AchtergrondVoetbal
Wat zondag gebeurde, is de culminatie van tien jaar wanbeleid bij Anderlecht
Was Mazzu een miscast? Kan zijn. Kocht Anderlecht de verkeerde spelers? Best mogelijk. Maar daar moet niet de echte reden gezocht worden voor wat er zondag gebeurd is. Het is de culminatie van tien jaar wanbeleid, een instituut dat niet inzag dat de tijden veranderd waren en dat nu aan een schier onmogelijke inhaalrace moet beginnen.
Van 2000 tot 2017 pakte Anderlecht tien landstitels in achttien jaar tijd, een gemiddelde van meer dan één om de twee seizoenen. Het was een samenspel van zwakke concurrentie – Standard hing na een korte hausse onder D’Onofrio in de touwen, Club Brugge was aan zijn vernieuwingsoperatie bezig, voor AA Gent werd de titel eerder een toevalstreffer en RC Genk blijft een jojoclub –, de jeugdacademie die topper na topper afleverde en al bij al een goed transferbeleid. Maar het was allesbehalve futureproof.
Ondanks het nakende gevaar van Club bleef men bij Anderlecht de afgelopen tien jaar gewoon verder doen zoals men altijd bezig was geweest. Dat zorgde voor weinig alertheid binnen de club: iedereen was wat lui geworden. Algemeen manager Herman Van Holsbeeck die mee profiteerde van transfers, Mogi Bayat die zijn eigen kantoor had in het stadion, makelaars die tot wel 30 procent commissie vroegen én kregen: het passeerde allemaal probleemloos de revue. De club werd als het ware leeggezogen, terwijl het bestuur erop toekeek.
En zo slaagde Anderlecht er in die gouden tijden nooit in om financiële winst te boeken, wat clubs als RC Genk en Club Brugge wel gedaan hebben en nog steeds doen: boerenjaren leveren een spaarpotje op van tientallen miljoenen euro’s, dat dan gekraakt kan worden om moeilijke jaren te overbruggen. Nee, bij Anderlecht vloog het geld door ramen en deuren naar buiten met een loonkost die jarenlang het dubbele bedroeg van die van de naaste concurrentie. Recordinkomsten van meer dan honderd miljoen euro werden jaar na jaar opgesoupeerd.
Het was een kaartenhuisje dat zolang recht bleef tot er een ferme wind door de Belgische competitie zou razen. Anderlecht was vijf jaar geleden financieel gezien een lege doos, nog slechts een laagje vernis boven op een grote bouwval. Iedereen die een jaarrekening kon lezen, had dat snel begrepen. Maar miljardair Marc Coucke zag het niet of wilde het niet zien. Hij legde in 2017 liefst 74 miljoen euro op tafel om een club over te nemen met een negatief eigen vermogen en met structurele verliezen tot 30 miljoen euro. De familie Vanden Stock was de grote winnaar.
Enkele lichtpuntjes
Coucke deed er nog een schepje bovenop door zich aanvankelijk zelf te bemoeien met de transferpolitiek. Hij nam sportief manager Luc Devroe en enkele spelers mee van Oostende naar Anderlecht met de bedoeling dat zij de klus wel zouden klaren. Bij Oostende betaalde hij al veel te hoge lonen, dat stramien zette zich bij Anderlecht door. Van Adrien Trebel maakt hij met een jaarloon van 2,7 miljoen euro de best betaalde speler van België. Vincent Kompany haalde hij even later zelfs binnen voor 6 miljoen euro per jaar. Een glorieuze terugkeer naar gouden tijden, zo leek het wel. Maar dit was opnieuw een laagje vernis, aan de structuur van de club zelf veranderde weinig. Integendeel, zo stapelden de verliezen zich verder op. Het was een explosieve cocktail, die al snel zou ontploffen.
