NieuwsOlympische Spelen
Van Snick krijgt fysieke en mentale klap in Tokio: ‘Maar ik zie geen reden om te stoppen’
Het duurde lang voor judoka Charline Van Snick voor de pers verscheen. Ze werd eerst in een rolstoel naar de ziekenboeg gereden, mogelijk met een hersenschudding. De Britse Giles had haar nogal hard op de tatami gesmeten.
Het onderzoek wees gelukkig niets ernstigs uit. Vervolgens moest de Luikse naar de dopingcontrole.
Van Snick had het idee dat er meer inzat. De Canadese Guica en de Israëlische Cohen legde ze in een armklem. Haar kwartfinale tegen de Italiaanse Giuffrida, viceolympischkampioen in Rio, en haar herkansing tegen Giles domineerde Van Snick ook, maar ze kon het niet afmaken.
“Heel spijtig”, zei haar coach Cédric Taymans, “want een medaille was zeker haalbaar. Maar zo is het judo nu eenmaal: de beste wint niet altijd. Ze miste gewoon dat tikkeltje geluk.”
Van Snick: “Ik verloor twee matchen die ik duidelijk kon winnen. Ik voelde me goed, was geconcentreerd, zat in het ritme. Het is emotioneel niet makkelijk om te aanvaarden.”
Toch denkt Van Snick er op haar dertigste nog niet aan om de handdoek te gooien. Over drie jaar is het in Parijs te doen, waar ze al jaren woont. “Ik zie geen reden om te stoppen. Ik heb er nog zin in en blijf progressie maken. Het zijn mijn derde olympische spelen en ik haal het niveau van de wereldtop. Ik wil nog plezier en sterke emoties beleven op de tatami.”