InterviewPeter Sagan
Sagan: ‘Ook al win ik nog een wereldtitel, na dit jaar stop ik als wegrenner’
Peter Sagan, net 33 geworden, heeft in San Juan zijn ‘uitstaptraject’ aangekondigd. Dit jaar voltooit hij op de weg, om vervolgens nog één keer als mountainbiker toe te leven naar de Olympische Spelen van Parijs in 2024. Daarna is het definitief gedaan. ‘Ik wil tijd maken voor mijn zoon.’
Niets wat het deed vermoeden. Een persconferentie met Peter Sagan zou het worden, ter gelegenheid van zijn 33ste verjaardag. Wat smalltalk met de aanwezige media op de parkeerruimte van het Circuito Villicum, 21 uur lokale tijd, na afloop van de races voor andersvaliden. Onder een tentje in de vipruimte stond een aantal stoelen klaar. Een beeldcompilatie van Sagans strafste profzeges herhaalde zich op een groot scherm. Aan een blitse bar in de hoek werden vlijtig gin-tonics, caipirinhas en mojito’s met aardbei geschonken.
Sagan drentelde binnen – blauwe jeans, witte sneakers en T-shirt uit eigen collectie – met in zijn spoor zowaar zijn hele hofhouding: steun en toeverlaat Gabriele Uboldi, ploegleider-van-het-eerste-uur Roberto Amadio, huidig ploegleider Jan Valach, teammaats Maciej Bodnar en Daniel Oss, tot zijn vaste verzorger en mecanicien toe.
Hoger doel
Zou hij? De tijd tikte weg, 21 uur werd 21.45 uur. Er werd wat kregelig gedaan, want morgen koers. Sagan nam centraal plaats, omringd door al zijn vertrouwelingen.
“Goede avond iedereen. Dank jullie allemaal om naar hier te komen om samen met mij mijn verjaardag te vieren. Maar eerst wil ik iets aankondigen. Misschien kunnen jullie het al raden… Well, the moment has arrived. Ik heb besloten dat dit jaar mijn laatste wordt als wegwielrenner. Althans wat het deelnemen aan WorldTour-races betreft. Ik hoop bij TotalEnergies te kunnen blijven en wellicht zal ik hier en daar nog wel een kleinere wedstrijd meepikken, ter voorbereiding van een hoger doel. Want ik wil me in 2024 opnieuw omscholen tot mountainbiker en nog één keer toewerken naar de Olympische Spelen in Parijs.”
Een ellenlange reeks dankwoorden volgde. In de eerste plaats natuurlijk aan de glimlachende gezichten links en rechts van de drievoudige wereldkampioen en winnaar van de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en twaalf etappes en zeven groene puntentruien in de Tour. Uit goede bron vernamen we dat Valach, Oss en co. tot vijf minuten vóór aankomst op Villicum niet eens van Sagans toekomstplannen afwisten.
Zat je al langer met deze beslissing in je hoofd?
“Het is niet dat het me constant bezighield. Maar weet je, toen ik twintig was en met profwielrennen begon nam ik me stellig voor: op mijn dertigste stop ik ermee. Ik ben er nu 33 en ik zit nog steeds in het zadel. Wat ook door mijn gedachten spookte: ik stop op de mountainbike, niet op een wegfiets.
“Ik heb mijn zoon Marlon de voorbije vijf jaar zo weinig gezien. I’m always in and out, in and out. Dat is niet zo leuk. Je leeft je leven nú, realiseerde ik me. Het is ook belangrijk om tijd met hem door te brengen. Ik wil dat leven vanuit andere invalshoeken gaan bekijken, niet enkel als wielrenner. Eigenlijk was het nooit mijn droom om als professioneel wielrenner te koersen en doelen na te jagen tot mijn veertig, vijftig jaar. Ik denk dat het tijd is. Huh. Ik vind het geweldig dat ik mijn carrière als mountainbiker zal afsluiten in Parijs 2024.”
Je was veel ziek de voorbije twee jaar. Heeft dat een invloed gehad op je beslissing?
“Neen, totaal niet. Niets kan me beïnvloeden. Ook al win ik dit jaar nog een monument of een wereldtitel, het zal me niet meer van mening doen veranderen.”
Waarom kondig je dit uitgerekend hier aan, in de Ronde van San Juan?
“Ik hou van deze race en voel me goed hier. Ik heb veel fans hier en zij verdienen het om dit als eersten te weten. Misschien kom ik nog eens terug volgend jaar, met een nationale ploeg of met TotalEnergies. We zullen zien.”
Streef je in Parijs nog een specifiek doel na?
“Neen, het gaat me niet om een medaille of zo, wel om hoe ik mijn carrière wil afsluiten. Ik voel geen enkele druk meer. Win ik, verlies ik, so be it. Ik nam al eens deel aan de olympische mountainbikerace in Rio 2016. Dat was niet meteen een meevaller. Maar ik wil het toch nog één keer doen voor mezelf. Niet voor iets of iemand anders.”
Denk je dat je nog één grote WorldTour-overwinning in je benen hebt dit jaar?
“Zeker wel. Daarom wil ik in 2023 nog een laatste keer zoveel mogelijk wedstrijden rijden op het allerhoogste niveau. Ik ga niet zomaat wat zitten genieten, ik probeer nog steeds mijn topniveau te halen en een grote zege mee te pikken. Dan zal ik gelukkig zijn. Huh.”
Je hebt een hele bijzondere geschiedenis in de Tour. Wil je daar nog eens naartoe?
“Absoluut. Om er nog eens een rit te winnen, misschien wel een trui. Maar dat ligt nog veraf. Mijn eerste doel is om er in een goede conditie aan de start te verschijnen. Hetzelfde geldt voor de Vlaamse klassiekers. Koers laat zich niet voorspellen. Ik ga mijn uiterste best doen, zoals altijd.”
Als je snel even terugblikt op je rijke carrière: wat blijft jou bij als meest memorabele moment?
“Zonder enige twijfel mijn drie wereldtitels. Niet één in het bijzonder, neen. Ze waren alle drie speciaal. Je moet ze als één groot succes bekijken.”
Geen zin in gravelen?
“Ik doe het wel graag, maar dan puur recreatief met vrienden of andere mensen. Competitief is het zwaar, vind ik. Ik haal gewoon meer plezier uit het mountainbiken, de discipline waar alles mee begon op mijn negende. Vorig jaar heb ik ook het e-mountainbiken ontdekt. Dat was een van de leukste dingen die ik ooit heb gedaan.”
En veldrijden?
“Daar ben ik te oud voor. Sorry.”
Het liep al tegen halfelf aan toen Sagan nog even zijn opwachting maakte op het podium. Met Specialized-fiets. Het Spaans dat hij murmelde trof minder raak dan dat van Remco Evenepoel in 2020. Geen punt voor het enthousiaste publiek, dat op voorzet van de plaatselijke presentatoren een gemeend ‘Happy Birthday’ inzette. Na een laatste rondje champagne in de viplounge en wat fotosouvenirs verdween hij in de zwoele nacht. Op naar zijn hotel, recht zijn bed in. Want nogmaals: morgen koers. Voor even nog.