Voetbal
Thanks, De Bruyne: assist en penaltygoal van Rode Duivel bezorgen City gevleide zege tegen Madrid
Manchester City staat met anderhalf been in de kwartfinale. Zonder extreem goed te voetballen. Het volstond dat Kevin De Bruyne met een assist en een penaltydoelpunt een scheve situatie rechtzette. Real Madrid verdiende misschien beter.
Het dak is eraf gegaan van het Bernabéu-stadion. Letterlijk. Want veel opwinding óp het veld was er niet. Real Madrid kan dezer dagen niet eens winnen van Celta en Levante, Manchester City hinkt in de Premier League op meer dan twintig punten van Liverpool. De parabel van de Lamme en de Blinde in de Spaanse hoofdstad.
Zinédine Zidane stelde één speler op die van nature een doelpunt kan maken: Benzema. Voor het overige filosofen (Isco, Modric), ongeleide projectielen (Vinicius), en loopwonders (Casemiro, Valverde). Hoe Real Madrid een doelpunt zou maken, mocht Zizou weten.
Pep Guardiola voelde het op zijn beurt kriebelen en liet Agüero op de bank voor 'valse 9' Bernardo Silva. Voetbal was schaken. Pionnetje hier, paard daar, toren ginder. De tempobeulen van Bayern München en Liverpool moeten zich in hun zetel thuis hebben afgevraagd wat dit allemaal voorstelde.
‘Gij zult geen balverlies lijden’
Beide ploegen waren het vooraf eens over de sleutel van deze wedstrijd – wie zou de bal hebben? Geen van de twee kan immers goed de counter verdedigen. Misschien dat het balbezit nóg belangrijker was voor Real. Zij speelden thuis. Modric en Isco kweten zich voortreffelijk van hun taak. ‘Gij zult geen balverlies lijden.’ Maar tot kansen kwam ‘De Koninklijke’ niet. Eén voorzet van Mendy, kopstoot Benzema, en uitstekende save van Ederson. Vinicius trapte halvelings naast de rebound.
City viel op met de trukendoos. Op uittrappen, bijvoorbeeld. Door de positiewissels voorin. Kevin De Bruyne toonde zo een paar keer zijn enorme voetbal-IQ. Maar het was ook schaarste bij de bezoekers: Courtois redde uitstekend op een poging van Jesus. That's it. Geeuw.
Zo rond het uur leek het of Real Madrid de controle over de wedstrijd verloor. Courtois diende te tonen waarom hij de beste doelman ter wereld is. Maar toén deed Manchester City – zoals zo vaak – zichzelf de das om. Met een opeenstapeling van individuele fouten. Otamendi, Rodri en Walker klungelden dat het een lieve lust was. Vinicius behield het overzicht van een volwassene, waarna Isco het leer langs Ederson schoof (1-0).
De toren had de Engelse koningin dan toch al beet. De Bruyne zwaaide met de armen. Kevin raakte gefrustreerd.
De koning van Madrid
Madrid kon weer ademhalen. Het goaltje had ze zuurstof gegeven. Modric en Isco namen het middenveld opnieuw in handen – conducteurs van de trein der traagheid in Bernabéu. Real duwde door – zonder Manchester City echt onder de voet te lopen, hoor –, en Ramos was dicht bij de tweede treffer. Guardiola diende in te grijpen. Rahim Sterling kwam.
Hoe was het met De Bruyne? Zeer goed. Maar hij predikte al die tijd alleen in de woestijn. Mahrez was bleek, Jesus deemsterde weg.
Maar in de slotfase kantelde de partij uit het niets weer naar de ándere kant. De assist van De Bruyne was majestueus, Jesus kon in de rug van Ramos de 1-1 maken.
Vijf minuten later greep De Bruyne vanop de stip de koning van Madrid (1-2) – na een lompe fout van Carvajal. Sergio Ramos kreeg nog rood.
Voor alle duidelijkheid: Manchester City heeft geen idee hoe het kwam winnen in Bernabéu – 80 minuten was hun opvoering matig. Enkel De Bruyne weet hoe hij orde in de chaos bracht.
Real Madrid implodeerde. Niet dat zoiets hoeft te verbazen. In Bernabéu sprak men gisteravond over een Belg. Kevin De Bruyne.