Dinsdag 30/05/2023

InterviewKim Meylemans

Skeletoni Kim Meylemans is klaar voor de eerste twee runs: ‘Mijn topsnelheid is 140 per uur. Dat klinkt gevaarlijker dan het is’

Kim Meylemans. Beeld DM
Kim Meylemans.Beeld DM

De vrouwelijke Bart Swings – de metafoor voor een Belgische kans op een olympische wintermedaille – heet Kim Meylemans en is een skeletoni. Een skeletoni doet aan skeleton en dat is simpelweg met een rotvaart van een bobbaan afrazen op een slee in een dun pakje, hoofd eerst. ‘Mijn top is 140 per uur. Dat klinkt gevaarlijker dan het is. Die isolatie in China was veel erger.’

Hans Vandeweghe

Kim Meylemans stond een goeie maand geleden nog stevig vijfde op de wereldranglijst tot ze tegenslag kende. Daardoor belandde ze op een andere lijst, een Chinese en een donkergrijze. Dat komt zo. Op de laatste dag van het jaar werd ze nog vierde op de wereldbeker in Sigulda in Letland maar werd een dag later ziek. Na drie negatieve zelftests volgende een vierde positieve test: corona. Op 11 januari testte ze voor een eerste keer weer negatief waarna een hele administratieve procedure moest worden opgestart om haar als herstelde covidmelaatse toch nog op de Olympische Spelen te krijgen.

Dat lukte, tot ze in Peking nog eens werd getest en wellicht restwaarden van de eerder besmetting werden opgepikt. De Chinese virushysterie was onverbiddelijk: isolatie. Op deze Spelen het equivalent van eenzame opsluiting. Ze wil er niet te veel meer over kwijt. “Het was een hel, omdat het onterecht was. Alle wetenschap werd hier genegeerd, maar ik mag daar niet meer aan denken. Ik hoop mijn woede om het onrecht dat mij is aangedaan om te zetten in positieve energie.”

In de nacht van donderdag 10 op vrijdag 11 komt ze voor het eerst in actie voor haar eerste twee runs, een dag later (bij ons zaterdagmiddag) volgen nog eens twee runs. De opgetelde tijden bepalen de uiteindelijke uitslag en medailleverdeling. Ondanks die tegenslag waardoor ze de twee laatste wereldbekercompetities in Winterberg en Sankt-Moritz miste, en die opsluiting in Peking, was het toch een blij weerzien met de Xiaohaituo-baan, de enige bobbaan ter wereld die een 360 graden bocht heeft.

Kim Meylemans

- wordt 26 jaar op 7 maart

- geboren en opgegroeid in Arnberg in Beieren

- kwam eerst uit voor Duitsland, maar vanaf 2014 voor België

- werd twee keer negende op de laatste wereldkampioenschappen

- eindigde op de veertiende plaats op de winterspelen van Pyeongchang 2018

- brak in 2021 door met podiumplaatsen op grote competities

Kim Meylemans: “Het is de mooiste baan ooit. Ik had bij Peking iets in gedachten zoals Pyeongchang, een grijze omgeving met bruine modder in plaats van sneeuw, maar de eerste keer dat we daar vorige winter een wereldbeker hadden had het daar gesneeuwd. Yanqing, zeventig kilometer ten noordwesten van Peking, is een supermooie omgeving, prachtige heuvels.

“De baan is gebouwd als een draak die zich van de heuvel afslingert. De buitenkant is volledig in hout, als de schubben van die draak. Op de baan is een wandelpad, dus je kan het ook nog eens afwandelen. Heel origineel gedaan. De baan is helemaal niet makkelijk. Het is de langste van het hele circuit met 1,6 kilometer en er zit heel veel bergop in waardoor een foutje tijd kan kosten. In mijn voordeel is dan weer dat er niet superveel druk is, waardoor ik minder de neiging zal hebben om met mijn hoofd langs het ijs te schuren.”

Dat hopen we met jou. Wat moeten we nog weten over skeleton?

“Ja, wat weten jullie in België? Bobslee is inmiddels gekend. Dat lijkt er op, maar wij doen het alleen, op onze buik liggend, met het hoofd vooruit. Mijn topsnelheid ooit gemeten is 140 per uur, maar op de meeste banen halen we zo’n 120.

“Wij zitten van alle glijsporten het dichtst bij de grond, zo’n 10 centimeter. Gevaarlijk? In een bobslee zit je, maar als die crasht ben je nog niet klaar als dat ding verkeerd tegen de wand gaat schuren. Rodelen is het gevaarlijkst want die slee is minder stabiel omdat ze hoger is.

