InterviewSteven Defour
Steven Defour: ‘Hoofdcoach worden? Weet nog niet of ik vrijheid wil opgeven’
‘Ik ben er nog niet uit of ik ooit hoofdcoach wil worden.’ Een gesprek over trainers en het trainerschap met Steven Defour (33), assistent bij KV Mechelen. ‘Ik kan genieten van Mourinho, maar soms denk ik: José, dit kan niet.’
Je hebt er een stageweek bij je ex-club Burnley opzitten. Hoe was het?
“Het voelde als thuiskomen. Driekwart van de mensen daar ken ik nog van mijn periode als speler. Ik mocht van de trainer, Sean Dyche, alles meevolgen. Ik zat in stafmeetings, nam deel aan de voorbereiding op de duels tegen Man United en Liverpool. ‘En Steven, wat denk jij ervan?’, vroegen ze. Ik heb er veel geleerd.”
Wat is dat op sociale media, Steven? Je moest maar één foto posten en de Burnley-fans werden gek.
(knikt) “Come back. Please stay, kreeg ik toegestuurd. Burnley was de beste periode uit mijn spelerscarrière. Zowel sportief als privé. De fans appreciëren me daar.
“Na mijn vertrek als speler ben ik altijd in contact gebleven met de coach. Ik stuurde Dyche regelmatig een berichtje voor een match. Good luck, gaffer. In juni vorig jaar, net voor ik bij KV Mechelen als assistent aan het seizoen begon, stelde hij voor om de voorbereiding mee te doen in Burnley en daarna te kijken wat mogelijk was. Dat lag echter moeilijk door de coronaristricties. Nu ik daar een stageweek achter de rug heb, wil Dyche ook naar hier komen. Een dagje meelopen bij KV Mechelen. Hij vraagt zich af hoe wij hier werken.”
KV Mechelen moest je wel een week missen. Was dat geen probleem?
“Ik heb in mijn contract laten opnemen dat ik zulke stages kan doen. Ik wil zien hoe het er op een ander aan toegaat. Dat is goed voor mezelf, maar ook voor KV Mechelen. In Porto zou ik binnenkort ook een stage kunnen volgen. Het is niet alleen mijn ex-club, maar Sérgio Conceição is er ook trainer. (knipoogt) Die ken ik nog.”
Hoe bevalt het assistent zijn?
“Het gaat goed. Ik doe van alles. Trainingen, videoanalyses, met jongens individueel werken en onze jeugd professionaliseren.”
Beloftenteams die in 1B en de amateurreeksen uitkomen. Ben jij daar een voorstander van?
“Wij, als KV Mechelen, moeten alleszins realistisch zijn. Onze beloftenploeg kan niks doen in 1B. Zelfs in eerste amateur zouden we slaag krijgen. Maar in het algemeen denk ik wel dat jongeren er beter van zullen worden. Het gáát om iets. Ze moeten presteren. Het zal niet langer zomaar een beloftenmatchke op maandagavond zijn. Een 18-jarige aanvaller gaat uitkomen tegen een 25-jarige verdediger, die de klappen van de zweep kent. Die jonge gasten zullen zich moeten aanpassen. Harder werken. En dan gaan ze stappen vooruitzetten.”
Zeg nu eens, word jij ooit hoofdcoach?
“Ik ben er nog niet uit.”
Vertel.
“Ik denk veel na over welke richting ik uit wil. Als ik ooit T1 wil worden, moet ik alles aan de kant schuiven. Dan is je vrijheid weg. ‘Wil ik dat wel?’, is de vraag die ik me nu stel. Kijk, op dit moment ben ik verschillende dingen aan het ontdekken. Analist zijn bij Play Sports, bijvoorbeeld. Ook de podcast 90 Minutes vind ik heel leuk om te doen. Als hoofdcoach focus je op één ploeg en geef je een groot deel van je sociaal leven op. Als ik zie hoeveel tijd Wouter Vrancken erin steekt... Ik heb nu als assistent nog wat speelruimte. Ik probeer zoveel mogelijk bij te leren en begin stilaan mijn eigen visie te ontwikkelen.”
