VooruitblikWielrennen
Pogacar kan alles. Maar kan hij ook winnen in Sanremo?
De Ronde van Lombardije, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Tadej Pogacar mocht er de voorbije maanden, afhankelijk van de sponsor, met prosecco of champagne op het podium vieren. De manier waarop de Sloveen telkens weer de klus klaart, maakt van hem zaterdag een van de topfavorieten voor winst in Milaan-Sanremo.
Vergeet Chris Froome, vergeet Geraint Thomas, vergeet al die andere Tour-winnaars die de voorbije jaren alleen maar in de Tour wisten te pieken. Met Tadej Pogacar is een nieuw fenomeen opgestaan. De Sloveen van 23 houdt van het eendagswerk en rijdt er niet voor spek en bonen bij. Integendeel, hij kleurt mee de koers en vindt plezier in elke uitdaging die hem wacht.
Stress kent hij naar eigen zeggen amper. Ja, voor de UAE Tour van zijn sponsor en ja ook wel wat voor de Tour de France, maar het verlamt hem niet. “Ik noem het gezonde stress”, verklaart hij. “Het houdt me gemotiveerd, ik zet mezelf niet onder druk op een moeilijke manier. Het helpt je meer vooruit om gewoon relaxed aan een wedstrijd te starten.”
En dat doet hij. Als je hem bezig ziet voor, tijdens en na een rittenkoers lijkt alles van hem af te glijden. Zijn waarde: 6 miljoen euro per jaar, maar de Sloveen koerst rond alsof hij een junior van 17 is die zich amuseert in elke wedstrijd waar hij aan de start komt. “Ik koers gewoon graag, we starten om te winnen met de ploeg en dat probeer ik ook te doen”, legt hij uit. “Er is niets mooier dan je ploegmaten terugbetalen met een zege als ze net 200 kilometer voor je in de koude en tegenwind hebben gekoerst.”
‘Pogiboy’ was de topfavoriet in de Strade Bianche en in Tirreno-Adriatico. Twee keer won hij met sprekend gemak, van nervositeit was nooit sprake. “Hij is een heel vrolijke jongen, je krijgt hem moeilijk van zijn stuk”, vertelt ploegmaat Mikkel Bjerg. “Eerlijk gezegd, het is een plezier om met hem te koersen. Hij is ook heel dankbaar voor het werk dat je doet.”
De tweevoudige Tour-winnaar lijkt altijd goedgezind en stapt glimlachend door het leven. Vlak voor een van de sleutelritten in de voorbije Tirreno-Adriatico zagen toeschouwers hem gekscherend aan het startpodium in Sefro staan. Snel schudde hij nog even de benen los met een klein dansje en gaf hij, na een sprongetje over de trappen, ploegmaat Formolo een vriendelijke tik op de poep. Gekscheren, jongens onder elkaar, je kent dat wel. Zelfs wanneer hij in de koers samen met medefavorieten Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard de verkeerde kant wordt uitgestuurd, blijft na afloop de glimlach op het gezicht stralen. Het lijkt hem allemaal niet te deren.
“Hij rijdt hier zo ongelooflijk sterk”, puft concurrent Vingegaard nog na. Net zoals in de Tour van vorig jaar moest de Deen vrede nemen met een tweede plaats in het eindklassement van de Tirreno-Adriatico. “Tadej is een fenomeen. Ik kon alleen maar toekijken toen hij van me wegreed op de klim naar Carpegna, er was gewoon niets aan te doen.”
Kan dit fenomeen zijn slag ook slaan in Milaan-Sanremo? Traditioneel een wedstrijd voor sprinters, maar de laatste pure sprinter die er triomfeerde is alweer Arnaud Démare, in 2016, en aan die overwinning hing een geurtje. De Fransman zou aan de klink van zijn ploegwagen gehangen hebben bergop. Een gerucht dat nooit werd gestaafd. Anno 2022 doet het er niet meer toe. Sindsdien brachten Michael Kwiatkowski, Vincenzo Nibali, Julian Alaphilippe, Wout van Aert en Jasper Stuyven de klassieker op hun palmares. Allrounders met een punch bergop, geen pure sprinters zoals ooit Mark Cavendish, Oscar Freire, Erik Zabel of Mario Cipollini.
