NieuwsTour de France
Voor romantiek is in de Tour geen plaats, weet ook Kittel
Tussen 2013 en 2017 won hij veertien ritten in de Tour. Vandaag is hij analist voor de NOS. Marcel Kittel kijkt uit naar de massasprints op het grootste podium dat er is.
Geen Zwitserland of Duitsland meer. Marcel Kittel (34) en zijn Nederlandse vrouw Tess wonen sinds kort in Ootmarsum, een stadje in Twente. Hij leidt er het typische leven van een dertiger: hij heeft bouwplannen en hij heeft de handen vol met twee jonge kindjes, Lex (2,5) en Lizzy (1). Dit is waarom hij in 2019 een punt zette achter zijn wielercarrière. “Ik wilde het echte leven beleven”, vertelt Kittel in vlekkeloos Nederlands. “Mijn kinderen zien opgroeien, tijd voor mijn familie en vrienden. Dat zijn mijn prioriteiten.”
De koers is wel nog een belangrijk deel van zijn leven, zegt hij. In de komende Tour zal hij geregeld als analist aanschuiven in het programma De avondetappe op de NOS.
Kittel heeft uiteraard extra aandacht voor de sprinters. “Ik word nog elke keer nerveus in de laatste kilometer. Dan schiet mijn hartslag omhoog. Sprinten zit gewoon nog in me. Zoals bij de hond van Pavlov: mijn lichaam en geest zijn zo getraind dat het voelt alsof ik zelf in het peloton zit.”
Jeugd kansen geven
QuickStep verkiest dit jaar de 25-jarige Nederlander Fabio Jakobsen boven Brits kampioen Mark Cavendish. Dat vindt Kittel een logische keuze. “Jakobsen is jonger en net zo snel als Cavendish. Dan kies je voor de toekomst. Die jongen kan vier etappes winnen, daar ben ik van overtuigd.”
Er is ook het romantische aspect van het verhaal: moet je Cavendish de kans gunnen om die 35ste ritzege te pakken en Eddy Merckx voorbij te steken als meest succesvolle renner in de Tour-geschiedenis? Kittel: “Dat is heel mooi voor ‘Cav’ en voor de wielerfans, maar QuickStep heeft daar niet veel aan. Dat is een heel kort marketingmoment, even vol in de media, en klaar. Patrick Lefevere is niet geïnteresseerd in dat record.”
Bij Alpecin-Fenix moesten ze ook kiezen: Jasper Philipsen of Tim Merlier. “In principe kun je met twee sprinters naar de Tour gaan, maar niet met Philipsen en Merlier. Die twee lijken te veel op elkaar”, stelt de Duitser. “Ik heb met John Degenkolb in de ploeg gezeten bij Giant en dat was makkelijk samenwerken omdat we heel andere types waren. De keuze tussen Philipsen en Merlier is supermoeilijk, maar als er een renner bij is die vertrekt, wordt het makkelijker om te beslissen.”
Groen-gele ambities
Wout van Aert zit ook in een speciale situatie. Hij droomt van groen, maar moet rekening houden met de gele ambitie van Primoz Roglic en Jonas Vingegaard. “Ik maak me niet te veel zorgen over die combinatie”, zegt Kittel. “Peter Sagan heeft toch ook groen gepakt toen hij samen in de ploeg reed met Alberto Contador?”
En dan is er nog Caleb Ewan. Zijn laatste twee rondes, de Tour en de Giro, zijn mislukt: twee keer gevallen en twee keer niet gewonnen. “Moeilijk verhaal”, vindt Kittel. “Als je ziet hoe hij telkens is gevallen: hij reed tegen het wiel van een collega. Het is niet dat er een valpartij met een grote groep was. Ewan had zelf de schuld. Dat mag niet meer gebeuren.
“Vandaag heb ik makkelijk praten, maar elke sprinter is een twijfelaar. Ik heb verhalen gehoord van een collega die in het groen naar Parijs moest fietsen en ’s avonds koorts kreeg omdat de druk en de verwachtingen zo hoog waren. De Tour is zo’n intense periode.”