InterviewRoberto Martínez
Roberto Martínez over zijn EK-ambities: ‘Ik wil terug naar de Gran Plaza in Brussel’
Hij is hier nu bijna vijf jaar, de immer sympathieke Roberto Martínez Montoliú, bondscoach der Belgen. Maar vergis u niet: het vuur brandt bij hem nog even hard als op dag één. Net voor het EK geeft hij een laatste lang interview.
Eindelijk is het EK daar. Want, coach, het zijn drie saaie jaren geweest sinds het WK in Rusland, toch? Waar haalde u uw uitdaging en enthousiasme?
Roberto Martínez: “Na het WK kom je in een wereld die verre van glamoureus is. De uitdaging ligt niet zozeer in het niveau van de tegenstander, maar in constant de lat voor jezelf hoog willen leggen. Het is op den duur a way of life. Duitsland verloor in maart thuis van Noord-Macedonië, Spanje speelde gelijk tegen Griekenland, Frankrijk verloor in zijn EK-kwalificatiecampagne thuis punten tegen Turkije… Ik vind dat de buitenwereld onderschat dat deze ploeg dertig op dertig haalde in de EK-voorronde, dat wij al drie jaar nummer één in de wereld zijn en dat wij ons hebben geplaatst voor de eindronde in de Nations League.
“Kijk, internationaal voetbal komt voor spelers altijd op een slecht moment. Ze hebben bij hun club niet het goede ritme, of ze zijn geblesseerd, of ze zijn vermoeid. Om dan drie jaar aan een stuk met de Rode Duivels de juiste mentaliteit te tonen, mensen realiseren te weinig hoe spectaculair alle spelers zijn geweest.”
Of hoe spectaculair uw werk al die jaren is geweest.
“Ik moet wel. (lacht) Als ik mijn werk niet goed doe, verlies ik dat werk.”
Toen vorige zomer het EK met een jaar werd opgeschoven, net op een moment dat uw contract bij de voetbalbond afliep, hebt u toen getwijfeld om te verlengen?
“Ja. Ik ben eigenlijk heel slecht in carrièreplanning. Toen ik naar België kwam, was het mijn bedoeling om maar twee jaar te blijven, tot na het WK in Rusland. En zie nu. Ik vond het uitstel van het EK, als ik eerlijk ben, niet prettig. Het plan was om voort te gaan op het elan van die dertig op dertig. Ineens viel het effect van die geweldige reeks weg. Maar Mehdi Bayat (toenmalig voorzitter, SK) en Peter Bossaert (CEO van de voetbalbond, SK) kwamen naar mij met een erg dynamische visie op de toekomst. We zouden ons settelen in Tubeke, Mehdi vertelde hoe we jongeren konden laten doorstromen om zo het WK van Qatar doorheen de EK-voorbereiding te laten lopen. Ik dacht: zij hebben gelijk, dit is unfinished business. Ik móést dat EK doen. Ik wil terug naar de Gran Plaza in Brussel, nog steeds een van de hoogtepunten in mijn loopbaan in het voetbal.”
Wat ging er door uw hoofd toen Axel Witsel op 9 januari van dit jaar zijn achillespees afscheurde?
“Bad luck. De positie van Witsel is essentieel als je een aanvallende ploeg wilt zijn. Een ploeg die speelt in de structuur en met de risico’s waarmee wij spelen, riskeert altijd problemen te hebben in bepaalde zones in het veld. Onze nummer 6 moet die fases herkennen en weten hoe hij ze moet verdedigen: zet hij druk of wacht hij af, gaat hij het duel aan of niet? De rol van 6 is een van de meest veeleisende in een aanvallend systeem.
“Witsel heeft de kwaliteit om bij balverlies van de ploeg de juiste keuze te maken. Hij wint zeer snel een duel, hij kan grote ruimtes verdedigen, hij weet hoe hij druk moet zetten. Plus: Witsel heeft meer dan honderd caps. Hij is één brok ervaring.
“Wij hebben in het Belgische voetbal geen ‘een-op-eenvervangers’. Het uitvallen van Witsel maakt dat we de balans van de ploeg anders moeten invullen. Hetzelfde rendement moet nu komen van partnerships van twee of meer mensen.”
Leander Dendoncker-Youri Tielemans?
“Dat is de eerste optie. Leander heeft mij bij de nationale ploeg nooit ontgoocheld. Maar hij is natuurlijk iemand die heel graag mee oprukt. Leander is iemand die de hele zone tussen de twee doelgebieden bestrijkt. Als je voor hem kiest, moet je echt kijken naar zijn partnership met Youri.”
Noemt u eens een 6 (controlerende middenvelder) in het internationale voetbal die wél een een-op-eenvervanger voor Witsel zou zijn?
“Kanté. Hij is een van de meest onderschatte spelers. En vroeger was ik altijd fan van Makélélé. Hij was het prototype van de speler die de actie herkende nog voor ze gebeurde. Witsel heeft ook die snelheid van geest.”