Geef je visie eens.
(knipoogt) Ik ga niet alles prijsgeven in de krant, hé. Maar wat ik belangrijk vind, is dat je je als trainer aanpast aan de spelers. Je moet geen 4-3-3 willen doordrukken als je twee topspitsen hebt. Ik zou graag combinatievoetbal spelen, maar als je er de kern niet voor hebt... Burnley bijvoorbeeld kan dat niet. Dan is het geen schande om de lange bal te spelen. In het spel vind ik pressing en rust aan de bal belangrijke pijlers.”
Van welke trainers steek jij veel op?
(denkt na) “Ik kan genieten van Mourinho, maar soms denk ik: José, dit kan niet. Tactisch vooral, hoe hij zijn ploeg neerzet.”
Ik ga enkele trainers noemen, en jij mag zeggen wat je van hen vindt. Pep Guardiola.
“Absolute top. Zoals het totaalvoetbal uit Nederland overwaaide, zo heeft Guardiola het voetbal veranderd. Eerst bij Barcelona - het tikitaka, weet je wel. Dat trok hij door bij Bayern. Zijn eerste seizoen bij Man City verliep moeizaam. Dat hij in de Premier League niet zomaar iedereen kon wegspelen, zeiden ze. (lacht) Het jaar erop speelde City iedereen naar huis.”
Thomas Tuchel?
(denkt na) “Ik vind hem een goede trainer. Maar hij maakt nogal graag ruzie. Hoe hij Lukaku voor de camera publiekelijk aanpakte, dat zou ik nooit doen.”
Vincent Kompany?
“Als je bij Anderlecht vijf keer niet wint, is het normaal au revoir et merci. Het is goed dat de club Kompany meer tijd heeft gegeven. Aanvankelijk ging hij te driest te werk. Hij wilde alles te direct veranderen. Nu ziet Kompany ook dat het zo niet lukt. Ik heb het gevoel dat hij een goede mix heeft gevonden tussen zíjn voetbal brengen met deze ploeg én resultaten pakken.”
Roberto Martínez?
“Een uitstekend peoplemanager. Iemand die ook naar het brede plaatje kijkt, als technisch directeur. Hij is echt bezig met het Belgisch voetbal, hoor. Hij weet alles. Martínez was hier een tijd geleden voor het duel tegen Union. Over Storm was hij positief, maar ook over Shved bijvoorbeeld. ‘He is a special player, alleen niet constant genoeg.’”
Had hij - tot dusver - niet meer uit de Gouden Generatie kunnen halen?
“Meer? We hebben de halve finale van het WK verloren tegen Frankrijk. En op het EK verloren we van Italië, dat als team supersterk was. Dat kan gebeuren. Er zijn andere landen die minder bereiken, vergeleken met hun talent. Kijk naar Brazilië. Of Argentinië met Messi! Hoe lang hebben zij wel niet moeten wachten op een Copa América? Waar het voor deze generatie Duivels écht beter had gemoeten, was het EK 2016. Die kwartfinale tegen Wales. Dát was een gemiste kans.”
Vermaelen wordt assistent van Martínez. Er is Kompany, jij zoekt je weg. De Gouden Generatie Rode Duivels heeft de trainersmicrobe te pakken.
“De trainersopleiding in een verkort traject biedt perspectief. Veel Duivels gaan voor hun diploma, omdat dat in de toekomst deuren kan openen. Van Vermaelen was het snel duidelijk dat hij trainer zou worden. Hij maakte altijd veel en goede oefeningen. In welke Duivel er nog een coach schuilgaat? Goh, Dries Mertens stelde veel vragen tijdens de les. Maar eigenlijk is dat moeilijk om nu te zeggen. Uiteindelijk kan je pas tonen wat je in je mars hebt als je in een staf meedraait.”