Uijtdebroeks klimt in zijn eigen ritme naar de wielertop: ‘Graag haal ik de top tien in Catalonië’

Cian Uijtdebroeks finishte dinsdag als tiende op Vallter 2000 en woensdag op la Molina deed hij nog beter (achtste). In de stand is hij na vier etappes negende in de Ronde van Catalonië. Zijn achterstand op Remco Evenepoel en Primoz Roglic bedraagt minder dan een minuut.

Het is de eerste WorldTour-rittenkoers van Uijtdebroeks, een Belgische tweedejaarsprof in de Duitse ploeg Bora-Hansgrohe. Hij is net twintig geworden en een van die wilde talenten die België tegenwoordig rijk is. Maar zo hard hij bergop rijdt, zo geleidelijk wil hij naar de top van het wielrennen klimmen.

Vorig jaar werd hij achtste in de Ronde van Noorwegen en eindwinnaar in de Ronde van de Toekomst. “Dat is zo’n beetje de Tour de France voor jonge renners”, vertelt Uijtdebroeks. “Ik viel heel vroeg aan op de Col de la Madeleine. Dat was een risico. Maar liever ga ik de uitdaging aan en faal ik dan dat ik wacht tot de laatste kilometer en in een sprint vijf seconden pak.”

Hindley helpen

Zeven maanden later rijdt Uitdebroeks een van de zwaarste rittenkoersen van een week. Roglic en Evenepoel zijn voorlopig nog een maatje te groot. “Ik zat in de zomer in de zetel te kijken naar Pogacar en Vingegaard, die elkaar aanvielen in de Tour. Hier zijn het Evenepoel en Roglic. Het is alsof ik half aan het koersen ben en half tv zit te kijken.”

Uijtdebroeks en de Australiër Jai Hindley zijn de twee klimmers in de Bora-ploeg. Hindley is de Giro-winnaar van vorig jaar en staat in het klassement voorlopig op plek zeven. Uijtdebroeks: “Er is een hiërarchie in de ploeg. Als Hindley niet voor de eindzege gaat, mag ik aan mezelf denken. Ik zou graag in de top tien eindigen. Ik heb al getoond dat ik er niet zomaar word afgereden.”

Komende maand rijdt Uijtdebroeks de Tour of the Alps. Daarna volgen de Ronde van Zwitserland en de Sibiu Tour in Roemenië. Eind augustus start hij in de Vuelta, die vorig jaar werd gewonnen door Evenepoel. De vergelijking met de wereldkampioen is al gemaakt. Uijtdebroeks bedankt er liever voor. “Het brengt misschien meer media-aandacht, maar het voegt niets toe aan mijn geluk. Ik laat me niet opjagen. Ik waak erover dat ik niet te snel opbrand. Dat zou een grote fout zijn.

“Ik weet dat ik een ronderenner ben. Geen idee hoever ik daarmee geraak in de Giro of de Tour. De lijn tussen de top en wie daar net onder zit is heel dun. Ik heb wel de bevestiging gekregen dat het hooggebergte mijn terrein is en dat ik daar ook heel graag koers. Al is het maar voor het uitzicht. Een col oprijden en koeien met grote bellen om hun nek langs de kant zien geeft me kriebels.”