Sam Bennett gooit bloemetjes naar ‘beste sprintaantrekkers ooit’

Uit het boekje, zo omschreef Sam Bennett het ploegenwerk in Brugge-De Panne. De Ier haalde het eenvoudig in de massasprint, voor Jasper Philipsen en Pascal Ackermann.

Of we hem nu de beste sprinter ter wereld mogen noemen? Sam Bennett krabde in het haar en dacht een paar seconden na. “Ik ben niet slecht als sprinter, maar ik ga nooit zeggen dat ik de snelste ben.”

Volgens de resultaten is de dertigjarige Ier op dit moment wel degelijk de beste van allemaal. Twee ritten in de UAE Tour, twee ritten in Parijs-Nice en nu Brugge-De Panne: dat zijn al vijf overwinningen dit seizoen. Niemand doet straffer.

Brugge-De Panne is de eerste eendagkoers die hij wint op WorldTour-niveau. “Een opluchting”, noemde Bennett dat. “Ik heb er lang op moeten wachten. Dit wou ik jaren geleden al. Ik was een beetje nerveus voor de start. Ik voelde veel druk, ik zou liegen als ik zei dat het niet zo was. Dit is een Belgische ploeg, met Belgische sponsors: dit was een thuismatch, dan willen wij winnen.”

Lange kopbeurten

Deceuninck-QuickStep leverde een teamprestatie. Sprinters hebben de gewoonte om hun ploegmaats te bedanken als ze winnen, maar deze keer deed Bennett het wel heel nadrukkelijk. “Ik had iedereen nodig en ze hebben het ongelooflijk gedaan. Dit was misschien wel de beste lead-out die ik ooit heb gehad.”

Opmerkelijke uitspraak van een man die toch al 54 koersen, waaronder acht ritten in een grote ronde, heeft gewonnen. Dat voorbereidende werk begon trouwens al lang voor de sprint, vertelde Bennett. “We moesten er eerst voor zorgen dat het een sprint werd. Tim Declercq heeft alles gegeven. Op een bepaald moment kwam hij zich verontschuldigen bij mij: ‘Sam, ik kan niet meer doen.’ Maar hij deed meer dan genoeg.”

Na Declercq namen Stijn Steels en Alvaro Hodeg over, daarna kwam Florian Sénéchal. De Fransman deed een bijzonder lange beurt, tot op 700 meter van de streep. Vandaar was het aan Bert Van Lerberghe om de echte sprint in te leiden. “Van Lerberghe deed het so smoothly”, lachte Bennett. “Hij ging sneller en sneller en sneller, maar o zo geleidelijk. Echt perfect. Niemand kon ons voorbij.”

Op 320 meter van de streep nam Michael Morkov, de laatste lead-outman, over. “Morkov is de beste in de wereld. Hij is zoals een fijne wijn, hij wordt beter met de jaren.”

Bennett was nu lyrisch. “Ik weet niet of het op iets slaat”, zei hij, “maar mijn benen waren gewoon nog fris op het moment dat ik over de streep kwam. Soms zitten je benen al vol lactaat nog voor je aan de sprint moet beginnen, nu niet. Ik ging laat aan omdat er best wat wind stond (op 150 meter, BA) en ik moest in volle sprint zelfs nog een keer schakelen, maar het was allemaal geen probleem. Omdat de lead-out zo goed was.”

Revanche voor Sanremo

Niemand kon hem bedreigen. Jasper Philipsen van Alpecin-Fenix kwam het dichtst, maar stierf in zijn wiel. “Er zijn weinig teams die een spurt kunnen inleiden zoals Deceuninck-QuickStep dat kan", erkende Philipsen. “De huidige rangorde is wat ze is. In de toekomst proberen we ertegen in te gaan.”

Het was mooi om te zien hoe gelukkig een renner kan zijn na zo’n prestatie. Misschien dat zijn mislukte Milaan-Sanremo (42ste) er voor iets tussen zat. Bennett: “Ik ben van streek over wat daar is gebeurd. Dat was echt niet goed.”

Een harde analyse, want er was pech mee gemoeid: op de Capo Berta, het begin van de finale, reed hij leek. “Ja, maar ik hou niet van excuses, ik hou van resultaten. Wat de echt goeie renners typeert, is dat ze kunnen omgaan met dat soort situaties en toch nog iets van hun wedstrijd kunnen maken. Mijn wedstrijd viel uit mekaar. Ik ben blijven proberen, ik heb alles gegeven tot op de top van de Poggio, maar ik had niet de benen van Parijs-Nice of die van hier. Ik was gewoon niet goed genoeg.”

Dat het een goeie renner misschien ook typeert dat hij na een tegenslag meteen terugslaat, probeerden we. Dat vond Bennett wel iets hebben. “Ja, dat is misschien wel waar. Die druk leg ik mezelf in ieder geval op. Dit maakt min of meer goed wat er in Sanremo is fout gegaan.”