VoorbeschouwingSevilliaanse derby
Sevilla FC versus Betis is onversneden voetbalpassie: ‘Het is gewoon de beste derby op aarde’
Op elk voetbalpleintje op deze planeet draagt minstens één kind een shirt van Barcelona of Real Madrid. Behalve in Sevilla. Daar zie je uitsluitend het rood-wit van Sevilla FC versus het groen-wit van Real Betis. En nu de twee clubs meedraaien aan de kop van de competitie gaat het in Spanje alleen nog maar over El Gran Derbi van zondag.
Het is niet vanzelfsprekend om de schoonheid van deze derby te schetsen als de meest recente editie een lelijke herinnering oproept. Op 15 januari gooide een fan van Betis een pvc-buis tegen Sevilla-speler Joan Jordán. De match werd gestaakt en een dag later zonder publiek afgehaspeld. Betis schakelde stadsgenoot Sevilla uit in de beker.
Een maand na dat debacle staat de volgende editie al geprogrammeerd. Het is de eerste keer in negentig jaar dat het gebeurt op een moment dat beide clubs zo hoog genoteerd staan in La Liga. Real Madrid lijkt de titel beet te hebben, maar de twee Sevilliaanse clubs gaan allicht onderling uitmaken wie vicekampioen wordt.
Supporter op jonge leeftijd
El Gran Derbi is pure, onversneden voetbalpassie. Juan Benjumea, een ingeweken Sevilliaan die al jaren in het Brusselse parlement zetelt voor Groen, verwoordt het zo: “Vergeet de Clásico. Het is gewoon de beste derby op aarde.” Benjumea is naast fan van Union ook abonnee van Betis, want geboren met groen-wit bloed in de aderen. “Elke maandag vergeleken we op school de resultaten. Elk wedstrijdje tijdens de pauze was Sevilla tegen Betis. Het zijn bikkelharde rivalen en dat krijg je van jongs af aan mee.”
Sevilla is geen grote metropool maar wel voetbalfanatiek, bevestigt Benjumea. “Het is kleiner dan Brussel, maar zondag zitten er 40.000 fans in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán. Dat terwijl slechts vier kilometer verder Betis 60.000 supporters kan optrommelen in zijn Benito Villamarín.”
Sevilla FC is sportief het succesvolst. Het won zes keer de Europa League. Dat maakt Betis automatisch de underdog.
Clubliederen
Vaste prik bij thuismatchen van Sevilla FC: net voor de aftrap lanceert de dj ‘El himno del centenario’. Als dat luidkeels door een uitzinnig supporterslegioen wordt ingezet, dan is kippenvel onvermijdelijk. De zinsnede die het meeste haar rechtopzet is “Sevillista seré hasta la muerte” (Sevillista blijf je tot de dood). Spanje neemt voetbal hyperserieus. Al is Betis de uitzondering op de regel. Hun leuze luidt “Viva er Betis, manque pierda” (Leve Betis, ook bij verlies). Het zit vervat in het DNA van een Bético.
Ook Benjumea draagt deze geuzenkreet in het hart. “Volgens mij is Betis de enige ploeg ter wereld die verlies zo expliciet omarmt. Ik leerde als jonge snaak vroeg de betekenis: in 2000, kort na de verloren bekerfinale tegen Barça, zakte Betis genadeloos naar de tweede klasse. Hoogtes en laagtes wisselen af.”
Een van die hoogtes kwam per toeval in het jubileumseizoen van Sevilla FC. Dat vierde zijn honderdjarig bestaan in 2005, maar had weinig reden tot feesten omdat Betis twee plaatsen hoger in de stand eindigde en zo de eerste Sevilliaanse vertegenwoordiger in de Champions League werd.
Twee iconen
Sevilla versus Betis is ook een strijd tussen clubiconen: Jesús Navas en Joaquín. Die laatste is de veertig gepasseerd en hangt na dit seizoen zijn groen-witte shirt aan de appelsienenboom. Niet omdat de benen van de vleugelspits weigeren mee te werken, maar omdat het eeuwige kind boos is als hij op de bank zit. Hij is hét uithangbord van Betis. Zo wilde hij absoluut dat de Copa del Rey, de beker die de club won in 2005, op het altaar stond bij zijn kerkelijk huwelijk. Op zijn cv prijken drie goals in 25 stadsderby’s. Joaquín is ondertussen medeaandeelhouder van de club en zal nog vele jaren na zijn pensioen in één adem vernoemd worden met Betis.
Wanneer Navas in het oefencentrum van Sevilla FC aankomt, kan hij zijn autootje (een bescheiden Nissan Micra) parkeren aan het kleine stadion dat zijn naam draagt, daar waar de U21 hun thuismatchen spelen. Bij alle denkbare clubrecords van Sevilla pronkt zijn naam: hij speelde de meeste duels, de meeste finales, is Europees en wereldkampioen en won de meeste trofeeën. Maar net als Joaquín wordt de 36-jarige Navas niet meer gezien als de verlosser. Blessureleed en verscherpte concurrentie leidden ertoe dat de rechtsback maar mondjesmaat aan spelen komt. Zijn teller staat op twintig ontmoetingen met Betis.
Ook zonder de ouderdomsdekens is de match het bekijken waard. Bij Sevilla voeren Alejandro ‘Papu’ Gómez en Lucas Ocampos een oogstrelende Argentijnse tango uit. Aan dat danspaar kunnen ze nog Ivan Rakitic en de Franse international Anthony Martial toevoegen. Bij Betis hebben ze er ook zo eentje rondlopen met Nabil Fekir. Hij zorgt voor de creatieve impulsen bij een team dat na Real de sterkste aanval van Spanje heeft. Hou zeker ook William Carvalho (ex-Cercle Brugge) in de gaten. Die scoort als box-to-box de jongste weken met de ogen toe.
De recente geschiedenis heeft bewezen dat je bij een clash tussen Sevilla en Betis waar voor je geld krijgt. Het zijn duels op het ritme van klapperende castagnetten die goals garanderen. In 2017-2018 vielen er twaalf goals in twee duels. Betis ging toen bij Sevilla FC winnen met 3-5. Het zou zomaar kunnen dat zo’n scenario zich zondag herhaalt.
Die hoop is er alvast bij Benjumea. “De 0-2-nederlaag in november duurde toch heel lang om te verteren. Het feit dat mijn Sevilla-nonkel mij wekenlang plaagde op de familie-WhatsApp had er misschien wel iets mee te maken.”
Sevilla FC - Betis, zondag om 16.15 uur op Eleven