Anderlecht slaagde er de afgelopen vijf seizoenen immers niet meer in de top twee te halen, wat voordien een zekerheid was. En zo belandde het van de regen in de drop. Grote rivaal Club Brugge pakte vier keer de titel en haalde vijf keer de Champions League, goed voor een bonus van 150 miljoen euro. Nochtans was Verhaeghe tien jaar geleden ook met een valse noot begonnen. Maar met vallen en opstaan bouwde hij geduldig aan een ploeg en een structuur. Hij heeft de kar niet voor het paard gespannen door met miljoenen euro’s te zwaaien, zoals Coucke wel gedaan heeft. En zo heeft blauw-zwart Anderlecht intussen ook qua transferinkomsten allang overvleugeld. Hierdoor kan het zonder enig probleem veel meer uitgeven aan nieuwe spelers en nog sterker worden.
Anderlecht is met andere woorden veel te lang in het verleden blijven hangen. De schade is enorm groot. Hoe moet het nu verder? Er zal tabula rasa moeten worden gemaakt en men zal eerlijk moeten zijn naar de fans toe: dit kan nog heel lang duren. Zoals het er nu naar uitziet zou een titel binnen de vijf jaar een mirakel zijn.
Er zijn gelukkig ook wel enkele lichtpuntjes. Anderlecht heeft een ruimere fanbasis en heeft op commercieel vlak nog steeds meer potentieel dan Club Brugge. Het is centraal gelegen in België en kan dus zowel de Vlaamse als de Waalse markt aanspreken. Het valt ook op dat Club op dit vlak Anderlecht pas heel recent is voorbijgestoken. Maar jammer genoeg voor Anderlecht zijn de wedstrijd- en commerciële inkomsten steeds minder belangrijk geworden in de inkomstenmix van een Belgische voetbalclub, transfers en Europees voetbal wegen veel zwaarder.
Nog een pluspuntje is dat Anderlecht qua jeugdspelers in het Brusselse ook uit een veel grotere vijver kan vissen. Daar zou dan ook de focus naartoe moeten gaan. Talenten ontdekken uit de eigen jeugd en die omringen met ervaren spelers. Het is een werk van heel lange adem, maar wel de enige realistische oplossing uit dit doodlopend straatje. Het is voor paars-wit hoopvol dat een club als RC Genk er door een slim transfer- en jeugdbeleid toch in slaagt om nu en dan nog eens een gooi te doen naar de titel.
Op korte termijn zou – paradoxaal genoeg – een grondige hervorming van de Champions League Anderlecht nog het best uitkomen, waarbij de Belgische clubs niet meer (rechtstreeks) mogen deelnemen. Of de Raad voor Vergunningsbetwistingen die nog een stokje steekt voor het nieuwe stadion op Jan Breydel. Zo kan Club financieel in ieder geval niet verder uitlopen op de concurrentie.
Al 140 miljoen geïnvesteerd
Wat Coucke nu vooral niet zal doen, is plots weer met geld beginnen gooien – niet voor niets houdt hij zich al enige tijd op de achtergrond. Hij heeft intussen al 140 miljoen euro in de club gestoken en een vorige kapitaalverhoging had ook al heel wat voeten in de aarde. Het is het model dat Paul Gheysens intussen bij Antwerp hanteert: de verliezen opstapelen en hopen dat die titel ooit wel uit de lucht valt. Maar wat als dat niet gebeurt? Want laat ons duidelijk zijn, als Coucke morgen vertrekt bij Anderlecht of Gheysens bij Antwerp, dan zijn beide clubs overmorgen failliet. Dat is niet het geval bij RC Genk – een vzw met een groot eigen vermogen – of Club Brugge – Verhaeghe heeft nog geen cent moeten investeren.
Als je het trouwens met een financiële shortcut wil doen, dat moet je ook alles of niks spelen. Aangezien de Financial Fair Play-regels in België momenteel on hold zijn gezet, zou een nieuwe eigenaar plots 100 miljoen euro kunnen investeren in Anderlecht, een Manchester City-scenario zeg maar. Maar los van de wenselijkheid hiervan is de Jupiler Pro League de Premier League niet. Het lijkt dus een lange tocht door de woestijn te worden voor de paars-witte fans.