo News

Nu moet hij eerst gewoon maar dat Belgisch kampioenschap winnen, in Middelkerke. Eerste grote afspraak daarna: zaterdag 26 februari, Omloop Het Nieuwsblad. Het WK veldrijden in Fayetteville, Arkansas, waar hij topfavoriet zou zijn, laat hij schieten.

Georges

Flash forward naar maandag 3 februari 2042. Zonnige dag, 32 graden, intussen een normale temperatuur voor de tijd van het jaar. Karl Vannieuwkerke (71) heeft de nieuwe wereldkampioen veldrijden uitgenodigd in zijn talkshow Karl & gasten. Georges van Aert (21) heeft de dag voordien met overmacht gewonnen op en om het circuit van Zolder. Onverstoord legt de jongeman uit hoe dat precies is gegaan. Naast hem zit tv-maker Dieter Coppens (64), die zijn nieuwe programma Beestigheden komt voorstellen — er mag inmiddels weer gedronken worden tijdens brainstormsessies. De jonge Van Aert verroert geen vin wanneer de meegebrachte dwergboa zich om zijn nek slingert. In het publiek kijkt een trotse vader (47) met een studiobrede glimlach toe.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234