AchtergrondWielrennen
Voor transgender wielrensters knijpt het peloton nog in de remmen
Tien dagen geleden stond Austin Killips nog op het podium van een topcross, maar de transgender wielrenster ‘voldoet’ niet aan de selectiecriteria van de Amerikaanse bond en start zaterdag dus niet op het WK veldrijden. De UCI denkt na om in de toekomst een aparte categorie in te voeren.
De Amerikaanse WK-delegatie bestaat dit weekend uit vijftien crossers, van wie twaalf in de jeugdcategorieën, één elite man en twee elite vrouwen. Dat had er een meer kunnen zijn. De 27-jarige Austin Killips eindigde derde in Zonnebeke, maar toch wordt ze door bondscoach Jesse Anthony niet geselecteerd. “Austin boekt snel vooruitgang, maar haar prestaties zijn nog onvoldoende”, meent Anthony.
Killips doet met een 33ste plaats op de UCI-ranking beter dan uittredend wereldkampioene Marianne Vos en de Italiaanse kopvrouw Silvia Persico. Ze had in sportief opzicht haar plek op het WK veldrijden, maar velen zijn niet rouwig om haar niet-selectie. Een transgender wielrenster op het WK, het zou commotie veroorzaken. Toen de Canadese Rachel McKinnon in 2018 op de piste de wereldtitel sprint veroverde voor masters wilden andere rensters een boycot starten omdat McKinnon een voordeel zou hebben dankzij haar mannelijke spieren. Killips heeft van de internationale wielerunie UCI een licentie om bij de vrouwen te crossen, maar niet elke concurrente is daarmee opgezet.
Strenger dan IOC
Bij de UCI is medisch directeur Xavier Bigard belast met het transgenderhoofdstuk, volgens ingewijden een voltijdse bezigheid. De regels van de UCI voor transgender sporters zijn strenger dan die van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). De overgangsfase naar een laag testosterongehalte is verdubbeld van één naar twee jaar. De maximaal toegestane testosteronspiegel bij transgender sporters bedraagt 2,5 nanomol per liter in plaats van 5 nanomol bij de IOC. Het komt overeen met de testosteronspiegel van 99,9 procent van de vrouwelijke bevolking.
“Toch blijft dit een heikel thema. De regels zijn niet perfect voor vrouwen die voor hun transformatie man waren, maar ook niet voor vrouwen die sinds de geboorte vrouw zijn”, zucht Bigard.
Volgens de Belgische bondsdokter Kris Vandermieren zal een transgender vrouw fysiek altijd een voordeel hebben tegenover vrouwen die voordien geen man waren. “De evolutie in spierontwikkeling is verschillend bij mannen en vrouwen. Hormonale behandelingen of geslachtsoperaties hebben geen invloed op het genetische materiaal. Dat transgender sporters op volwassen leeftijd bevoordeeld zijn, dat staat buiten kijf.”
Er bestaan verhalen van atleten uit de subtop die met zich met opzet hebben verminkt om in aanmerking te komen als paralympiër en zo wel kans te maken op olympische medailles. In de paralympische sporten is de financiële beloning voor zo’n medaille vaak aan de lage kant. In de vrouwensporten gaat het om veel meer geld.
Een manager van een WorldTour-ploeg vertrouwt ons toe dat een toename van transgender rensters in het peloton het einde zou betekenen van vrouwelijke rensters zonder transformatie. Volgens Bigard is opzettelijke geslachtsverandering omwille van prestaties geen issue. “Om een licentie te krijgen moet een transgender allerlei psychologische en psychiatrische tests doen, waaruit kan worden aangetoond dat de transformatie niet was omwille van medische of sportieve redenen.”
Zeven gevallen
Waarom naast mannen en vrouwen geen derde categorie openen voor transgender wielrenners? Bigard: “Voorlopig is dat geen optie, maar er zijn wel gesprekken over gaande.”
Dringend is zo’n verandering in het reglement door het openstellen van een derde geslachtscategorie niet. Volgens Bigard beschikken momenteel slechts zeven transgender renners over een proflicentie van de UCI, verspreid over alle wielerdisciplines. Geen van die zeven heeft een Belgisch paspoort. “Er zijn enkele transgenders die bij onze federatie aan competitie doen, maar zonder profstatuut”, zegt Frederik Broché, technisch directeur van Belgian Cycling.
De Belgische bond werkt samen met endocrinoloog Guy T’Sjoen. Broché vindt inclusie een belangrijk thema, maar ziet ook de moeilijkheden. “Je wilt transgenders een kans geven om aan competitiewielrennen te doen, maar ook de andere renners een eerlijke kans geven. In het zwemmen bestaat zo’n aparte categorie voor transgenders al. Of dat dé oplossing is, zal de komende jaren moeten blijken.”
Op het WK in Hoogerheide staan alvast geen transgender crossers aan de start.