AnalyseMilaan-Sanremo
Waarom Van Aert diep in de finale wat kracht tekortkwam
Achtste, zijn slechtste uitslag in Milaan-Sanremo. Wout van Aert was na afloop teleurgesteld, maar om de hoek loert een positief neveneffect. Ook andere teams zoals Alpecin, Bahrain en Trek hebben voortaan een topfavoriet in hun rangen. Jumbo-Visma moet dus niet langer alleen de koers dragen.
“Het is koers, geen PlayStation”, was de laatste zin van Wout van Aert voor hij de bus van Jumbo-Visma instapte aan het station van Sanremo. Een vreemde woordkeuze, want aan gamen heeft hij een broertje dood. Op de PlayStation wint diegene met de beste vaardigheden en grootste energietank. In de koers spelen andere factoren mee.
De Belgische kampioen en zijn Nederlandse ploeg waren na een uitmuntende Parijs-Nice torenhoog favoriet, maar bleven achter met lege handen. Zijn slaap heeft hij daar niet voor gelaten. Daags na Milaan-Sanremo ging Van Aert om 6.42 uur zeven kilometer lopen in een stevig tempo.
Nerveuze koerswijze
Waar liep het fout voor Van Aert? In de finale koerste hij zeer nerveus – de tol van de topfavoriet? Toen die andere topfavoriet Tadej Pogacar tot vier keer toe aanviel op de Poggio was het telkens Van Aert die reageerde. “Ik heb veel energie moeten verspillen om op die aanvallen te counteren. Pogacar ging snoeihard”, zuchtte Van Aert. Als bewijs: in de eerste helft van de Poggio realiseerde hij de nieuwe besttijd op Strava (35,2 kilometer per uur).
In dat eerste deel liep alles nog goed. Christophe Laporte met in zijn wiel kopman Van Aert sneed als eerste de Poggio aan. Met Primoz Roglic was nog een ploegmaat mee in het tot 25 man gereduceerde peloton, alleen draaide Roglic pas op in twintigste positie. Wringen is en blijft zijn ding niet. Na vijfhonderd meter klimmen was de Sloveen al opgeschoven naar de derde positie, maar dat is een inspanning die je later op de klim cash betaalt. Mathieu van der Poel kan dat sinds de editie van 2021 beamen.
Nadat Van Aert drie aanvallen van Pogacar had gecounterd, was Laporte al verdwenen en plaatste Roglic een aanval. Maar op de top was de Sloveen van Jumbo-Visma niet meer in de voorste gelederen te bespeuren. “De Poggio was net te lang en het ging te snel. Ik miste de versnelling om de besten te kunnen volgen”, zei Roglic.
Net als vorig jaar moest Van Aert dus zonder ploegmaat afdalen richting Sanremo. “Dat had beter gekund”, zei Van Aert, die wel verzachtende omstandigheden inriep. “Matej Mohoric kan het zich permitteren om op de Poggio in tiende positie te zitten. Die moet enkel volgen, terwijl Roglic en ik op alles moeten reageren en het gewicht van de koers dragen.”
Tempobeul Van Emden
Dat deed de geel-zwarte brigade met verve. “Jos van Emden reed de eerste 250 kilometer alleen op kop van het peloton”, zegt CEO Richard Plugge. Een getal dat door de Nederlandse renner werd gecorrigeerd tot 239 kilometer. “Maar het was wel alleen.”
Ook de andere renners deden hun job. Affini, Van Hooydonck en Van Der Sande rolden de rode loper uit op de capi en de Cipressa. Jumbo-Visma miste echter een reservekopman die bij de eerste tien over de Poggio kon komen. Tiesj Benoot was daar allicht toe in staat, maar die zat thuis met een ingepakte knie.
Een andere vaststelling is dat Pogacar wel heel galant uitdraaide toen Mohoric aanviel, waardoor de krappe voorsprong van zijn landgenoot verdriedubbelde tot dertig meter. Een wederdienst voor het werk op de voorbije WK’s en Olympische Spelen?
Cadeaus moet Van Aert de komende weken niet verwachten. In Milaan-Sanremo bleek hij ook maar een mens van vlees en bloed. Toen Sören Kragh Andersen net voor de top van de Poggio aanviel en Pogacar een vierde keer meesprong, kreeg Van Aert het gat niet dicht en moest hij een beroep doen op steun van Van der Poel.
Weinig steun
Misschien legt dat moment van zwakte hem straks geen windeieren. Zijn baas Plugge was niet blij met de karige steun van de andere ploegen om de koers te controleren. “Van QuickStep snap ik het, zij hadden door omstandigheden geen favoriet aan de start. Maar er waren andere ploegen met kandidaat-winnaars die wel konden helpen. Neem nu Alpecin-Fenix met Van der Poel. Van hen vraag ik mij soms af: start je om te winnen of gewoon om mee te rijden?”
Een risicovolle uithaal, maar wel één die hout snijdt. Vanaf nu kan niet enkel naar Jumbo-Visma gekeken worden om de brandjes te blussen. Alpecin-Fenix (Van der Poel), Bahrain-Victorious (Mohoric,) en Trek-Segafredo (Pedersen) hebben voortaan een grote favoriet in hun rangen. Het moet Van Aert helpen om spaarzamer te koersen. Een zekerheid op winst in Harelbeke, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix is ook dat niet. Het is namelijk koers, geen PlayStation.