InterviewGeert Noels
‘PSG, Barcelona, Real Madrid: het zijn reuzen op lemen voeten’
Lionel Messi die zijn jeugdliefde Barcelona verlaat voor nouveau riche PSG. Chelsea dat Romelu Lukaku terugkoopt voor 115 miljoen euro. De megalomane Super League die aan de horizon prijkt. ‘Het voetbal is gedoemd om in elkaar te storten’, vreest econoom Geert Noels.
In 2019 schreef Geert Noels (53) het boek Gigantisme. Overal in de maatschappij worden de groten groter, een select kransje machthebbers krijgt steeds meer macht. Daar zien we in het voetbal elke week opnieuw voorbeelden van.
“Wat er nu op de internationale transfermarkt gebeurt, is een duidelijk teken van gigantisme”, zegt Noels. “Ook van hoe gigantisme uiteindelijk zelfdestructief wordt. Want wie naar de deal van Lionel Messi naar PSG kijkt, ziet dat er iets fout zit. Het financiële plaatje klopt niet meer. Al die grote clubs lijken misschien wel bijzonder rijk en sterk, maar op een paar uitzonderingen na zijn ze dat niet. PSG, Barcelona, Real Madrid: het zijn reuzen op lemen voeten. Ploegen die afhankelijk zijn van heel schimmige constructies om te overleven. Heel veel van die superclubs torsen enorme schuldenlasten en hebben financiers die in België niet door de criteria van de banken zouden komen.”
De Financial Fair Play moest de transfermarkt eerlijker maken. Maar kijk: PSG zet Messi, Neymar en Mbappé in dezelfde ploeg.
Noels: “Het feit dat de Financial Fair Play niet in staat is om tot een rechtvaardiger transfersysteem te komen zegt iets over de machteloosheid bij de Europese voetbalbond UEFA. Daar zitten ze met handen en voeten gebonden. Omdat het bestuur van de UEFA in sterke mate gebonden is aan de PSG’s van deze wereld.
“Die heel grote clubs worden gefinancierd door onethisch geld of blijven overeind door onhoudbare schuldenstructuren. De Financial Fair Play is een lachertje. Hebben die regels gezorgd voor het vertrek van Messi bij Barcelona? Misschien ergens, een héél klein beetje. Maar Messi kon vooral niet blijven met het oog op de Super League. Cynisch genoeg was het aartsrivaal Real Madrid die Barcelona daarvan overtuigd heeft. Soit, ik vertel dit omdat ‘clubliefde’ zo vaak terugkomt in de verklaringen.
“Deze hele Messi-saga wijst op de enorme excessen die er aan de voetbaltop plaatsvinden. Te weinig governance bij de UEFA of de nationale bonden; te veel verwevenheid tussen clubs, politiek en een aantal machtsbastions. Het financieel-ethische luik van de voetbalsport is een lege doos.”
Zijn er ook voorbeelden van clubs die niet leiden aan gigantisme?
“Er zijn wel uitzonderingen. Bayern en Ajax doen het goed, op kleinere schaal Club Brugge. Maar daarnaast zijn er talloze voorbeelden waar het fout loopt. Inter, Juventus, Barcelona, een aantal Engelse clubs: allemaal organisaties die ofwel tot over hun oren in de schulden zitten, of met duistere geldschieters samenwerken.”
Is er een uitweg uit deze spiraal?
“De enige manier om die cyclus te doorbreken is door échte Financial Fair Play te lanceren. Eerlijke regels die ook ethisch correct zijn. Maar dat ligt blijkbaar moeilijk. Ik heb uit goede bron vernomen dat alle giganten van het Europese voetbal die het financieel lastig hebben een bail-out zullen krijgen. Ze zouden de kans krijgen om hun schuldenlast significant te verminderen. Dat is helemaal verkeerd. In een vrije markt moet zo’n superclub ook failliet kunnen gaan. Kleinere ploegen die wel gezond zijn kunnen dan hun spelers overkopen tegen ‘redelijke’ prijzen. Op die manier zou het hele ecosysteem van het voetbal gezonder worden.
“Mag ik het ook vreemd vinden om te zien hoeveel bestuurders en atleten zelf aan de oppervlakte een high moral ground uitspreken. Maar kijk iets dieper en er blijft niets van overeind. Bij de clubs die de afgelopen jaren de Champions League hebben gewonnen wemelt het van de oligarchen. Dat passeert allemaal. Spelers zelf hebben grote morele verklaringen over racisme, ongelijkheid, clubliefde. Maar de Catalaanse tranen van Messi zijn nog niet opgedroogd of hij staat op een balkon in Parijs te lachen. Moeten we dat nog allemaal ernstig nemen? Of zouden we in heel dat circus eens moeten focussen op de financiële spelregels?”
