AchtergrondRonde van Vlaanderen
Wie wint zondag de Ronde van Vlaanderen? De drie fenomenen doorgelicht
Wedkantoren zien slechts drie favorieten voor de Ronde van Vlaanderen zondag. De grootste kans op de zege maakt volgens de bookies Mathieu van der Poel, gevolgd door Tadej Pogacar en Wout van Aert. Waarom winnen ze of waarom niet?
Mathieu van der Poel wint
Mathieu van der Poel is 28 en leert nog elk jaar bij. Hij won twee weken geleden Milaan-Sanremo en had een simpele verklaring voor zijn winst in dit wielermonument. “Ik ben beter geworden in het pieken naar bepaalde doelen”, zei hij tegen de Nederlandse omroep NOS. “Dat is mentaal makkelijker vol te houden.”
De Ronde van Vlaanderen is onmiskenbaar zo’n doel, net als een week later Parijs-Roubaix. De rest is kruimelwerk. Neem de mini-Ronde van afgelopen vrijdag, de E3 Saxo Classic. Die won hij niet, maar hij kon er geen traan om laten. Veel belangrijker was, zei Van der Poel, dat hij zichzelf in de E3 succesvol had getest voor de echte Ronde.
Hoe? Door liefst tachtig kilometer voor het einde een verschroeiende aanval te plaatsen. “Ik wilde een lange en harde finale om me klaar te stomen voor de Ronde”, lachte hij. “Dat is zeker gelukt.” Wat heet: alleen zijn medefavorieten voor zondag, Tadej Pogacar (vierde in Milaan-Sanremo) en Wout van Aert (derde), konden hem volgen. Dat hij dan het sprintje verloor van Van Aert is niet erg, want dat was de E3, niet het echte werk.
Mathieu van der Poel wint niet
Van de drie favorieten is het bij Van der Poel het moeilijkst aan te geven waarop hij de Ronde van Vlaanderen kan verliezen. In zijn vier deelnames won hij twee keer, werd een keer nipt tweede en een keer vierde. Kortom: de zware, 273 kilometer lange Vlaamse hoogmis over het ene kasseienklimmetje na het andere ligt de Nederlander.
Als hij verliest, is het door materiaalpech op een ongelukkig moment, een valpartij die een renner net dat ene procentje minder maakt of gewoon een tegenstander die beter is. Vorig jaar leek dat Pogacar op de allerlaatste klim, de Paterberg. Daar versnelde de Sloveen en leek daarmee de zege veilig te stellen, maar hangend aan de vingernagels wist Van der Poel net bij te blijven. Afgelopen vrijdag in de E3 deden de twee bijna hetzelfde, maar dan op een andere beslissende helling: de Oude Kwaremont.
Mogelijk blijkt Van der Poel zondag van de drie met Alpecin-Deceuninck de zwakste ploeg om zich heen te hebben. Anderzijds: ploeggenoot Soren Kragh Andersen is tot dusver zeer waardevol als zijn trouwe adjudant.
Tadej Pogacar wint
Alles winnen zoals Eddy Merckx (grote rondes, korte etappekoersen en eendaagse klassiekers), dat leek voorgoed voorbij in het wielrennen met al die toprenners die zich exclusief op de Tour de France richtten. Totdat in 2019 de toen twintigjarige Tadej Pogacar doorbrak en sindsdien een zeer gevarieerde erelijst bij elkaar fietste. Merckx zelve benoemde hem tot de nieuwe Merckx.
Vorig jaar was Pogacar in de Vlaamse voorjaarsklassiekers, waarvan de Ronde veruit de belangrijkste is, nog op ontdekkingsreis. Dit jaar maakt hij serieus werk van zijn ambitie om elke koers minstens één keer te winnen. Zijn ploeg UAE stelt sterke renners voor hem op, zoals Matteo Trentin en Tim Wellens, die zichzelf uit elkaar kan trekken voor zijn kopman.
Pogacar heeft geleerd waar hij het verschil met Van der Poel en Van Aert kan maken: op de loodzware kasseistroken omhoog. Zijn concurrenten moeten daar hogere wattages trappen, omdat Pogacar ruim tien kilogram lichter is. Rijdt hij nu wel weg op de Paterberg, dan moet hij er een solo van dertien kilometer achteraan gooien. Geen probleem, want vorig jaar won hij Strade Bianche na vijftig kilometer alleen op kop.