Wat met Albert Sambi Lokonga?
“Het talent van Sambi is extreem. En zijn toekomst is immens. Misschien, puur naar profiel, komt Sambi het dichtst bij Witsel.”
Precies. Twee nummers 10 (offensieve middenvelders) die tegen wil en dank 6 zijn geworden.
(lacht) “Voetballers worden allemaal geboren als 10. Niemand wordt geboren als 6. Een 10 wordt door invloed van een trainer een 6. En een 6 kan opnieuw door invloed van een trainer uitgroeien tot een heel saaie maar efficiënte voetballer.
“Sambi is klaar om vanaf september een belangrijke rol te gaan spelen in de WK-kwalificatiewedstrijden. Maar voor een groot toernooi is het te vroeg, lijkt me. Daarom staat hij op de reservelijst. Sambi moet nog leren begrijpen hoe spelers rondom hem bewegen. Wat we daarnet zeiden: kunnen anticiperen op de dingen die gebeuren. Dat leer je door veel samen te trainen en door te herhalen. We hebben het nu over Sambi, maar Orel Mangala (Stuttgart) en Amadou Onana (HSV) zijn ook opties voor de toekomst. En Bryan Heynen charmeerde mij in het slot van de Belgische competitie.”
Het kan een middenveld zijn dat het EK domineert: Witsel-Tielemans-De Bruyne.
“Dat was de driehoek in de bronzenmedaillewedstrijd tegen Engeland drie jaar geleden.”
Nu u over die wedstrijd begint. Engeland heeft er sindsdien Mason Mount, Sancho, Grealish en anderen bijgekregen. Wij zijn Kompany, Fellaini en Dembélé kwijt, en enkel Tielemans is in de basiself doorgebroken. Zijn wij niet verzwakt in die drie jaar?
(schudt het hoofd) “Wij zijn sterker geworden. De structuur is steviger. In de selectie zijn zes spelers met meer dan honderd caps. Nog eens twee hebben meer dan tachtig caps. Ervaring wordt zeer belangrijk op dit EK – tegen Rusland en Denemarken spelen we in een vijandig stadion. Vanaf de kwartfinale spelen we mogelijk alleen maar op vijandig grondgebied. I like the mixture. Een combinatie van ervaring met jonge jongens die honger hebben. Iemand als Jérémy Doku had waarschijnlijk niet de selectie gehaald, mocht het EK vorig jaar zijn gespeeld.”
Wat dacht u toen u de beelden zag van Eden Hazard op Stamford Bridge, waar hij meteen na het eindsignaal mopjes tapte met de vierende Chelsea-spelers?
“Een culturele clash. In het Britse voetbal wordt al op jonge leeftijd geleerd om, ongeacht winst of verlies, na afloop respect te tonen voor je tegenstander. Het wordt weleens de derde helft genoemd. Je gaat een hand geven, je toont simpelweg fair play. Eden was acht jaar in de Premier League, hij kent de traditie. Ook Thibaut Courtois stond na afloop te praten met sommige spelers van Chelsea, maar hij toonde geen emoties.
“Deze manier van doen in Engeland kan niet verder afstaan van de Spaanse voetbalcultuur. Verliezen staat er gelijk met direct naar binnen gaan, met niemand spreken, met het drama van een nederlaag in de eigen kleedkamer verwerken. Eden maakte de fout om de perceptie in Spanje van het beeld dat hij stond te lachen niet te begrijpen. In een club als Real Madrid verlies je nooit zomaar. Het is van buitenaf zeer moeilijk om te begrijpen hoe winst en verlies in zo’n club een invloed hebben op miljoenen mensen. Het bepaalt hoe mensen naar hun werk gaan, het bepaalt sommige politieke beslissingen. It moves a whole country.
“Maar we kunnen hier een hele dag praten over ‘Eden dit’ en ‘Eden dat’. Hazard is twee jaar lang niet fit geweest en dát is de kern van alle verhalen. Hij kan gewoon niet presteren. Hij heeft hulp nodig."
Hoe bedoelt u?
“Elke speler, als hij geblesseerd is, moeten kunnen rekenen op medische steun. Sinds maart is Eden gelukkig opnieuw fit. Hij heeft zijn coördinatie terug en zijn balans. Nu kunnen we opbouwen naar het EK.”
Maar coach, kunnen we nu ineens wonderen verwachten van iemand die nauwelijks speelminuten op zijn teller heeft?
“Ik beoordeel nooit een speler op het aantal speelminuten. Ik beoordeel op het rendement in de minuten die de speler afwerkt. In het kwartier dat hij speelde tegen Sevilla (9 mei, SK) kon Eden scoren. Je hebt voetballers die telkens negentig minuten spelen maar niets bijbrengen en je hebt spelers die het verschil maken in twintig minuten.”
