ColumnHans Vandeweghe
‘Topsport discrimineert, elimineert, selecteert, doet soms pijn, is soms zelfs ongezond, maar geeft ook heel veel terug’
Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.
De prijs van de winnaar is een driedelige docu die vanavond begint op Canvas, net voor Extra Time. De trailer gaf mij een ongemakkelijk gevoel. De prijs van de winnaar gaat duidelijk niet over wat topsporters met hun prestaties verdienen. Niet dat ze van een driekamerflat naar een vrijstaande woning kunnen verhuizen. Evenmin dat ze zich in plaats van Ikea ineens Linea kunnen permitteren. De docuserie gaat over wat zo mooi heet ‘de keerzijde van de medaille’. En die hoort dan lelijk te zijn of althans minder mooi dan de voorzijde.
Trouwe lezers van deze kolommen zullen niet opschrikken - de anderen moeten nu hun ogen afwenden - als ik hier herhaal dat ik het een beetje heb gehad met dat achterafgeklaag van al of niet vermeende topsporters en alle miserie die de sport en de entourage in die sport hen heeft aangedaan.
Bon, toegegeven, dat laatste is een al te grove veralgemening. Laten we hopen dat De prijs van de winnaar iets meer nuance aanbrengt en dat de trailer vooral bedoeld was om het programma onder de aandacht brengen. Ik heb ook nogal vertrouwen in Ann Simons die aan de docu heeft meegewerkt. Ann was keihard voor zichzelf en heeft als topsporter zo’n beetje alles meegemaakt wat in de topsport fout kan gaan: eetstoornissen, blessures, verbale agressie, fysieke agressie, noem maar op. Ze is daar behoorlijk ok uitgeraakt.
Neen, ik ben niet blind voor wat fout kan gaan in de sport. Ik heb zelf lang genoeg op een niveau gespeeld waar winnen voor sommige van mijn ploegmaats hun inkomen en hun goed- of slechtbevinden voor een hele week bepaalde. Zelf had ik daar minder last van. Eén mindere nacht na een slechte wedstrijd en dat was het.
Schelden op wie zijn taak vergat, de tegenstander kleineren, de scheidsrechter met zijn dikke buik schofferen, een deel daarvan heb ik eerst zelf ondergaan en uiteindelijk heb ik mij daar ook zelf aan bezondigd als agressor. De vraag is nu - en neen, het is geen trauma - of ik een soort kindermisbruiker was die zelf ooit is misbruikt, dan wel gewoon te fanatiek in het spelletje (volleybal in mijn geval) opging.
Kort nadat ik was gestopt, werd ik perschef van het Belgian Olympic Team. Wij hadden toen Heidi Rakels in de selectie van Barcelona. Die vocht in de toenmalige klasse tot 72 kilogram, maar daar koos de bondscoach voor het grote talent Ulla Werbrouck en dus moest Heidi Rakels, die al moest afvallen om de 72 te halen, nog meer afvallen om onder die 66 te geraken. Daar zijn mijn ogen deels open gegaan.
Zo fel vermageren tegen alle adviezen van trainers en artsen in, was er ver over. Iemand had haar toen moeten stoppen. Niet zeker of dat vandaag niet opnieuw zou kunnen. Gelukkig is het helemaal goed gekomen met Heidi, burgerlijk ingenieur, IT-Woman of the Year en nu al aan het rentenieren.
Ze zit niet in de serie, maar is daar ongetwijfeld voor gevraagd, dat kan niet anders. Ze heeft dit achter zich gelaten, althans dat hoop ik. Wie er wel in zit, is Frank Boeckx, ex-doelman, en met diens optreden heb ik bij voorbaat al iets meer moeite. Hij zal getuigen over boulimia nervosa. Met andere woorden: compulsief eetgedrag ten gevolge van stress en in zijn geval te veel eten. Dat was er voor ons media ook altijd aan te zien, die keren dat hij in het doel mocht staan: Boeckx was gewoon niet fit, te dik met andere woorden.
Als het de bedoeling is van de serie om in deel twee aan te geven dat wij als media een sporter niet meer mogen wijzen op een gebrek aan fitheid ten gevolge van een te hoog vetpercentage (zie Eden Hazard, Kim Clijsters), omdat de sporters daar stress van krijgen, dan geef ik niet thuis. Een aangepast gewicht en fysiek hoort bij topsport. Als het de bedoeling van de docuserie om aan te geven dat het ok is als sporter om grenzen te stellen, dat het niet ok is om in een eetstoornis te vervallen, ook niet dat de trainer je continu uitscheldt of kleineert, of - nog erger - aan je zit, dan is ze erg op haar plaats.
Wat daar wel moet bij worden vermeld is dat topsport bij uitstek niét inclusief is, niet voor iedereen is weggelegd. Topsport is tot het gaatje gaan, de grens opzoeken en verleggen en dat vereist juist onbalans, maar dan wel goed georkestreerd en begeleid. Wie daar niet tegen is bestand, is niet geschikt voor topsport. Topsport discrimineert, elimineert, selecteert, doet soms pijn, is soms ongezond - doe aan topsport, anders blijf je gezond - maar geeft ook heel veel terug. De voorzijde van de medaille is vaak mooier dan de keerzijde. Topsporters die hun tijd als topsporter vervloeken, zijn op één hand te tellen.