Vrouwenvoetbal
Voetbalvrouwen scoren steeds meer naast het veld
In Frankrijk, de Verenigde Staten en Nederland scoren wedstrijden van het nationale vrouwenelftal steeds meer kijkers, soms zelfs evenveel als die van hun mannelijke collega’s. Een belangrijke mijlpaal in de evolutie van vrouwenvoetbal. ‘De uitdaging zal zijn om die groei te verzilveren in nationale competities.’
10,6 miljoen Fransen keken zondagavond hoe Les Bleues in verlengingen Brazilië met 2-1 uitschakelden op het WK voetbal. Dat is meer dan het gemiddeld aantal kijkers van de groepswedstrijden van Les Bleus tijdens tijdens het WK in Rusland. En ook in Nederland zagen meer dan 3,5 miljoen kijkers Lieke Martens de Oranje Leeuwinnen tegen Japan naar de kwartfinale trappen. Op zaterdagnamiddag zakte dat aantal naar 2,7 miljoen. Ter vergelijking: in 2014 keken 7,2 miljoen Nederlanders naar de openingswedstrijd van de mannen tegen Spanje.
Volgens de Britse zakenkrant Financial Times tekent er zich een kleine elite van vrouwenvoetbalploegen af die er steeds beter in slaagt om sponsors en tv-zenders te overtuigen van de aantrekkingskracht van hun sport. Ingrid Vanherle, die in de jaren 80 en 90 meer dan tien jaar lang uitkwam voor de Red Flames, is zelf aangenaam verrast. Niet alleen door die cijfers, maar ook door het fysieke aspect van het spel.
“Als directeur van de Women’s BeNe League (een Belgisch-Nederlandse vrouwencompetitie die in 2015 werd stopgezet, FE) heb ik lang met het idee gespeeld om de doelen te verlagen en de velden te verkorten. Het vrouwenvoetbal was in die tijd heel saai. Het ging allemaal te traag en er waren nauwelijks doelkansen.” Nu kijkt Vanherle met veel plezier naar de snelle omschakelingen en technisch goed uitgevoerde crosspasses. “Er is veel gewerkt aan het fysieke en technische aspect van vrouwenvoetbal en daar zien we nu de resultaten van.”
Niet in het rood duiken
Schoolvoorbeeld is onder anderen de Amerikaanse Alex Morgan, die vijf van de dertien doelpunten tegen Thailand maakte. Verderop in het toernooi werd ze dan ook keihard aangepakt door de Spaanse verdedigers, waardoor ze meer tegen de mat ging dan haar lief was. “Er zijn zeker meer dan tien fouten op me gemaakt. Er zat een stevige duw in mijn rug bij. Nu moet ik niet meer naar de chiropractor”, lachte ze achteraf in een interview.
Hoe sneller, spannender en technischer het spel, hoe beter de sport op televisie past. Ja, in 2019 is het nog steeds de televisie die bepaalt hoe populair een sport is en dus hoeveel geld er in omgaat. “Het belangrijkste element in het verdienmodel van voetbalclubs zijn de tv-rechten”, zegt Thomas Peeters, sporteconoom aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. En die liggen nog steeds zo laag dat het moeilijk is om een Champions League te organiseren zonder in het rood te duiken. “Dat is ook het deficit van de BeNe League geweest. De hoge verplaatsingskosten moesten opgevangen worden met tv-gelden, maar dat is niet gelukt.”
Peeters ziet dan ook een grote valkuil in de verdere evolutie van het vrouwenvoetbal: er is een groot verschil tussen internationale toernooien en nationale competities. “Kijk bijvoorbeeld naar hockey en volleybal. Dat zijn sporten waar we enkel van horen in een internationale context. Niemand is geïnteresseerd in wat er op ploegniveau gebeurt. Het is maar de vraag of het vrouwenvoetbal daar wel in slaagt.”
Lucratieve deal
Er zijn hoopvolle tekenen aan de wand. Zo liet Real Madrid weten dat het vanaf volgend seizoen een competitief vrouwenteam wil oprichten. De voorbije jaren maakten eeuwige rivalen Atletico Madrid en Barcelona daar het mooie weer. De Spaanse voetbalbond liet verstaan dat het volgend seizoen 20 miljoen euro investeert in de vrouwencompetitie. Alle wedstrijden uit de hoogste divisie zullen ook live uitgezonden worden. Onze eigen ster Tessa Wullaert trok naar Manchester City, waarmee ze de FA Cup won voor meer dan 40.000 toeschouwers. Ook in Frankrijk investeren ploegen zoals PSG en Lyon consequent in hun vrouwenploegen, die van Lyon won het afgelopen seizoen de Champions League.
In België zouden er gesprekken aan de gang zijn om vanuit de Pro League Belgische eersteklassers te verplichten in vrouwenploegen te investeren. Dat kon niet bevestigd worden aan De Morgen. “Op zich zou dat geen gekke maatregel zijn”, zegt Peeters. “Vandaag worden ploegen verplicht om te investeren in de jeugd, daar kan een extra verplichting bijkomen.”
Absolute sterspelers in topploegen, zoals de Nederlandse Lieke Martens (Barcelona) en de Noorse Ada Hegerberg (Olympique Lyon), verdienen volgens zakenwebsite Business Insider tussen de 150.000 en 430.000 euro per jaar. Ter vergelijking: volgens onderzoeksbureau Deloitte verdienen profvoetballers in de Jupiler Pro League gemiddeld jaarlijks 211.000 euro.
Ook sportmerken zoals Adidas en Nike lijken steeds meer potentieel te zien in de vrouwelijke voetbalsterren. Zo heeft Lieke Martens een lucratieve deal met Nike. Het sportmerk ontwierp in het verleden al persoonlijke schoenen voor de Nederlandse Leeuwin. Toch vreest Ingrid Vanherle dat het vrouwenvoetbal nooit zo groot en populair zal worden als de mannelijke variant. “Maar dat hoeft niet per se. Ik zou het al fantastisch vinden mochten Belgische voetbalsters als volwaardige atleten kunnen trainen, en tegelijk ook wat sparen.”