Komt Tadej Pogacar in dat lijstje te staan? Het peloton houdt er alvast rekening mee. Sprinter Alessandro Petacchi won La Primavera in 2005 en zag de voorbije weken als televisiecommentator de krachtpatserij van de ranke Sloveen vanop de eerste rij. “Hij heeft de kwaliteiten, het talent om eender welke wedstrijd te winnen”, vindt de Italiaan. “Hij won al Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije, hij was ook de beste in de Strade Bianche. Hij kan de Ronde van Vlaanderen winnen en ik geef hem ook kansen in La Primavera. Als je ziet hoe sterk hij nu koerst, met branie en lef, met vertrouwen, dan zal hij zeker iets ondernemen in Milaan-Sanremo en niet zomaar de sprint afwachten.”
Ook Alexander Kristoff, winnaar in 2014, is ervan overtuigd dat de Sloveen een derde Monument op zijn naam kan brengen. “Hij koerste in de Tirreno op bijzonder hoog niveau,” zegt hij, “een pak beter dan de rest. Natuurlijk wordt het niet gemakkelijk voor hem in Milaan-Sanremo. De karakteristieken van die koers zijn niet meteen op zijn lijf geschreven, maar met de conditie die hij nu heeft en het vertrouwen dat hij de voorbije weken tankte, kan hij zeker een gooi doen naar de winst. Hij is zo’n compleet renner, de sterkste renner ooit met wie ik in mijn carrière al heb gekoerst. Ik ben heel trots dat ik deel uitmaakte van de ploeg die met hem in 2020 zijn eerste Tour de France won.”
Maar het is ook weer niet zo dat Pogacar enkel moet aankomen om zeker te zijn van winst, vindt Tim Wellens dan weer. “De Strade Bianche is toch helemaal anders dan Milaan-Sanremo”, meent de renner van Lotto-Soudal die Pogacar zag wegrijden op de Italiaanse grindwegen. “Als je de beste bent in de Strade, dan win je die koers. Iedereen komt daar op zijn plaats terecht. Die wedstrijd is zwaar genoeg om het verschil te maken. Maar een wedstrijd zoals Milaan-Sanremo is andere koek. Je moet er echt al heel ver bovenuit steken om weg te geraken op de Poggio, een groot gat te slaan en voorop te blijven tot aan de meet.”
Pogacar won Luik-Bastenaken-Luik na een sprint met een klein groepje, hij toonde zich toen sneller dan Julian Alaphilippe. Wil hij triomferen in Milaan-Sanremo dan moet hij, zoals Wellens stelt, onderweg enkele rappe mannen kwijtspelen. Caleb Ewan had vorig jaar geen enkele moeite met de versnellingen op de Poggio, enkel de aanval van Jasper Stuyven in het slot nekte zijn kansen. Wout van Aert is in principe ook altijd sneller dan de Sloveen.
Dus rest Pogacar maar één taak. Verdomd hard uitpakken op de slothelling. Of probeert hij het al vroeger? Met een verre aanval? “Iedereen suggereert dat ik Milaan-Sanremo kan winnen,” antwoordde hij na zijn eindwinst in de Tirreno-Adriatico, “maar het is een speciale koers. Sprinters kunnen er winnen, klimmers ook. Het is een van de makkelijkste wedstrijden om te rijden, maar de moeilijkste om te winnen. De Strade Bianche valt niet te vergelijken met La Primavera. De wedstrijd over de grindstroken is meer geschikt voor renners die tien, vijftien minuten kunnen klimmen. Milaan-Sanremo heeft alleen de Cipressa, die niet erg steil is, en de Poggio, maar dat is slechts een inspanning van zes minuten. Het wordt moeilijk voor mij. Iedereen die in vorm is, raakt over de Poggio en dan eindigt de koers met een sprint of rijdt misschien iemand na een solo naar de winst.”
Een solo, laat dat net zijn handelsmerk zijn van de voorbije weken. “Dat zou wel wat zijn,” lacht hij, “maar het lijkt me heel moeilijk om met een vroege aanval te winnen. Misschien zou ik het kunnen proberen vanaf de Cipressa, maar het lijkt me weinig waarschijnlijk.”
“Het wordt zeker en vast een interessante koers”, voorspelt wereldkampioen Julian Alaphilippe, die de wedstrijd in 2019 won en er nog twee andere keren op het podium stond. “Tadej rijdt echt op een heel hoog niveau. Of hij de wedstrijd harder zal maken om zijn kansen te vergroten? Dat moet je aan hem vragen, hoe dan ook als hij een kans ziet, dan zal hij die grijpen, zeker met de benen waarmee hij nu rondrijdt.”