In uw boek beschrijft u hoe de Champions League ervoor gezorgd heeft dat het internationale voetbal nu gedomineerd wordt door een handvol superclubs.
“De intrede van de Champions League heeft veel veranderd. Tot 1992 deden ook kleine landen het goed in de Europese competities. Anderlecht, Club Brugge, Antwerp en zelfs KV Mechelen konden iets betekenen in de internationale bekercompetities. Sinds de creatie van de Champions League is dat helemaal veranderd. Omdat wie deelneemt meer geld krijgt. De grote landen en de grootste clubs krijgen systematisch meer centen. Dat heeft een voorsprong gecreëerd die niet meer in te halen valt. Nu worden de beste spelers van de Belgische clubs snel weggekocht. Club Brugge, Anderlecht, Racing Genk doen Europees niet meer mee. De Belgische supporter moet al blij zijn als een ex-speler van hun club bij een Europese topclub geraakt.”
Wat opvalt: niemand vindt het een goede zaak dat de salarissen en transfersommen de pan uit swingen, maar toch volgen we met 100.000 de vlucht van Messi of schuiven we kilometers lang aan voor zijn truitje bij PSG. Blijkbaar houden we ergens toch van dat gigantisme.
“Ik weet dat niet. Denk je dan dat de fans niet zouden aanschuiven mocht het om een lokale speler gaan? Wat ook jammer is: het onvoorspelbare is verdwenen uit het voetbal. Vroeger was dat een groot deel van de aantrekkingskracht. Als Genk al zijn talenten van de voorbije vijftien jaar bij elkaar had kunnen houden, zou dat een ploeg geweest zijn die iets kon betekenen in de Champions League. Nu is dat onmogelijk.
“Het Europese voetbal draait om twaalf superclubs, al de rest zijn figuranten. Het voetbal gaat nu om een zoektocht naar de perfectie. Het galactische spel. De perfecte spelers bij de perfecte clubs, die voor het vermaak van de man in de straat de kleinere ploegen in de pan mogen hakken.”
Kunnen we de potentiële creatie van de Super League niet als iets positiefs zien? Bovenaan zul je de superclubs hebben die met miljarden goochelen. Maar de kleine en middelgrote clubs zullen zuiniger moeten zijn, meer inzetten op lokale verankering. Een kans om terug te keren naar het voetbal van vroeger.
“Dat is waar. Maar mijn boodschap gaat meer naar de top. De giganten van het voetbal mogen meer dan de rest. Voor hen gelden andere spelregels. Dat geldt trouwens ook op nationaal vlak. In België hebben bepaalde clubs een licentie gekregen, kleinere ploegen waren er wellicht niet mee weggekomen.
“Men moet weten wat men wil. Ofwel gelden de financiële regels voor iedereen, zoals de buitenspellijn ook dezelfde is voor alle ploegen. Ofwel vindt men kromme regels uit met als doel het oligopolie van de machtigste clubs in stand te houden. Op dit moment is het het tweede.
“Maar dat is een heel wankele situatie. Onhoudbaar zelfs. De mogelijkheden van die staatsfondsen en oligarchen zijn niet eindeloos. Nog problematischer zijn de ploegen die enorme schuldenstructuren hebben. Hoe meer je die opblaast, hoe harder de neergang zal zijn. Dat zit eraan te komen.
“De transfermarkt draait opnieuw op volle toeren. Maar we weten niet hoe die deals concreet gefinancierd worden. Ik neem nog eens het voorbeeld van Messi. Barcelona wilde zijn jaarloon over vijf jaar spreiden, maar zou tegelijkertijd ook toekomstige inkomsten naar vandaag halen. Je moet geen groot econoom zijn om te beseffen dat daar iets scheef zit. Dat is een beetje zoals de Belgische overheid doet met de begroting. Dat kan even werken, maar het is niet houdbaar. Het is ongezond. Met dat verschil dat de clubs geen geld kunnen drukken of belastingen kunnen heffen. Het voetbal is gedoemd om in elkaar te storten.”
Is dat dan een positieve of negatieve conclusie?
“Dat is optimistisch voor de lokale ploegen, voor de traditieclubs die gezond geleid worden. Maar er zit een pessimistisch kantje aan. We weten niet hoelang het nog zal duren voor het huidige systeem instort. Het zou al een heel stuk helpen mocht de UEFA niet proberen de noodlijdende clubs te redden. Laat ze maar failliet gaan. Alleen zo kan het ecosysteem zich herstellen.”