InterviewThomas De Gendt
Thomas De Gendt: ‘We zijn niet zo slecht bezig. Maar je moet het willen zien’
Zijn 22ste grote ronde. Zijn grote doel van het seizoen. En toch een klein hartje. Door ziekte kwam Thomas De Gendt (35) met twijfels aan de start van deze Giro.
De Giro haalt vaak het beste in hem naar boven, en op het eerste gezicht lijkt hij er klaar voor. Het interview is digitaal, maar zelfs door het computerscherm oogt Thomas De Gendt scherp. Hij wrijft over zijn T-shirt. “Mager, hé. Mijn diëtiste dacht dat het door haar kwam, maar ik heb ze moeten teleurstellen. (lacht) In de Ronde van Turkije (half april, BA) ben ik in twee dagen twee kilo kwijtgespeeld.”
Wat is daar gebeurd?
“Iets verkeerds gegeten, denk ik. Gefrituurde vis die wat sponsachtig aanvoelde. Wel lekker, maar de dag nadien was ik geen mens. Het was een bergrit waarin ik me wilde testen, maar onderweg ben ik twee keer moeten stoppen om over te geven. Mijn ontbijt is er integraal uitgekomen. Niks verteerd, de spaghetti hing nog in slierten aaneen. De rit erna was ook een lijdensweg, ik had geen kracht, maar ik voelde me niet meer ziek. Maar het kwaad was geschied. Twee dagen niet kunnen eten en drinken, dat eist zijn tol. Ik heb in Turkije geen conditie kunnen opbouwen zoals de bedoeling was.”
En je zat al met achterstand, juist?
(knikt) “In de Ronde van Catalonië (tweede helft maart, BA) heb ik bronchitis gehad. Ik kreeg bijna geen lucht meer als ik diep ging. Het had geen zin om verder te rijden. Na wat met Colbrelli gebeurd is (hartproblemen na corona, BA), had ik ook wat schrik.”
In welke conditie ben je gearriveerd in Boedapest?
“Moeilijk te zeggen. Ik ben niet op mijn best, dat is zeker. Het was puzzelen en behelpen. De eerste dagen hier gingen beter dan ik had gedacht. Maar de ritten in Hongarije waren ook niet lastig. De Etna was de eerste echte test. Ik heb een paar slechte momenten gehad, maar ben uiteindelijk wel goed geëindigd. Ik ben dus niet rotslecht, maar de conditie is niet goed genoeg om een rol van betekenis te spelen in een grote ronde.”
Moest je er dan wel aan beginnen?
“Ik ben geen kopman, dat scheelt. Ik ben hier om op kop te rijden voor Caleb Ewan. Zoals iedereen van de ploeg. Pas als Caleb zegt dat een etappe te zwaar is, kunnen wij aan iets anders denken. Hij heeft de meeste winstkansen, dus is het logisch dat de ploeg all in gaat voor hem.”
En in die rol kan je een meerwaarde zijn?
(stellig) “Ik ga heel nuttig zijn. Mijn werk is altijd nuttig.”
Je klinkt eigenlijk positief voor iemand die niet honderd procent is.
“Voor dit werk maakt het niet uit hoe goed ik ben. Zo lang ik 350 watt op kop kan blijven duwen, is het in orde. Demarreren is iets anders. Die hele hoge wattages, 10 minuten aan 450 watt of zo, worden heel moeilijk, maar dat heb je niet nodig om op kop te rijden. Mag zelfs niet, want dan wordt Caleb ook gelost.
“Ik wil er het beste van maken. Daarom ben ik ook nog drie dagen naar de Vogezen geweest. Om wat langer bergop te trainen en wat langere blokken te doen in de hoop dat dat iets teweegbrengt in de tweede en derde week. 100 procent zal niet meer lukken, maar als ik 95 procent ben, heb ik ook kans op een mooie uitslag.”
Voelen jullie druk na een voorjaar dat veel te mager was?
“Je moet wel verstaan dat de Vlaamse klassiekers de moeilijkste zijn van heel het jaar. Het zijn altijd dezelfde 20 die vooraan eindigen en als je geen van die 20 hebt, heb je pech. De enige die er een beetje goed uitkwam, was Victor (Campenaerts). Al de rest is tegen de grond gegaan. Florian, Brent, Frederik (Vermeersch, Van Moer, Frison): ze zijn allemaal gevallen. Het uitvallen van Ewan vlak voor Milaan-Sanremo was de doodsteek. Hij ging ook Brugge-De Panne en Gent-Wevelgem rijden. Wordt hij niet ziek, dan is hij er drie keer dicht bij, zeker weten, en dan heb je een ander verhaal. Maar we gaan ons niet wegsteken achter blessures. We hebben niet goed genoeg gepresteerd.”
Geloof je nog in de redding en de WorldTour-licentie?
“We zitten nog maar op een derde van het seizoen. Er kan nog zo veel gebeuren.”
Is er voor Lotto-Soudal geen cruciale periode voorbij waarin jullie veel punten konden pakken, terwijl voor concurrenten als Movistar en Israël de belangrijke wedstrijden er nu pas aankomen?
“Het gaat heel moeilijk zijn, dat ga ik niet wegsteken. Maar we hebben nu al meer gewonnen dan vorig jaar in een heel seizoen. Dus we zijn niet zo slecht bezig. Maar je moet het willen zien. De media bij ons kijken alleen naar de Vlaamse koersen. Als je daar niet goed presteert, krijg je een dikke nul. Terwijl we toch al dertien overwinningen hebben en een manneke van 19 jaar er al drie heeft gewonnen (Arnaud De Lie). Dat wordt lichtjes vergeten. En dat is niet normaal. Als dat Remco Evenepoel was geweest, stonden de voorpagina’s tien keer vol.”
De Lie krijgt toch ook aandacht? Het Laatste Nieuws is hem al gaan bezoeken op de boerderij in de Ardennen voor een reportage.
“Jaja.”
Niet goed genoeg?
“Ik vind dat zijn overwinningen redelijk snel gepasseerd zijn. Bij Wout van Aert en Remco Evenepoel komt er al een artikel als ze een rit van 200 kilometer op Strava zetten. Je mag focussen op de klassiekers van mij, maar je moet je oogkleppen af en toe een keer afzetten.”
Met een vleugje humor gezegd: jij bent dit voorjaar alleen in beeld geweest dankzij je deelname aan De mol.
“Ik besef dat. Maar als je ziek wordt... Bovendien rijd ik een soort B-programma: de Saudi Tour, Turkije, Catalonië, dat komt bij ons niet op tv. Zo zie je maar dat De mol toch belangrijk is om een beetje in de picture te komen.”
Maar ook daar heb je verloren.
(lacht) “Je weet toch hoe dat spel in mekaar zit?”
Moest je verliezen?
“Ik mag niets zeggen. Neen, het is natuurlijk wel de bedoeling dat het spannend wordt. De kandidaten hadden vooraf allemaal een fietsproef gedaan en op basis daarvan heeft Peter Hespel (inspanningsfysioloog, BA) de tijdsverschillen bepaald voor de klim. Dat was wat pessimistisch. Zo’n fietstest op de rollen is niet hetzelfde als een koers waar er adrenaline bij komt en waar er geld op het spel staat. De deelnemers zijn allemaal boven zichzelf uitgestegen. Ik heb ook rapper gereden dan ik moest, maar ik heb toch niemand kunnen inhalen.”
Hopelijk lukt dat de komende weken wel. Veel succes en bedankt voor het interview.
“Graag gedaan. Ik heb er zeker veel goesting in.”