“Wij sturen met de schouders en de knieën en zo veranderen wij de druk op onze messen. Als het drastisch moet, kan het ook met de tenen. Remmen is er niet bij. Het is gaan en blijven gaan.”

Skeleton is meer skispringen dan skiën. De eerste keer afdalen moet akelig zijn.

“Ik ben begonnen met skeleton in april, wat een raar moment in het seizoen is. Dus heb ik eerst een fysieke voorbereiding gehad op een sport die ik nog niet had gedaan. Mijn eerste afdaling was dat jaar in oktober. Ik herinner mij dat ik in bocht vier ben begonnen, dus niet helemaal bovenaan. Mijn trainer duwde mij af, en van dan af was het gewoon gaan.”

Sorry voor de vraag, maar begin je uit vrije wil met skeleton?

“Ik was dertien en zat op internaat en ik speelde toen nog voetbal. De sportcoördinator vond dat ik wat meer andere sport kon doen en wilde mij luge of skeleton laten proberen. In onze regio is luge wel veel populairder. Georg Hackl is van Bertesgaden en die heeft vijf Spelen na elkaar een medaille gewonnen, waarvan drie keer goud.

“Luge vond ik maar niks. Op de rug liggen is niks voor mij. Ik ben een buikslaapster, misschien ligt het daaraan. In luge start je op de slee vanuit een starthok en trek je je zelf in gang door met je handen op het ijs te slaan. Wij starten spectaculairder. We sprinten met één hand op de slee en dan duiken we op onze buik. Dat ziet er ook mooier uit.”

Snel, maar gecontroleerd, is dat Kim Meylemans?

“Ik ben absoluut geen waaghals. Ik hou van snelheid, anders doe je dit niet natuurlijk, maar ik moet de snelheid kunnen beheersen. Ook in een auto. Ik kan niet naast iemand zitten. Ik rem altijd mee, of ik maak opmerkingen zoals oh of ah.

“Waarom dan skeleton? Precies omdat heel veel in mijn handen ligt. Het deel dat ik niet handen heb, dat is flirten met de grens van crashen en niet crashen. Maar ook dat valt mee, ik crash heus niet elke training. Alleen als je extremen opzoekt, kan het weleens gebeuren dat je onderweg op je rug belandt. Ik ben er al telkens in geslaagd om mij weer om te draaien en op de slee verder te glijden. Dat is het menselijk adrenalinesysteem in volle glorie. Als de nood hoog is, kan de mens dingen die we normaal niet kunnen. Ik ben in mijn hele carrière nog maar één keer mijn slee kwijtgeraakt. Fietsen in het verkeer in België is veel gevaarlijker dan een skeletonbaan afdalen. Die is daar voor gemaakt. Zoals een wielerbaan.”

Maar die zijn overal gelijk, terwijl jullie alle banen uit het hoofd moeten leren.

“De bochtencombinaties, de bijzonderheden van elke baan, dat lijkt dan weer een beetje op de formule 1. Dubai verschilt ook van Spa-Francorchamps. Bij ons komt daar nog eens bij dat elk jaar het ijs verschilt. Die bocht ligt daar nog gewoon zoals een jaar eerder, maar die kan verschillend aanvoelen door de andere temperatuur, door de regen of de sneeuw. Elk jaar schaven ze het profiel in het ijs. Dat gebeurt met een gereedschap dat speciaal is ontworpen om dat ijs mooi glad te maken, maar zowel de ingang als de uitgang van de bochten zijn steeds weer anders. Een kreisel (bocht van 270 tot 320 graden. HV) blijft een kreisel maar van jaar tot jaar verschilt die. Dat maakt die sport extra leuk.”

Een Belgische die ook Duitse had kunnen zijn, ben jij dat?

“Ongeveer. Ik ben in Duitsland geboren en opgegroeid omdat mijn ouders naar daar zijn verhuisd. Mijn vader was heel erg into dressuur en omdat je in België niks had, is hij op school gegaan in een befaamde dressuurschool in Gmünd. Mijn moeder heeft ook iets met paarden, maar zij komt uit de eventing, de vroegere military.

Kim Meylemans. Beeld BELGA
Kim Meylemans.Beeld BELGA

“En ik? (lacht) Ik ben allergisch aan paarden, dat is dus fout uitgedraaid. Jammer voor mijn ouders? Niet echt. Paarden zijn een dure hobby. Door mijn niveau in het skeleton word ik nu goed financieel ondersteund.”