Tadej Pogacar wint niet
Laat Pogacar het tegen Van Aert en Van der Poel op een sprint aankomen, dan is de kans klein dat hij wint. Die fout maakte hij vorig jaar in de Ronde. Nadat hij er niet in was geslaagd om Van der Poel er op ‘de Pater’ af te rijden, leken de twee het in een sprint uit te moeten vechten.
Zijn ploegleider Aart Vierhouten had hem ingeprent: “Mathieu kan geen lange sprint rijden.” Maar meesterpokeraar Van der Poel ging zo langzaam rijden, om de sprint kort te houden, dat Dylan van Baarle en Valentin Madouas zelfs nog over Pogacar heen kwamen, waardoor hij vierde werd. “Sorry”, zei hij schuldbewust tegen Vierhouten, die naar eigen zeggen het stuur van zijn ploegleidersauto had opgegeten.
Maar ook een lange sprint helpt Pogacar niet, zo bleek afgelopen vrijdag in de E3. Daar legde hij het in de laatste kilometer af tegen Van Aert én Van der Poel. De Kempenzoon kent de Nederlander als zijn broekzak en had zich nu eens voorgenomen om de woorden van Vierhouten ter harte te nemen. Met een lange sprint versloeg Van Aert ook Pogacar.
Wout van Aert wint
Van de vijf Vlaamse kasseiklassiekers tot nu toe won Jumbo-Visma er… vijf. Christophe Laporte en Tiesj Benoot rijden zondag de Ronde van Vlaanderen met Wout van Aert, die zelf de E3 Saxo Classic won. Dylan van Baarle, de beste in de Omloop, is geblesseerd. Toch kan Van Aert met veruit de sterkste formatie tot diep in de finale een beroep doen op ploeggenoten, waar die van Van der Poel en Pogacar mogelijk al zijn gelost.
Afgelopen zondag won Laporte de klassieker Gent-Wevelgem, omdat de sterkere Van Aert hem deze zege schonk. Daarmee verzekerde de kopman zich voor zondag ook nog van de onvoorwaardelijke steun van zijn Franse vriend voor de moeilijke momenten.
Zoals in de E3 op de Kwaremont, vertelde zijn ploegleider Arthur van Dongen. “Toch won hij, omdat we een sterke ploeg hebben.” Winnen en niet de sterkste zijn, zei Van Aert, dat maakt het nog mooier.
Van Aert hoeft niet te mikken op een soloaankomst zoals Pogacar, want hij heeft zijn sprint. Op de Champs-Elysées won hij ooit de moeder aller massasprints. Maar ook in een rechtstreeks sprintduel met zijn twee grote concurrenten weet Van Aert hoe hij het aan moet pakken.
Wout van Aert wint niet
“Ik moet just niks!”, schreeuwde een uitrollende Van Aert in de camera nadat hij de E3, de mini-Ronde, had gewonnen. “Dat moest ik even kwijt”, zei hij iets later over de uitspraak die het inmiddels tot T-shirt heeft geschopt. “Ik heb soms een scherp kantje.”
Van Aert bood een kortstondige blik in zijn ziel: hij ervaart enige druk. Aldoor zegt iedereen hem dat hij de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix móét winnen, al is maar één keer in zijn carrière.
Feit is dat hij vier keer startte in de Ronde, maar nooit won. Tweede in 2020 achter Van der Poel is zijn beste prestatie. Vorig jaar werd hij ook tweede in Parijs-Roubaix achter Van Baarle (toen Ineos). Ook sommige ploeggenoten kunnen de Ronde winnen, maar verzekeren iedereen dat ze elkaar niet in de wielen gaan rijden.
Onbedoeld heeft Van Aert de druk op zichzelf opgevoerd, stellen de media, door in Gent-Wevelgem zo genereus de overwinning aan een ploeggenoot te schenken. “Dat is hoog inzetten”, vindt Het Laatste Nieuws. Kennelijk draait het in Van Aerts wereld exclusief om de Ronde. “‘Ik moet just niks’ gelooft niemand nog. Straks moet er net héél veel.”