NieuwsWielrennen
Sportgeschiedenis schrijven: het hogere doel van Jumbo-Visma
Winst in de Omloop, winst in Kuurne, in totaal met vier man op het podium, controle van start tot finish. De dominantie van Jumbo-Visma in het openingsweekend was verpletterend. ‘En straks komt Wout van Aert er nog bij.’
Patrick Lefevere spreekt over “dat geel” als hij het over Team Jumbo-Visma heeft. In zijn stem klinkt een mix van jaloezie, respect, bewondering en een beetje hartzeer. Twintig jaar lang was zijn ploeg de norm in het klassieke voorjaar, vandaag worden zijn renners weggeblazen door dat geel.
2023 lijkt nog straffer te worden dan 2022. Dylan van Baarle was outstanding in de Omloop, Tiesj Benoot was de beste in Kuurne-Brussel-Kuurne. Maar net zo goed had Christophe Laporte of Nathan Van Hooydonck gewonnen. Twee dagen lang was het al Jumbo-Visma wat de klok sloeg. “We zijn nog wel eens dominant geweest, maar dit heb ik zelden gezien”, zei ploegleider Arthur van Dongen in Kuurne.
Jumbo-Visma is dit voorjaar ingegaan met een missie. Het team gaat er prat op een echte ploeg te zijn. Renners worden onder meer geselecteerd op basis van hun karakter en hun bereidheid om zich op te offeren voor een ploegmaat. Dat leidt al een aantal jaar tot succes in de klassiekers en de Tour. Mooi verhaal, maar nu is het tijd voor een volgende dimensie. Van Dongen: “‘Samen winnen’ is onze slogan, maar intern hebben we er sinds deze winter een nieuwe: ‘Sportgeschiedenis schrijven’.”
Niet zomaar meer winnen dus, maar een erfenis nalaten voor de toekomst. Collectief winnen? Graag, maar liever nog imponerend, majestueus winnen. “Wij willen dat hier over twintig jaar nog over wordt gesproken”, zei Van Dongen. Dit weekend was een aanzet. De lat wordt bij Jumbo-Visma héél hoog gelegd. “Dat doen we altijd. Dat is niet om dikkenekkerig te zijn, we zijn dat aan onze stand verplicht.”
Voorlopig is het een groot succesverhaal en het beste moet nog komen. “Want dan komt Wout van Aert erbij”, aldus Eduardo Affini, een van die weinig bekende maar beresterke helpers in de ploeg. Van Dongen: “Maar de concurrentie wordt ook nog sterker. Jullie weten wie er dit weekend niet bij was.” Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Julian Alaphilippe. Je kunt geen geschiedenis schrijven zonder hen te kloppen.
Lefevere streng
In het verliezende kamp draaide Lefevere niet rond de pot. “Jumbo is nu de ploeg die wij een aantal jaar geleden waren. Ze domineren en dicteren de koers. Wij zijn duidelijk te licht.”
Vorig jaar was de Omloop ook niet goed, ook toen speelde zijn ploeg niet mee voor de prijzen. Lefevere reed ’s avonds naar het ploeghotel om zijn troepen toe te spreken. Resultaat: op zondag won Fabio Jakobsen in Kuurne. Dit jaar deed hij dat niet. “Je kunt niet elke keer hetzelfde doen. Dan heeft het geen effect meer.”
Het was misschien ook niet nodig. Yves Lampaert: “We zijn allemaal profs, we weten zelf ook wel dat dit niet goed was.”
Reden waarom Lefevere zich niet boos maakte: hij wilde zijn aangeslagen ploeg niet nog meer onder de grond stoppen. Hij was hard, maar rustig. “Als ze stom hadden gekoerst, dan had ik me boos gemaakt. Maar als je tekortkomt en daardoor achter de feiten aanrijdt, kun je niet veel zeggen.”
In pamperen had de grote baas van Soudal-QuickStep evenmin zin. Hij benoemde wat twee dagen fout ging. Op zaterdag: “Waar waren we? Lampaert is de hele week geciteerd in de pers, maar ik heb hem geen seconde gezien. Asgreen was weer ziek, hetzelfde verhaal als vorig jaar.”
Op zondag: “Waarom waren we niet mee toen Jumbo wegreed? Ballerini zat vooraan, maar zakte er gewoon door. Sénéchal was ook niet mee. En ‘Lampi’ zat achter een valpartij. Maar als je vooraan koerst, zit je nooit achter een valpartij.”
Niet flexibel
Dat de ploeg niet kon rekenen op Alaphilippe en Asgreen is een verzachtende omstandigheid. Maar er is meer aan de hand: Soudal-QuickStep lijkt niet over te lopen van zelfvertrouwen. Lefevere: “We hebben geen Wout van Aert, maar er zijn bij ons toch ook jongens die kunnen rijden zoals Tiesj Benoot en Nathan Van Hooydonck?”
Lefevere gelooft niet dat er fouten zijn gemaakt in de voorbereiding. “We zijn ook op hoogtestage geweest, maar niet op dezelfde hoogte precies. We hebben zelfs hoogtetenten gekocht om in Calpe in te slapen.”
Volgens hem is zijn ploeg niet flexibel genoeg om zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. “We hebben jarenlang als favorieten gekoerst. Nu zijn we de underdog en weten we niet hoe we dat moeten aanpakken. Guerrilla voeren zit niet in onze genen. We koersen nu te defensief, we zitten verspreid in de groep, we laten ons vangen bij valpartijen. We moeten dringend leren om dat beter te doen.”
Of hij een oplossing ziet? “Naar de mis gaan misschien. Gaan bidden. Ach, het is ook niet dat we moeten panikeren. We hebben al twaalf koersen gewonnen dit jaar. Maar degenen die nu door de mand vallen moeten toch een keer kleur bekennen, want er zijn er een aantal die einde contract zijn en straks zit ik aan de andere kant van de tafel.”
Tot slot kreeg de concurrentie nog een sneer. Lefevere begreep niet dat er niet meer samenwerking was in de achtervolging op de kopgroep. “Sénéchal moest bijna alleen achtervolgen. Cofidis zat daar met drie, Trek ook. Ik vraag me af waarom die hier komen koersen: om gewoon in de groep te zitten? Lotto had ook nog mannen. Die hebben in het begin gereden, maar toen Fabio Jakobsen vroeg om weer vol mee te rijden zei Arnaud De Lie dat hij zich niet 100 procent voelde. Maar hij klopt hem wel in de sprint.”