De meeste Belgen die in een professionele Duitse wintersportstructuur terechtkomen, zouden ervoor opteren om voor Duitsland te kiezen. Jij ging daar net weg.

“Alles wat ik heb geleerd heb ik aan Duitsland te danken. Ik kon al snel naar een school met internaat. De Christophorusschule in Berchtesgaden is een begrip in Duitsland als het om wintertopsport gaat. We zaten daar met heel wat potentiële topatleten samen. De ligging was een beetje apart. Als we uit het raam keken, zagen we het theehuis van Hitler op de Kehlstein. Bijna alles wat daar in de buurt is gebouwd, stamt trouwens uit de nazitijd. Heel bevreemdend. En om het plaatje volledig te maken, ik ben ook nog eens geboren in Nürenberg (lacht).

“Ik was met Duitsland wel op de Youth Olympic Games in Innsbruck in 2012 en ik ben daar vijfde geworden. Ik had toen een gouden helm op. Die had ik gekregen van Anja Huber, een grootheid in onze sport en ook een Duitse. Anja heeft brons behaald in Vancouver in 2010. Ik was heel trots op die helm.

(denkt na) “En toch, ik heb mij nooit Duitse gevoeld. Mijn ouders zijn Belgen, mijn familie is Belgisch en elke vakantie bracht ik in België door. En Duitsers zijn Duitsers. Dat team was erg op zich, terwijl die skeletonwereld juist een fijne wereld is waar iedereen met iedereen makkelijk omgaat. Ik ben erg sociaal en dat wilde het Duitse kader juist niet. Bovendien lag het voor de hand dat ik na mijn middelbaar als Duitse wintertopsporter moest kiezen tussen politie of leger en ik wilde juist studeren (ze studeert hotelmanagement, HV). Ik zou niet staan waar ik nu sta zonder mijn Duitse opleiding, maar ik zou ook niet staan waar ik nu sta als ik in het Duitse team was gebleven, dat vat het ongeveer samen.

“Kijk, alles alleen moeten doen, ís een nadeel. Anderzijds heb ik mijn eigen team kunnen bouwen met mensen die er veel voor over hebben om het voor een klein budget te doen. In december zei de bondscoach van de Duitsers nog dat hij het jammer vond dat ik niet bij hen was gebleven. Ik ben een veel snellere starter dan de Duitse vrouwen en het komt toch vooral op die start aan. Ik heb hem geantwoord dat ik als Duitse vijf jaar geleden misschien al was gestopt omdat ik er geen lol meer aan had beleefd.”

Je laat uitschijnen dat het circuit zo gezellig is, maar dat geldt dan niet voor de Russinnen die je hebben aangepakt over je geaardheid. Speelt dat nog?

“Dat is een beetje verkeerd begrepen. Met de Russinnen heb ik geen probleem en zij met mij ook niet. Ik voel respect van hen uit omdat ik het als klein landje toch bij die wereldtop ben komen aansluiten. Een Jelena Nikitina is even aardig tegen mij als Kimberley Bos (de Nederlandse topper, HV). Het waren vooral de Russische buitenstaanders, en niet eens de sportieve entourage, die mij probeerden te destabiliseren omwille van mijn geaardheid en met wie ik mee in de clinch ben gegaan.”

Dat team rond jou, wie zit daar in?

“Met wie moet ik beginnen? Misschien met Team Oliva, van Fernando Oliva. Dat is de atletiekcoach die aan mijn sprint heeft geschaafd. Ik ben bij de beste drie starters van het circuit en dat had ik nooit zonder hem gekund. Fernando is ook de coach achter Noor Vidts, de zevenkampster die vorige zomer zo goed presteerde op de Spelen.

“Dan heb je Raphael Maier, een Oostenrijker van 29, en ex-atleet van onze sport. Met hem kan ik open discussiëren over lijnen en bochten en banen. Heel fijne samenwerking is dat. We hebben meestal ook een fysiotherapeut mee en die doet meer dan behandelen. Die is ook cameraman, helpt bij de krachttraining en als het wat is uitgelopen staat die ook in de keuken. En ten slotte heb ik veel aan Jef Brouwers, de sportpsycholoog. Laten we hopen dat die 120 jaar wordt, dat is goed voor hem en goed voor in de Belgische topsport. Hij is er nu twee jaar bij en mentaal heb ik heel grote stappen gezet.”

Jef Brouwers zal het niet leuk vinden maar toch even pushen: vijfde van de wereld, is dat je niveau, of kan het nog beter?

