AchtergrondClub Brugge
Schreuder kijkt eerst naar de kracht van een speler en dan pas naar het systeem
Met leermeesters als Michel Preud’homme en Julian Nagelsmann lijkt Alfred Schreuder klaar voor zijn opdracht bij Club Brugge. Op winterstage licht de Nederlandse coach alvast de kern door waarmee hij kampioen wil spelen. ‘Hier loopt ongelooflijk veel talent.’
Hij was zoals veel Nederlanders aan het winkelen in Antwerpen, vorige week, toen hij een telefoontje kreeg. “Ik dacht eerst dat Club opnieuw mijn mening wilde over een bepaalde speler, maar het bleek voor mij te zijn”, glimlacht Alfred Schreuder (49). “Of ik geïnteresseerd was in een kennismakingsgesprek. Ik was een beetje verrast. Blij verrast.”
Schreuder wilde goed voorbereid zijn en bekeek tot één uur ’s nachts wedstrijden van Club. “Ik zie hier ongelooflijk veel talent en potentieel rondlopen. Ook de technische vaardigheden zijn enorm”, zegt hij nu op stage in het Spaanse Marbella.
Charles De Ketelaere doet hem alvast denken aan Bryan Ruiz, Dusan Tadic en Hakim Ziyech. “Kijk, creatieve spelers kunnen dingen in fractie van een seconde beslissen. De Ketelaere kan dat ook. Als hij de bal krijgt, weet je als tegenstander niet altijd wat hij ermee gaat doen. Ook ik niet als trainer. Je wilt bovendien dat hij dingen instinctief doet, want dan is De Ketelaere op zijn best. Dat heeft hij de voorbije dagen ook al laten zien op training.”
Schreuder zette De Ketelaere meteen als aanvallende middenvelder in een oefenmatch tegen Karlsruher, in de rug van Bas Dost. Omdat hij van nature geen spits is? “Messi is dat toch ook niet?”, countert de coach. “Toppers kunnen op meerdere posities spelen. Wat ik wil veranderen, is dat we niet meer vanuit een systeem denken maar meer vanuit de kracht van een speler. Waar komt hij het best tot zijn recht?”
Begrip voor Vanaken
Ook over Hans Vanaken, die op zijn 29ste nog steeds bij Club Brugge speelt, heeft de Nederlander een mening. “Vanaken zou zo bij pakweg Dortmund kunnen meedoen. Hij zal doorheen de jaren genoeg aanbiedingen hebben gekregen, maar hij blijft liever bij Club. Een bewuste keuze. Net zoals Tadic liever bij Ajax speelt dan bij Southampton. Vanaken voelt zich verbonden met Club en daar mogen we blij om zijn, want hij heeft bij de nationale ploeg al laten zien dat hij op dat niveau gemakkelijk meekan. Maar hij verkiest om hier prijzen te winnen en Champions League te spelen.”
Noa Lang durft zichzelf al eens te verliezen in frustraties. Ook bij deze speler maakt Schreuder de vergelijking met Ziyech. “Creatieve spelers kunnen best wel moeilijke jongens zijn”, klinkt het. “Je moet bij hen de juiste snaar zien te raken. Natuurlijk zijn er dingen waarvan ik denk: dat is onnodig. Daar moeten we met elkaar eens over praten. Maar het is heel belangrijk dat je aan spelers als Lang veel vrijheden geeft. Zolang ze geen misbruik maken van het teambelang, want dat staat boven elk individu.”
Schreuder beseft dat het Brugse bestuur de titel verlangt. “Ik eis ook van mezelf en van mijn spelersgroep dat we daar alles voor doen”, zegt hij. “Door hard te werken, gedisciplineerd en competitief te zijn.”
De Wenger van Twente
In het begin van zijn trainerschap had Schreuder een carrièreplanning opgesteld, zo vertelt hij. “In mijn hoofd zag ik mezelf heel lang bij FC Twente blijven. Het bestuur zei: ‘We willen van jou de Arsène Wenger van Twente maken.’ Dat leek me heel erg mooi. Maar je weet nooit hoe de dingen lopen in het leven.”
Als assistent heeft hij het voorbije decennium veel geleerd van Michel Preud’homme, Steve McClaren, Huub Stevens, Erik ten Hag, Julian Nagelsmann en Ronald Koeman. “Ik heb jaren terug ook de boeken van Pep Guardiola gelezen”, vult Schreuder aan. “Heel interessant. Dankzij Koeman weet ik dat het belangrijk is om rust uit te stralen en dat je ongelooflijk goed moet communiceren met je topspelers.”
Nagelsmann, de huidige coach van Bayern, heeft me dan weer veel geleerd op het vlak van training geven. “Hij stimuleert het leerproces door bewust gecompliceerde oefeningen te geven. Geweldig”, zegt Schreuder. “Ik heb na die twee jaar onder hem veel veranderd aan mijn manier van werken. Nadien hebben we dat bij Ajax, samen met Ten Hag, ook toegepast: intensiever trainen, directer voetballen. Dat heeft mooie momenten opgeleverd.”