Nations League
Rode Duivels rollen spelenderwijs IJsland op
Eenvoudige zege. Met een onuitgegeven elftal – Roberto Martínez eindigde de partij met Doku, Batshuayi en Verschaeren op het veld. Wat een weelde kent de selectie van de Rode Duivels. Nu nog Eden Hazard – een spook, de afgelopen tien dagen – op punt stellen.
De 100ste van Alderweireld. Proficiat, Toby. In Zweden maakte Ronaldo op hetzelfde moment zijn 100ste interlanddoelpunt voor Portugal. Proficiat, Cristiano.
Hier op de Heizel zouden de Rode Duivels één helft met minder (mentale) scherpte voetballen als in Kopenhagen, afgelopen zaterdag. Bijgevolg minder tactische discipline. Al eens te ver van de tegenstander (Witsel), niet de afspraken opgevolgd (Thorgan), fout druk zetten (Batshuayi)...
Een dinsdagschot van Fridjonsson week af op het been van Denayer en plofte met een vreemde carambole in doel – pech voor debutant Casteels (0-1).
Wat nu? Het werd zo’n partij waarin je weinig of niets kon opsteken.
Eens vanaf de kwartfinale op een groot toernooi zijn we wél benieuwd wie de derde middenvelder wordt naast Witsel en De Bruyne – de ‘Fellaini-rol’, weet u wel.
En nog een les, waar je ook geen Einstein moet voor zijn: tegen ploegen die zó een laag blok zetten als IJsland, is de aanwezigheid van Eden Hazard aardig meegenomen – zijn aanwezigheid alleen al trekt altijd twee, drie mensen aan.
Gisteravond konden de bezoekers vaak een gordel optrekken van zes verdedigers op een lijn die gemakshalve niet bougeerden. Vijfenveertig minuten hield zoiets behoorlijk stand.
Zuiver op talent – aanvankelijk zonder veel tempo of energiestoten – haalden de Duivels hun IJslandse vrienden nog voor de rust bij en gingen ze erover. Witsel kopte de rebound in doel na een prima vrijschop van Mertens (1-1), en even later scoorde Batshuayi in de herneming na een schot van Witsel (2-1). Je moet het Batshuayi wel nageven – zijn efficiëntiepercentage is hoog.
De Duivels gaven in het eerste uur misschien iets meer hete standjes weg dan in Denemarken – te wijten aan die mindere intensiteit. Casteels en later de ingevallen Mignolet – zo sneu voor Casteels – waren attent.
Kaartenhuisje
De 3-1 vroeg in de tweede helft was een pareltje. Opgezet door De Bruyne en afgerond door Mertens. Op het uur was dat.
Spelenderwijs – ‘Spielerei’, zoals de Duitsers zeggen – geraakten de Duivels aan kansen. Hun tweede helft was wél knap. De snelheid van uitvoering lag hoger, meer beweging zonder bal, en een pak meer grinta.
Het IJslandse kaartenhuisje zakte in elkaar. Hun goalie stond bijwijlen in een schietkraam. Wéér Batshuayi zette met een fijnzinnige baltoets de 4-1 op het bord.
De ene aanval na de andere rolde nu over de Heizelvlakte. Tussendoor deed Roberto Martínez een opvallende wissel – hij bracht Yari Verschaeren in de ploeg. Verschaeren is sinds de zomer veroordeeld tot een schaduwrol in Anderlecht. Toch wel een statement van de bondscoach.
Die andere Anderlecht-speler, Jérémy Doku, heeft een grote toekomst voor zich. Hij is zo’n typische buitenspeler genre Arjen Robben, die zijn acties één tegen één en zelfs één tegen twee begint op de flank om in een ideale wereld te eindigen in de box van de tegenstander.
Zo maakte Doku heerlijk de 5-1 een kwartier voor het einde. Dreigen, de dribbel, de uithaal in de verste hoek – púre klasse. Als Doku de komende maanden blijft evolueren, wordt hij misschien wel een ernstige kandidaat om de EK-selectie te halen.
De weelde is groot geworden bij de Rode Duivels. We hoeven niet te vrezen voor groot verval als eens, zoals gisteren, monumenten als Eden en Lukaku er niet bij zijn.
Na tien maanden is de nationale ploeg terug van weggeweest. With a bang – twee zeges, doelsaldo 6-1.
Eén valse noot, toch... Waarom was Eden Hazard tien dagen bij de Rode Duivels zonder één minuut te spelen? Waarom trainde hij nagenoeg enkel individueel? We moeten ons toch geen zorgen maken?