“Ja, dat kan nog beter. Eind 2020 was ik zevende, ook al heel mooi. In 2021 ben ik constant in de top zes geëindigd. In het skeleton heten wij dat een podiumplaats omdat vroeger de podia uit zes plaatsen bestonden, dus dat was wel een stap en betekende aansluiten bij de wereldtop. Als ik in wedstrijd alles juist doe, dan sta ik op het podium met de top drie, zoals vorig jaar in Igls.

“Weet je, om nog beter te doen is het simpel: ik moet gewoon nog beter leren sturen. Niets meer, niet minder. Ik kan nog verbeteren. Ik ben nu 25 en daarmee een van de jongsten. De vrouwen in de wereldtop zijn tussen de 29 en 32, dus Cortina in 2026 kan ook nog. Al hangt dat dan af van de ondersteuning, want dit is een heel dure sport. Maar ik ga toch eerst proberen om van Peking een hoogtepunt te maken.

“Het zijn mijn tweede Spelen en mijn eerste waren een grote ontgoocheling. Ik heb mij in Pyeongchang (2018, toen werd ze veertiende, HV) doodgeërgerd aan alles wat niet naar mijn zin was – zoals het logies. Ik lag met een atlete op de kamer die om vijf uur op moest en ik moest maar ’s avonds aan de slag. Of de krachtzaal die amateuristisch was. Ik had op de duur niet eens meer door dat ik op de Spelen was, zo geïrriteerd was ik. Dat zal mij nu niet meer overkomen, met dank aan Jef.”

Wat verwacht je van de concurrentie?

“Dat die op het laatst met hele nieuwe, meestal dure dingen komen. Zoals de Britten, die investeren veel geld in innovatie. Dat heb ik op de vorige Spelen geleerd. Ga je naar de Spelen met je niveau van de wereldbeker, dan verlies je gegarandeerd vier plaatsen. Op de Spelen wordt door de toppers alles uit de kast gehaald. Dat doe ik nu ook: ik wil no regrets. Ik wil met het beste materiaal, in de beste shape met het beste team aan de start staan.

“We hebben nog wat extra dingen gedaan. Ik heb al een nieuw zadel en nieuwe runners onder de slee, maar we hebben nog wat dingen gevonden na testen in de windtunnel in Karlsruhe. Ik wil daar niet over communiceren. Ik zal wel voor die vier runs van Peking het Elitepak hebben van Qwixskinz, een Canadees topmerk.”

En je Baby?

(lacht) “Mijn slee heet Baby. Ik weet het, het is een ding, uit metaal, maar het is een ding dat mij veilig beneden brengt. Ik ga haar niet elke dag aaien of zo, maar ze heeft een naam en ik heb er een relatie mee. Telkens als we naar een wedstrijd gaan, geef ik haar twee tapjes, om haar aan te moedigen. Op internaat heb ik ooit nog op mijn slee van toen geslapen, maar dat zal ik nooit meer doen want ik ben toen opgestaan met de ergste nekpijn ooit.”

De kleinste sportdiscipline

Schattingen van de internationale bond die skeleton overziet – de International Bobsleigh and Skeleton Federation – houden het op 235 atleten over de hele wereld die aan skeleton doen. Daarvan mogen er vijftig deelnemen in Peking – netjes gelijk verdeeld over mannen en vrouwen. Zij verdelen zes medailles onder elkaar.

Skeleton is een van de oudste sleesporten. De andere twee zijn bobslee, die door dezelfde bond wordt bestuurd – en het meer internationale rodelen, internationaal luge genoemd. Bij luge liggen de deelnemers op de rug en dalen met de voeten eerst af. Bij bobslee zitten ze in hun slee.

Die Fédération Internationale de luge de course wil graag op zichzelf blijven hoewel de drie disciplines toch veroordeeld zijn tot elkaar. Ze maken ze bijvoorbeeld gebruik van dezelfde infrastructuur en wereldwijd zijn er momenteel maar zestien volwaardige installaties. Twee zijn in aanbouw onder meer in Cortina d’Ampezzo voor de volgende winterspelen van 2026.

Skeleton is niet de snelste sport van de winterspelen. De afdaling in het skiën haalt de hoogste topsnelheden. Vervolgens komen de bobsleeërs en daarna de luge. De verschillen tussen luge en skeleton zijn ongeveer tien kilometer per uur en variëren van baan tot baan tussen 125 en 135 kilometer per uur. De redenen zijn meervoudig. Een skeleton rust op buizen, een rodelslee op scherpe ijzers. De slee zelf is bij skeleton minder aerodynamisch en ook de houding, liggend met het hoofd naar voren zorgt voor meer frontale weerstand.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234