InterviewMauri Vansevenant
Vansevenant voor de Vuelta: ‘Af en toe moet je met je hoofd tegen de muur lopen’
Als de naam een voorteken is, dan is Mauri Vansevenant voorbestemd om de Ronde van Spanje te winnen. Zoals Melcior Mauri in 1991, naar wie hij genoemd is. Vansevenant, die van het nuchtere type is, gelooft er niet zo in. Hij zal blij zijn wanneer hij over drie weken in één stuk in eindplaats Santiago de Compostela arriveert.
Hoe voel je je bij de start van je eerste grote ronde?
Mauri Vansevenant: “Ik ben enthousiast. Het wordt voor mij een grote ervaring. Alles is nieuw. Ik weet niet hoe ik ga reageren op een wedstrijd van drie weken. Ik hoop dat ik hier sterker uit kom en vooral dat ik veilig in Santiago de Compostela geraak.”
Had je bij het begin van het seizoen gedacht dat je naar de Spelen zou gaan en nu de Vuelta zou rijden?
“Alles is veel beter gelopen dan ik had verwacht. Misschien is het allemaal wat onverwacht gekomen. Ik wil elk jaar een stap vooruitzetten en dat is dit jaar weer gelukt. Ik doe mijn best en ik zie waar ik uitkom. Ik denk niet dat ik mezelf iets moet verwijten.”
Wat zou dat dan moeten zijn?
“Ik probeer altijd het uiterste uit mezelf te halen. Niet eerder ben ik tevreden. Ik zit al een heel jaar in een goede flow. Ik heb mooie resultaten behaald. Dat is ook hoe ze er in de ploeg over denken. Dit is mijn eerste grote ronde. Het is gevaarlijk om dan al aan grote eisen te moeten voldoen. Misschien kan ik er af en toe een ritje uitkiezen, mezelf testen. En voor de rest moet ik zoveel mogelijk ervaring opdoen.”
We kennen jouw kwaliteiten als klimmer. Heb je in het roadbook al gezien welke ritten kansen bieden voor jou?
“Neen. Voor mij is het heel moeilijk voorspellen waar ik goed zal zijn. Ik zal tijd nodig hebben om in mijn ritme te komen. Als de benen goed zijn zal ik zeker iets proberen. Maar pin me niet vast op een bepaalde rit.”
Het is van Tokio geleden dat je gekoerst hebt.
“Daarvoor was er alleen het Belgisch kampioenschap. Dat was ook een maand zonder koers.”
Hoe heb je de Spelen beleefd?
“Het was een fantastische ervaring. De Spelen zijn het grootste sportevenement ter wereld. We hebben daar als Belgen een fantastische prestatie geleverd met de zilveren medaille van Wout van Aert. We stonden met twee medaillekandidaten aan de start. Er was heel veel druk.”
En na Japan? Had je last van jetlag en was het aanpassen?
“Ik heb weinig last gehad van het uurverschil en de warmte. Misschien was ik de eerste dag wat moe, maar na twee dagen zat ik meteen in mijn ritme. Het is allemaal heel goed meegevallen.”
Het is nu ook erg warm in Burgos, waar de Ronde van Spanje start. Een voordeel voor jou?
“Ik kan veel beter tegen de warmte dan tegen regen en koude. Het zal een kwestie zijn van veel drinken en goed afkoelen. Ik voorspel weinig problemen.”
Je bent blijkbaar vernoemd naar de Spaanse wielrenner Melcior Mauri, die in 1991 de Ronde van Spanje won.
“Ik weet wie hij is. Maar als hij hier nu voor me stond, zou ik hem niet herkennen. Mauri is een renner van een andere generatie, zelfs van voor de generatie van mijn vader. Ik heb er weinig connectie mee.”
Jouw vader Wim Vansevenant reed één keer de Giro en vijf keer de Tour. Hij kwam drie keer met de rode lantaarn terug van de Tour. Wat is zijn goede raad voor jouw eerste grote ronde?
“Hij zegt dat ik me de eerste twee weken rustig moet houden. Omdat de derde week immens zwaar is en iedereen dan op zijn tandvlees zit. Hij vindt dat ik in het begin zoveel mogelijk krachten moet sparen om de derde week goed door te komen.”
Moeilijk, want jij bent een renner die met de krachten woekert.
“Zo is mijn manier van koersen. Als je jong bent moet je af en toe met je hoofd tegen de muur lopen om te beseffen hoe het werkt. Soms moet je risico nemen.”
Ben je al met je hoofd tegen de muur gelopen?
“Meestal kom ik wel op mijn pootjes terecht. In sommige wedstrijden zit er net iets meer in. Het gaat om kleine dingen, wat meer uit de wind rijden, dat soort dingen.”
Wat is jouw taak in de ploeg?
“Dat is nog niet besproken. In de ritten die voor Fabio Jakobsen belangrijk zijn, zal ik rond hem blijven en zoveel mogelijk helpen. In andere ritten krijg ik misschien een vrije rol.”
De ploeg was erg succesvol in de Tour. Proberen jullie dat te evenaren in de Vuelta?
“Het is moeilijk de Tour met de Vuelta te vergelijken. Het parcours en het deelnemersveld zijn anders. We gaan ons best doen om een paar ritjes mee te pakken. Het is wat Jakobsen betreft afwachten hoe de eerste week verloopt. Als je ziet hoeveel er gevallen is in de eerste week van de Tour… Misschien gebeurt hetzelfde wel in de Vuelta.”
Je bent nog een keer drie en een halve week weg. Hoe lastig is dat voor iemand zoals jij die ook heel graag thuis is?
“Ik zou zeggen: als ik drie en een halve week op stage moet is dat veel lastiger dan drie en een halve week koersen. In koers heb je weinig tijd om na te denken, je bent altijd in beweging, de dagen gaan snel voorbij. Ik zal het thuisfront zeker missen, het thuiskomen zal des te leuker zijn.”