Hemelpostaan Pelé
‘U weet dat niet, maar ik heb u één keer live mogen bewonderen’: brief aan voetballegende Pelé
In Hemelpost zeggen we vaarwel aan hen die in 2022 zijn komen te gaan. Sportjournalist Frank Van Laeken schrijft een brief aan voetballegende Pelé die overleed op 29 december. Hij werd 82 jaar.
Waarde Edson,
U hebt ze allemaal gedribbeld, de makers van jaaroverzichten. Hadden ze maar niet zo vroeg moeten zijn met hun ‘Dit was 2022’. Met een laatste, niet meer zo flukse, heupbeweging stuurde u de professionele terugblikkers de verkeerde kant op, zoals u dat heel uw voetbalcarrière had gedaan met verdedigers.
Slimme eindredacteuren hadden de juiste ingeving door uw obit al te laten schrijven toen u eind november, in volle wereldbekergekte, met een ontsteking aan de luchtwegen naar het ziekenhuis moest. Niet zomaar een hospitaal ergens te lande, maar het Albert Einsteinziekenhuis in São Paulo. Volgens de legende wilde uw vader u naar Edison vernoemen, die andere slimste mens ter wereld, maar hij vergat een letter. En zo werd u Edson Arantes do Nascimento. Pelé, voor de vele voetbalvrienden. U speelde Franse, Zweedse, Uruguayaanse en Italiaanse tegenstanders op een hoopje, maar darmkanker was te sterk.
U weet dat niet, maar ik heb u één keer live mogen bewonderen. Het was 16 september 1976 en u was volop bezig aan uw tweede afscheidstournee, in het shirt van de New York Cosmos. Die namiddag ging u signeren in de Grand Bazar in Schoten. (Onder ons, Edson, we zien het Neymar, Messi of Mbappé niet doen!) ’s Avonds speelde u op de Bosuil voor 25.000 van voetbalvreugde kirrende toeschouwers. Antwerp won met 3-1, onder meer dankzij een assist van Louis van Gaal. Het enige moment dat ik me herinner, was toen u voorover leunde om een bal met uw rechterhiel achteloos tot bij een ploegmaat te deviëren. Zomaar.
Mijn grootvader langs moeders kant heeft u nog in dat andere Antwerpse stadion zien schitteren, op het Kiel. U won er met uw team, Santos, met 1-10 en scoorde maar liefst zes keer, maar mijn bompa had het vooral over dat ene tegendoelpunt, een omhaal van zijn idool Rik Coppens. Ik heb de beelden een paar dagen geleden nog eens bekeken. De toeschouwers kropen in de lichtmasten, op reclamepanelen en in de bomen rond het stadion, zaten ook op gewone stoeltjes op de sintelbaan, om toch maar een glimp van de Braziliaanse magie te kunnen opvangen. Geef toe, Edson, dat jullie toen wandelvoetbal speelden. Ti. Pauze. Ki. Pauze. Ta. Pauze. Ka.
Als ik aan u denk, zie ik zo weer de beelden van de Mundial 1970 in Mexico opdoemen. Het mooiste landenelftal ooit dat het mooiste voetbal ooit speelde. Ik kan zo nog de namen opdreunen. Felix. Carlos Alberto. Brito. Wilson Piazza. Everaldo. Clodoaldo. Gérson. Jairzinho. Tostao. Rivelino. En u natuurlijk, spits, spelmaker en dribbelaar in één volmaakt totaalpakket. O rei do futebol.
U scoorde en liet scoren op dat WK, en toch herinner ik me vooral twee missers. Tegen Tsjecho-Slowakije trapte u vanaf de eigen helft een verre lob. De bal zeilde een half metertje naast. In de halve finale tegen Uruguay werd u in de toegevoegde tijd alleen voor doel afgezonderd. Iedere andere sterveling op noppen zou met links de bal voorbij de doelman hebben proberen te deponeren. U niet. U deed een overstapje. Keeper het bos in. Daarna trapte u de bal kruiselings voorbij een aanstormende verdediger. Tergend traag rolde die... naast. Geniale misser. Veel mooier dan wanneer het paal-binnen zou zijn geweest. Deze actie had iets diepmenselijks, alsof u wilde aangeven dat u niet perfect was.
U was niet perfect als Edson, dat weet u. U was bijna perfect als Pelé.
Uw bewonderaar op afstand.