InterviewLaurent Depoitre
Topschutter Laurent Depoitre: ‘Kritiek? Ik ben oud genoeg om daar boven te staan’
Voor wat, hoort wat. AA Gent trakteerde kersvers clubtopschutter Laurent Depoitre (33) gisteren op taart. Wij trakteerden hem op een interview. ‘Onze ploeg te weinig drive? Dat denk ik niet.’
Met zijn petit déjeuner - een potje fruit en een boterham - stapt Laurent Depoitre de interviewzaal op het oefencomplex binnen. “Sorry als ik af een toe een hapje neem”, knipoogt hij. Op krachten komen vooraleer Hein Vanhaezebrouck er op training weer de pees op legt. Depoitre is opgewekt, en dat mag niet verbazen. Clubtopschutter van ‘zijn’ AA Gent - klinkt goed, toch? Met zijn 64ste goal tegen Seraing passeerde hij Eric Viscaal in de ranking die sinds 1980 officieel wordt bijgehouden. “Dat doelpunt geeft de club zuurstof. Het was een bevrijding, gezien onze situatie.”
Over jullie situatie straks meer. Maar eerst: mogen we je nu een AA Gent-legende noemen?
Depoitre: “Dat is een groot woord, hé. Dat durf ik niet van mezelf zeggen. Ik ben wel trots dat ik deel uitmaak van de clubgeschiedenis. Ik werd hier kampioen, overwinterde in de Champions League en nu dit... Het is een hele eer.”
Heeft de club je al in de bloemetjes gezet?
“Nog niet. Ik verwacht niets speciaal.”
(perschef Tom Vandenbulcke komt tussen) “Wie weet komt er nog iets, Laurent (enkele uren later werd Depoitre gevierd met taart, AB).”
Misschien kan de club, zoals bij andere clubiconen, ook een bar in het stadion naar jou vernoemen?
(lacht) “Dat zou mooi zijn.”
Wat is je meest memorabele goal voor AA Gent?
“Die in de Champions League tegen Zenit. Een kopbal op assist van Moses Simon. De sfeer was ongelooflijk, het stadion daverde. Dat was een topperiode.”
Wat is het verschil tussen het AA Gent van toen en dat van nu?
“Die ploeg bestond uit veel spelers die aan hun eerste periode bij een topclub bezig waren. Iedereen, ook de trainer, wilde zich bewijzen. Het klikte meteen. Volgens mij hadden we toen niet per se meer individuele kwaliteiten dan nu, maar de cohesie was uniek. Pas op: ook de huidige groep komt goed overeen, hoor.”
Maar de resultaten dit seizoen...
(pikt in) “We hadden meer verwacht. Het moet beter - dat is duidelijk. Maar catastrofaal is het ook niet. In Europa hebben we alle kaarten nog in handen. Winnen we tegen Shamrock en Molde, dan stoten we sowieso door. En zeggen dat de top vier in de competitie al weg is, is te gemakkelijk. Oké, het wordt niet evident. Maar wij kunnen terugknokken. Dat hebben we in het verleden al getoond.”
Verdient dit AA Gent wel een plaats in de top vier?
“Eerlijk? Op dit moment niet. Daarvoor presteren we te wisselvallig en hebben we nog niet genoeg getoond. Maar kwalitatief horen wij er bij. Niet vergeten dat we heel wat jongens missen met blessures, niet het minst Tarik Tissoudali. Daardoor is het moeilijk om stabiliteit te vinden. We hebben het beste AA Gent nog niet gezien. Als we een reeks neerzetten, kan het snel gaan.”
De voorzitter sprak na de blamage tegen Djurgårdens over een gebrek aan drive in de ploeg. Heeft hij gelijk?
“Dat denk ik niet. De mentaliteit zit goed. We willen winnen. We strijden. Als het even minder gaat, missen wij wel een echte leider in de spelersgroep. Iemand die op tafel klopt en de groep wakker schudt.”
Is dat niet aan jou als gevestigde waarde?
“Dat ligt niet in mijn karakter. Ik geef mijn ervaring door en help graag. Maar ik ben niet de persoon die roept in de kleedkamer.”
Na je goal tegen Seraing zei de coach dat ‘men Depoitre niet mag afschrijven’. Ook jij hebt de voorbije maanden wat kritiek gekregen.
“Als het minder goed gaat, worden er bepaalde spelers altijd geviseerd. (haalt de schouders op) ‘Ze zijn te oud’, hoor je dan dikwijls. Tja. De ene week ben je te oud, de andere scoor je en gaat die kritiek weer liggen. Zo gaat het. Ik stoor me niet aan kritiek van buitenaf. Het laat me koud. Vaak zijn mensen die weinig van voetbal kennen de eersten om kritiek te geven. (knipoogt) Ik ben oud genoeg om daar boven te staan. Ik weet wat ik kan en wat ik aan de groep toevoeg. En ik voel me goed - dat is het belangrijkste. Veel meer kan ik er niet over zeggen.”
Maar de voorbije maanden heb je het ook wel moeilijk gehad om je beste niveau te halen.
“Mijn voorbereiding was niet ideaal door blessures. Nadien heb ik geen problemen meer gehad. Ik beschouw mijn eigen persoonlijk seizoen niet als ‘moeilijk’. Ik haal mijn niveau. Al kan het natuurlijk altijd beter.”
In een dubbelinterview begin dit seizoen zeiden Hugo Cuypers en jij dat het nog moeilijk inschatten was of jullie complementair zijn. Wat zeg je nu?
“Toegegeven, het loopt niet altijd even makkelijk. We hebben van nature iets te veel dezelfde looplijnen en kwaliteiten. (denkt na) Hoe moet ik dit uitleggen... Met Tissoudali voelde het meer naturel aan, omdat wij twee totaal verschillende spelers zijn en elkaar meer aanvulden. Voor alle duidelijkheid: Hugo en ik kunnen samenspelen. Alleen zijn we op dit moment nog niet echt complementair. Het is aanpassen. En dat vergt tijd.”