Tennis
Relanceplan voor het tennis
Tot minstens 13 juli komen Federer, Nadal of Clijsters niet de baan op. Dat geeft iedereen de tijd om grondig over hervormingen na te denken, want de tennissport is momenteel een wirwar van toernooien en bonden.
1. Overkoepelend bestuur
De Amerikaanse president Donald Trump hield verleden weekend een conferencecall met de belangrijkste (Amerikaanse) sportbonden om over een competitieherneming te discuteren. Waren erbij: UFC (vechtsport) en WWE (worstelen). Was er niet bij: een tennisbond.
Daarmee is meteen een pijnlijk punt blootleggend: er is geen orgaan dat het grotere plaatje voor ogen houdt en eenduidige beslissingen neemt voor het goed van de proftour. Op dit ogenblik zijn er zeven machtspolen (ATP, WTA, ITF en de vier grandslamtoernooien) die elkaar liever tegenwerken dan tot een consensus te komen – kijk naar Roland Garros dat zichzelf zonder overleg midden september inplantte op de kalender. Eén bestuur met vertegenwoordigers van elk compartiment, met aan het hoofd een voorzitter als uithangbord, zou veel kunnen oplossen.
2. Spelersvakbond
Tennis is een individuele sport waarbij iedereen eerst naar het eigen gewin kijkt. Daarom is het zo moeilijk om met één stem naar buiten te komen. Novak Djokovic heeft bijvoorbeeld andere interessepunten dan Kimmer Coppejans. Zelfs Roger Federer plaatste de door zijn managementbureau georganiseerde Rod Laver Cup drie jaar geleden zonder scrupules half september op de agenda, waardoor het evenement in concurrentie kwam met bestaande ATP-toernooien. Ieder voor zich.
Mochten de spelers zich kunnen verzamelen achter een gezamenlijk streefdoel, het beter maken van de tennistour, dan zouden ze wat meer gewicht in de schaal kunnen leggen. Het oprichten van een WhatsApp-groep met daarin alle mannen van de top honderd is alvast een eerste stapje in de goede richting.
3. Verdeling prijzengeld
Het prijzengeld in de grandslamtoernooien wordt elk jaar hoger. Voor de mindere goden zijn die vier passages per jaar langs de kassa, a rato van ongeveer 45.000 euro voor een eerste ronde, van groot belang. De Australische Ashleigh Barty kreeg vorige winter 4,4 miljoen voor het winnen van de Masters. Maar uiteindelijk kunnen die toppers het gerust stellen met wat minder.
Volgens Patrick Mouratoglou, de coach van Serena Williams, heeft de grote groep onder de toplaag het niet makkelijk, zeker in deze coronatijden. “In tegenstelling tot basket- of voetbalspelers hebben tennissers geen jaarlijks salaris om op terug te vallen. Ze zijn onafhankelijke contractspelers. Het stuit mij tegen de borst dat de nummer honderd in een van de meest populaire sporten in de wereld er amper kan van leven.” Uit een internationaal onderzoek in 2018 bleek dat slechts 250 tot 350 tennissers genoeg verdienen om rond te komen.
Door het prijzengeld in de laagste categorie van toernooien op te trekken, krijgen die mindere spelers wat steun. Zo komen ze ook minder in de verleiding van de gokmaffia om wedstrijden te verkopen.
4. Meer gemengde toernooien
Naast de vier grandslamtoernooien geeft bijvoorbeeld Indian Wells evenveel prijzengeld aan mannen als aan vrouwen. Maar door de verschillende opbouw van beide circuits, waardoor toernooien niet hetzelfde belang hebben, is dat niet altijd aan de orde. De mannen- en vrouwentour op elkaar afstemmen en meer gemengde tornooien aanbieden kan een oplossing zijn.
Het ATP-circuit kaapt de laatste jaren de aandacht weg door de voortdurende aanwezigheid van de Heilige Drievuldigheid (Federer, Nadal en Djokovic). Zoiets werkt echter cyclisch en dus zou het zomaar kunnen dat mannentoernooien over enkele jaren blij gaan zijn als ze ook Osaka, Andreescu en Kenin kunnen programmeren. Datzelfde geldt voor de kleinere evenementen, die dan wel financiële en logistieke (meer trainingsbanen) inspanningen zullen moeten doen. Stel u even voor dat de European Open in Antwerpen naast David Goffin ook Kim Clijsters en Elise Mertens kan presenteren.
5. Opgekuiste kalender
Dat het ene seizoen eindigt met de Davis Cup en het volgende jaar begint met de ATP Cup, twee identieke landencompetities, is natuurlijk van de pot gerukt. Maak er één wereldbeker tennis van in de aanloop naar de Australian Open. Pak er de Fed Cup nog bij, zorg voor een groot (gemengd) evenement om de aandacht te trekken met de beste innovaties en het geld om de perfecte show af te leveren.
Met een seizoenseinde in oktober krijgen spelers voldoende rust, zodat ze zich niet voortijdig opbranden. Afsluiten kan met de Masters (eventueel op dezelfde locatie voor vrouwen en mannen) en eventueel de Rod Laver Cup.
De mannenbond ATP hoopt dit seizoen trouwens in augustus te hervatten. “We hebben vijftig verschillende kalenders klaarliggen en wijzigen die elke dag”, verklaart ATP-voorzitter Andrea Gaudenzi. “Als we in augustus kunnen tennissen, gaan we toch nog een seizoen met drie grand slams en zes Masters 1.000-toernooien hebben. Ik heb er goede hoop op dat we de Amerikaanse zomertoer kunnen starten met Toronto, Cincinnati en vervolgens de US Open.”