NieuwsVeldrijden
Sierlijk door het zand klieven draait om meer dan brute kracht
Met vandaag Koksijde en zondag Zonhoven is de cross toe aan een zandhoofdstuk. Krijgen we een nieuw duel tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel? Of eist specialist Laurens Sweeck een glansrol op?
De topcrossen in het zand zijn op de vingers van een hand te tellen: Antwerpen, Mol, Oostmalle, Zonhoven en Koksijde. Die laatste is volgens Christophe Impens van organisator Golazo de moeder aller zandcrossen.
Nieuwkomer Benidorm had nummer zes kunnen zijn, maar het strand aan de Costa Blanca is volgebouwd dus wijkt de nieuwe cross er uit naar een park. Impens suggereert dat ook Lille een zandcross is, maar daar moet je bij Laurens Sweeck niet mee afkomen. “Op het parcours in Lille ligt enkel een zandbak, zoals in Niel.”
De klasse van Herygers
Sweeck kan het weten. Bondscoach Sven Vanthourenhout en oud-wereldkampioen Niels Albert bestempelen hem als de beste zandcrosser van het pak. “In elke categorie heeft Sweeck in het zand al flitsen getoond. Hij is gemaakt voor het zand. Paul Herygers had dat ook. Zet die nu nog op een crossfiets en op zijn zestigste klieft hij beter door een zandstrook dan de gemiddelde crosser”, zegt Vanthourenhout.
Sweeck: “Het is niet dat het mij ooit is aangeleerd. Volgens mij kan iedereen goed door het zand rijden, alleen is het de kunst om dat elke ronde te herhalen.”
Het wil daarom niet zeggen dat Sweeck veel zandcrossen wint. Hij werd in 2020 Belgisch kampioen op het strand van Sint-Anneke in Antwerpen en zegevierde al drie keer in Oostmalle. Maar recentelijk in Antwerpen en Mol stond hij zelfs niet op het podium.
“De jongste weken zit ik in een dipje”, zegt de renner. “Hopelijk ben ik na een rustpauze hersteld, want ik heb Koksijde al lang aangestipt.” Hij is niet alleen. “Koksijde is een van mijn lievelingscrossen”, klinkt het bij Mathieu van der Poel.
Duin- versus rijnzand
Volgens Sweeck draait zandrijden ook om conditie en kracht. Zeker omdat er enkele loopstroken zijn toegevoegd aan het parcours van Koksijde. “Wout en Mathieu zijn ook echte specialisten, maar als ik moet kiezen tussen hen pak ik Mathieu. Zijn techniek is prima en hij beschikt over een flits in het zand. Wout moet het in het zand op de power doen. Daarmee kun je veel compenseren, maar als je dan een spoor mist, begin je te sukkelen.”
In Koksijde ligt puur duinzand. Rijnzand, zoals het geval is in vele zandbakken, vind je er niet. “Rijnzand bevat een fijne kiezel, op de power kun je daar vaak nog over zweven. Bij los duinzand is dat moeilijker en heb je echte zandsporen nodig om erdoor te geraken”, zegt Sweeck.
Naast het type zand speelt ook het materiaal een rol. Vanthourenhout: “Je rijdt het best door zand met slicks (tubes zonder profiel, BVDC). Maar door de regen van de voorbije dagen zijn de grasstroken kapot gereden, waardoor je een zwaarder profiel nodig hebt. Niet de techniek maar de vorm van de dag en de bandenkeuze worden doorslaggevend.”
Tussenstand zandduels: 11-9 voor de Nederlander
Antwerpen (2013): Van der Poel
Koksijde (2014): Van Aert
Mol (2014) Van Aert
Oostmalle (2015): Van Aert
Koksijde (2015): Van Aert
Mol (2015): Van Aert
Antwerpen (2015): Van Aert
Oostmalle (2016): Van Aert
Zonhoven (2016): Van der Poel
Mol (2016): Van der Poel
Antwerpen (2016): Van der Poel
Oostmalle (2017): Van Aert
Zonhoven (2017): Van der Poel
Koksijde (2017): Van der Poel
Antwerpen (2017): Van der Poel
Koksijde (2018): Van der Poel
Antwerpen (2018): Van der Poel
Zonhoven (2018): Van der Poel
WK Oostende (2021): Van der Poel
Mol (2022): Van Aert