AchtergrondAustralian Open
Toeschouwers moeten afstand houden maar er is in ieder geval publiek bij de Australian Open
In Melbourne is publiek toegestaan bij het tennis. Hoe gaat dat? ‘Dát we hier mogen zijn is bijna een wonder, maar de sfeer is totaal anders dan wat we gewend zijn.’
De Australian Half Open is in de krant van Melbourne de nieuwe naam voor het eerste grote tennistoernooi van 2021. Het woordgrapje slaat op het aantal bezoekers van de Australian Open: dit jaar mag wegens de pandemiebestrijding maar de helft komen. “Maar je hoort mij niet klagen”, zei de Amerikaanse Venus Williams na haar gewonnen partij tegen de Belgische Kirsten Flipkens. “Iedereen op de tribune was er denk ik van onder de indruk bij een sportwedstrijd te zitten, net als ik was dat al die mensen er waren”, zei de 40-jarige Williams, die haar 21ste deelname aan de Australian Open beleeft.
Zo denken de bezoekers er ook over, blijkt uit wat Australische media uit hun mond optekenen na dag één van het toernooi: dát we hier mogen zijn is bijna een wonder. ‘Half Open’ is beter dan niks, maar de sfeer is totaal anders dan wat we gewend zijn.
Tijdens de eerste game van de eerste wedstrijd in het hoofdstadion, de Rod Laver Arena waarin bijna 15.000 doorgaans luidruchtige tennisfans kunnen, kwam de umpire met een verzoek aan een toeschouwer. Of meneer zijn telefoongesprek zou willen beëindigen, zodat Naomi Osaka kon gaan serveren. Iedereen kon met de man meeluisteren. Toen de nummer drie bij de vrouwen haar eerste setpunt verdiende, klapte één toeschouwer, één keer. De stilte in het stadion was bijna eng, zeiden ervaren Australian Open-gangers.
Gescheiden delen
Dat het tennispark in drie strikt gescheiden delen is gesplitst, draagt ook niet erg bij aan de gezelligheid, aldus een ervaren Nederlandse bezoeker. “En wat heel erg scheelt voor de sfeer: er zijn geen kinderen, want die hebben nu geen vakantie, andere jaren wel.” Hij schatte dat de helft van de 30.000 bezoekers die mogen komen, er waren. “Maar misschien wordt dat meer als op tv te zien is dat er echt mensen op de tribune zitten.”
De toeschouwers die komen, moeten zich onderwerpen aan een bescheiden aantal regels. Voor eventueel contactonderzoek dienen ze hun gegevens af te geven bij de ingang door een QR-code te scannen. Alleen als ze in de openlucht zitten of als het stadiondak open is, hoeven ze geen mondkapje te dragen. Aanmoedigen en schreeuwen mag, want dat hoort bij de Australian Open. Maar het voelt dit jaar wat ongemakkelijk: als je niet oppast ben je de enige.
Reikhalzend en op de tenen op een van de buitenbanen kijken naar een tenniswedstrijd van een Australische belofte hoeft dit jaar niet, want er is plaats genoeg op de tribune. Bij de wedstrijd van Australiër John Millman, die hij na bijna vier uur verloor van de Fransman Corentin Moutet, deden zijn landgenoten zelfs twee keer een anderhalvemeterwave.
Afstand houden is voor niemand een probleem. De rij voor het bier ontbreekt en op de tribune is er alle ruimte om ver uit elkaar te zitten. Vandaar de andere grappig bedoelde naam voor het toernooi: de Australian Wide Open.