InterviewWout van Aert
Van Aert: ‘Het is weer gelukt, en daar ben ik trots op’
Wout van Aert kon je deze avond aan de frituur betrappen, met een groot pak met ‘alles erop en eraan’. Want een vijfde titel als Belgisch kampioen veldrijden moet op passende wijze worden gevierd. Maandag vliegt hij naar Spanje, dinsdag begint de eerste voorbereiding op het wegseizoen.
Misschien dat Eli Iserbyt - opgever in Middelkerke - in Fayetteville wereldkampioen wordt. Misschien dat we dan nog een spannende strijd krijgen met de Brit Tom Pidcock. Wout van Aert, freewheelend naar de Belgische titel, zal het in elk geval niet worden.
Het verhaal is bekend. Van Aert neemt niet deel aan het WK veldrijden, waar de weg naar een vierde titel open ligt. Zijn afwezigheid heeft alles te maken met zijn voorbereiding op een nieuw seizoen op de weg. Want dit voorjaar moet het gaan gebeuren: winst in de Ronde van Vlaanderen en/of Parijs-Roubaix.
Het is niet dat een vlucht naar de VS, een jetlag eind januari, die plannen zou doorkruisen. Het gaat om de voorbereiding die voor Van Aert morgen in Spanje begint en waar de klemtoon voortaan op lange trainingen en het maken van vele honderden kilometers gaat liggen. Beter dan korte, intensieve inspanningen die hem in het veldrijden op een andere planeet hebben getild.
Drie, vier weken extra trainen op de weg zullen dan misschien het verschil maken tussen de eerste en de tweede plaats, wanneer Van Aert in de Ronde van Vlaanderen nog een keer voor winst of verlies moet sprinten, zoals die keer in oktober 2020 tegen Mathieu van der Poel. Dat is toch hoe Wout van Aert zijn keuze om het WK te skippen heeft uitgelegd.
Over drie maanden zal blijken of hij al dan niet gelijk heeft gehad. Zeker is dat de lat voor dit komende wegseizoen nog een beetje hoger is gelegd. En ze lag al erg hoog.
Iedereen verwachtte een walkover, dat is het ook geworden.
“Dit was het scenario waarvan ik hoopte dat het zou lukken. Ik nam een erg goede start, ik was geconcentreerd in de eerste bocht met die helling meteen daarna. Als ik daar slecht zou doorkomen, zou ik meteen veel tijd verliezen. In de tweede ronde maakte Toon Aerts een foutje en kon ik een kloof slaan. Ik moest op niemand meer wachten. Daarna was het een kwestie van foutloos blijven en mijn koers zo goed mogelijk indelen. Het was gas geven, zonder risico’s te nemen. Tot twee ronden voor het einde lukte het goed. Dan ben ik voorzichtiger geworden. Het zou stom zijn om de ketting eraf te rijden omdat ik te bruut ben geweest.”
Wat betekent het dat je voor de vijfde keer Belgisch kampioen wordt?
“Veel. Het is niet dat het een grote toevoeging is aan mijn palmares, maar het is elk jaar een doel om die trui te behouden. Dat is weer gelukt en daar ben ik enorm trots op.”
Was het jouw makkelijkste titel?
“Makkelijk is het nooit. Ik zou mijn tegenstanders oneer aan doen. Ik had een mooie voorsprong, dat wil niet zeggen dat ik niet heb afgezien. Het wordt een lange koers wanneer je zoals ik de hele tijd alleen op kop rijdt. Het wordt natuurlijk moeilijker als je meer onder druk staat. Wat dat betreft heb ik andere kampioenschappen afgewerkt.”
Van de tien crossen die je hebt gereden, won je er negen. Vind je dat nu jammer dat je geen tien op tien haalde, of had je hier op voorhand voor willen tekenen?
“Beide. Zonder te willen klagen, is het jammer dat ik vorige week in Hulst pech had. Ik had graag meer strijd geleverd daar. Hulst was ook zonder pech wellicht de moeilijkste cross om te winnen. Alle crossen winnen, dat was cool geweest. Ik dacht niet dat dat kon lukken.”
Hoe vergelijk je deze campagne met vorige crosswinters?
“Het was kort, maar intens. Heel leuk ook. Ik heb me geamuseerd. Verder vind ik vergelijken moeilijk. Tien crossen rijden is niet te vergelijken met een winter waarin ik dertig of veertig crossen rijd. Dan is veldrijden een hoofddoel en is de beleving helemaal anders. Sinds de focus bij mij meer op de weg ligt, is dit mijn beste campagne ooit.”
Maandag reis je naar Spanje, dinsdag begint de voorbereiding op het wegseizoen.
“Het werk gaat gewoon door. Ik zal zondagavond toch een beetje hebben gevierd, met een pak frieten en alles erop en eraan. Het is van november vorig jaar geleden dat ik nog frieten at. Voor een Belg is dat toch heel lang, niet?”
Hoe passen deze vijf weken cross nu in jouw voorbereiding op het wegseizoen?
“Veldrijden is de beste weerstandstraining die je kunt hebben. Het is altijd een gevecht om het tempo hoog te houden en om je na elke bocht weer op gang te trekken. Dat kun je op training moeilijk simuleren.
“Straks ga ik weer trainen met mijn ploegmaats die al ver staan in hun voorbereiding op het wegseizoen. In vergelijking met hen zal ik meer duurtrainingen inlassen, dat heb ik de voorbije weken gemist. Mijn ploegmaats hebben hun uren al gemaakt, zij gaan nu al intensiever trainen. Om het specifiek te maken: mijn drempel zit al goed na een veldritwinter. Nu moet ik zorgen dat ik ook na vijf of zes uren koers nog dat grote vermogen heb, dat ik in het veldrijden heb opgebouwd. Anderzijds is het van de vorige stage in december geleden dat ik echt lange trainingen heb gedaan. Het kan heel goed zijn dat, als ik straks met mijn ploegmaats in Spanje vijf of zes uur ga fietsen, ik degene ben bij wie de kaars het eerst uit gaat.”
Ga je dan alleen trainen?
“Ik hoop dat de ploegmaats boven wachten (lacht).”