NieuwsAtletiek
Thiam tankt vertrouwen in Luik: ‘Trots op de voorbereiding die ik heb afgewerkt’
Nog één keer wilde Nafi Thiam zich testen voor de Spelen. In Luik spurtte ze gisteren naar 13.64 op de 100 meter horden.
Het was de juiste beslissing om de internationale meeting van Luik achter gesloten deuren te houden. De belangen waren onbestaande – de olympische rankings voor Tokio zijn al afgesloten – en de prestaties onderkoeld. Rani Rosius sprintte naar 11.62 op de 100 meter, drie tienden boven haar pr (11.33). Polsstokspringer Ben Broeders ging over 5,55 meter (pr 5,80) en hoogspringer Thomas Carmoy over 2,20 meter (pr 2,27).
De enige reden om naar Naimette te rijden, lag in de verschijning van Thiam. Voor de Spelen van Tokio wilde zij nog één keer de 100 meter horden repeteren. “Ik woon op vijftien minuten van hier. Ik heb niet geaarzeld om te komen, ook al regende het daarnet pijpenstelen.”
De olympische kampioene was uitgelaten na haar race. Ze finishte ze in 13.64, terwijl haar persoonlijk record uit 2017 op 13.34 staat en ze dit seizoen ook al twee keer sneller was (13.57 op 12 juni in Leiden, 13.68 op 24 mei in Tilburg). “Mijn tijd mag misschien niet de beste zijn maar ik voelde me echt goed,” zei Thiam. “Mijn start was goed, het eerste deel van mijn race was goed. Ik bleef zelfs naast Anne Zagré (nationaal recordhoudster op de 100 meter horden met 12.71, VH). Ik was zo enthousiast dat ik de pedalen een beetje verloor. Ik begon te forceren. Mijn lange benen straffen me dan af. Ik kwam te dicht op de horden uit en moest op het einde inhouden. Dat is me nog al overkomen. Maar mentaal deed dit deugd. Ik kan nu met een goed gevoel de trainingen hernemen en alles finetunen.”
Geen tape meer
Positief was ook dat er geen tape meer rond de linkerknie van Thiam zat; de pijn die haar zondag op het BK hinderde was weg. “Dat heeft me echt bevrijd. Het was echt geen makkelijk jaar en ik ben trots op de voorbereiding die ik heb afgewerkt. Ik zag continu atleten met een of andere blessure uitvallen. Het is toch een permanente zorg om gezond te blijven. Ik wilde er tegelijk geen obsessie van maken, maar toch. Het was hout vasthouden dat mij niks zou overkomen, zeker nu de Spelen zo dichtbij zijn. Ik heb altijd goed opgelet en mezelf goed verzorgd.”
Op naar Tokio dus. “Ik heb er alle vertrouwen in. Met alle competities die ik heb afgewerkt, voel ik me sterker en sneller dan ooit tevoren.”