Remco Evenepoel: ‘Top tien in mijn eerste koers, dan mag ik niet ontgoocheld zijn’

Negentien seconden gaapten zaterdag in Turijn tussen Remco Evenepoel en Filippo Ganna. De Italiaanse wereldkampioen had er net de op drie na snelste tijdrit in de Giro ooit opzitten: 58,7 kilometer per uur gemiddeld. Dat kwam aardig in de buurt van Rik Verbrugghe (58,874 km/u in 2001 in Pescara) en zichzelf (58,831 km/u vorig jaar in Palermo). Ganna trapte over de 8,6 kilometer gemiddeld 590 en maximaal 775 watt. Een beest.

Evenepoel kon er wel mee leven. Dat hij van zijn comeback had genoten, zei hij. “Het publiek applaudisseerde spontaan toen ik op het startpodium van de tijdrit stond. Ik kreeg er kippenvel van. Aan winnen of de roze trui pakken dacht ik niet. Ik wilde opnieuw die pijn voelen in de benen. Meteen top tien in mijn eerste koers, dan mag ik niet ontgoocheld zijn.”

Van de klassementstenoren klokte alleen ploegmaat João Almeida twee seconden sneller af. Maar dat zette Evenepoel gisteren vakkundig recht. Plots was hij daar, in de laatste tussenspurt in Vercelli: tweede, na rozetruidrager Ganna. De twee bonificatieseconden loodsten hem in het klassement naar plaats vier.

Dit was zonder meer een uitstekende Giro-opener voor Evenepoel. Morgen gaat het weer om de knikkers in de etappe naar Sestola, met de Colle Passerino in volle finale.