U kent Real Madrid. Het wordt zó moeilijk voor Hazard om de huidige stemming te doen omslaan.
“Kunnen we even kalm blijven? Door wat met Eden gebeurde, sprak niemand nog over hoe Chelsea beter was dan Real Madrid. In plaats daarvan werden zondebokken gezocht. Dat gebeurt nu eenmaal in zo’n grote club. Eden is niet geraakt door de harde kritiek in de pers. Real Madrid is zijn droomclub. Veel spelers in zijn plaats waren allang ten onder gegaan aan de druk van pers en fans. Eden wil nog steeds het verschil maken voor Real. Het wordt moeilijk, maar niet onmogelijk. Ik ken de geschiedenis van Madrid. De lijst met buitenlandse spelers van wie verwacht werd om het verschil te maken maar die de strijd met de hoge eisen van de fans hebben verloren, is lang, zeer lang. Zidane is een van de uitzonderingen. Ik zie het zo: het EK kan Eden helpen om Real Madrid te overtuigen dat hij nog steeds de juiste man op de juiste plaats is. Ik ben daar zeker van.”
Zeven jaar geleden liet u als trainer van Everton de club 35 miljoen euro betalen voor de toen 21-jarige Romelu Lukaku. Terwijl u wist dat Lukaku toen verre van het afgewerkte product was dat hij nu stilaan is.
“Ik ben gevallen voor én het talent van Romelu én de persoonlijkheid. Ik ken niemand die zo obsessief bezig is met zijn voetbal. En ik ga je iets vertellen wat weinig mensen weten: Romelu traint heel weinig op zijn zwakke punten, Romelu traint integendeel maniakaal op zijn sterke punten. Een voetballer die in één of twee dingen uitblinkt maar gaat werken op de mindere dingen, wordt op den duur een middelmatige speler. In voetbal wordt het verschil vaak gemaakt door spelers die outstanding zijn in iets. Romelu is outstanding in zijn afwerking op doel. Toen hij 20 jaar was, wilde hij zijn positie voor doel nóg beter maken, hij wilde nóg beter bewegen in de box, hij wilde nóg beter wegdraaien en trappen… Ik was overtuigd dat ik moest investeren in het exceptionele. Daarbij komt nu dat Romelu, sinds zijn vertrek bij Manchester United, een zodanige maturiteit heeft bereikt waardoor hij is beland in een perfect moment in zijn leven. Nu zie je hoe ook zijn leiderschap in beide doelgebieden helemaal openbloeit. In Tsjechië kopte hij vier van de laatste vijf defensieve corners weg.”
Wordt dit EK het toernooi van de omschakeling? Manchester City schakelde PSG uit met 43 procent balbezit, Chelsea won de Champions League met 39 procent balbezit, Leicester won de Cup Final met 36 procent balbezit, Spanje heeft een kampioen die de bal niet wil. Zelfs u koos ervoor om in de Nations League een paar keer vanuit de omschakeling te spelen.
“Voetballen op één manier volstaat niet meer. De tijd dat Spanje drie grote toernooien kon winnen met louter tikitaka is voorbij. Topploegen moeten nu flexibel zijn. Er zijn vandaag zo veel informatie en data beschikbaar dat het steeds makkelijker wordt om je tegenstander af te stoppen. Je hebt meerdere tools nodig om te kunnen verrassen. Het is onmogelijk om op het EK zeven wedstrijden te winnen aan de bal. Plus, omschakeling is een krachtig wapen van deze selectie. Ik zou dom zijn om het niet te gebruiken.”
Dat de Rode Duivels meer vanuit de omschakeling spelen heeft niets te maken met onze defensie, die ouder en trager is geworden?
“Neen. Onze verdediging baart mij niet de minste zorgen.”
Tot slot. Vincent Kompany voorspelt dat de nationale ploeg over tien jaar voor de helft zal bestaan uit spelers van het huidige Anderlecht: Delcroix, Verschaeren, Sambi, Ait El Hadj… Kan hij gelijk krijgen?
“Ik geloof van wel. Door de financiële omstandigheden van de club heeft Anderlecht sneller moeten teruggrijpen naar talent dat eigenlijk nog niet rijp was voor de eerste ploeg. Al die jongens zitten nu in een versnelde cursus topvoetbal. Dat is een rijkdom voor zowel de spelers als voor de club. En ‘Vinnie’ is daarvoor de ideale manager. Dat betekent niet dat wij de dingen altijd op dezelfde manier zien.”
Hoezo?
“Coaches kijken altijd anders naar spelers. Je mag als coach nooit denken dat jij alle antwoorden hebt. In dat geval riskeer je meer fout dan juist te zijn. Soms beslist het voetbal voor jou. Je moet op elk moment loyaal blijven aan het voetbal.”
Een beetje zoals een bondscoach loyaal moet blijven aan zijn contract.
“Natuurlijk.”