Tour de France
Peloton is boos om ‘zeepsop’ in Nice
De eerste etappe van de Tour de France, van en naar Nice, was zaterdag vooral een discussiestuk. Het ging nauwelijks over winnaar Alexander Kristoff, maar veel meer over de talrijke valpartijen.
De ervaren Tony Martin, tempobeul in dienst van Jumbo-Visma, haalt tijdens de openingsetappe van de Tour in de stromende regen beide handen van het stuur. Wapperend met zijn armen maant ‘der Panzerwagen’ het peloton in zijn kielzog tot kalmte.
Alsof de renners na de onzekerheden over de herstart van hun sport en het keurslijf van protocollen tegen Covid-19 nog niet genoeg te verduren hebben gehad, liggen de wegen in de heuvels noordelijk van Nice er na weken van droogte ineens spekglad bij. Olie drijft op het asfalt. “Dit was zeepsop”, oordeelt Martins ploeggenoot Wout van Aert na binnenkomst in Nice.
Er is nog 53 kilometer te gaan als de Duitser steun zoekt en vindt bij zijn collega’s. Voorafgaand daaraan zijn tientallen renners onderuitgegaan, onder wie topsprinters als Caleb Ewan, Sam Bennett en Europees kampioen Giacomo Nizzolo. Pavel Sivakov, de jonge Rus van Ineos, een belangrijke assistent van Tour-winnaar Egan Bernal, smakt tegen het asfalt. Eenzaam, met bebloede elleboog, probeert hij de schade te beperken, maar loopt toch een achterstand van dertien minuten op. Zelfs nadat de renners het tempo drukken, gaat het mis. George Bennett, ook van Jumbo-Visma, glijdt in een bocht onderuit.
Zondag wordt de schade nog duidelijker. Lotto-Soudal is al twee renners kwijt. John Degenkolb was al te te laat binnengekomen, Philippe Gilbert is met een gebroken knieschijf naar huis. Rafael Valls van Bahrein-McLaren geeft op met een gebroken dijbeen. Diens ploegmaat Wout Poels heeft een gebroken rib en een pijnlijke long, maar gaat vandaag wel van start.
Astana zet door
Routinier Robert Gesink van Jumbo-Visma, zelf ook gevallen, is na afloop furieus. Hij verwijt de internationale wielerfederatie UCI niet te hebben ingegrepen. De koers had volgens hem eerder geneutraliseerd moeten worden. De jury besloot tijdsverschillen pas vanaf drie kilometer voor de finish te elimineren.
Gesink: “Dit was belachelijk. Het was kennelijk niet gevaarlijk genoeg. De UCI doet niks, ze laten het gaan. De sport heeft de afgelopen weken zoveel gevaarlijke momenten gezien, dit was een kans geweest om te laten zien dat ze aan onze kant staan, dat wij konden zeggen: bedankt UCI. Gelukkig was er eensgezindheid in het peloton.”
Teamgenoot Tom Dumoulin is milder. Hij verwachtte niet dat de jury zou ingrijpen. “Het was tricky, maar het was niet over de limiet. Dit is wielrennen, hier moeten wij mee omgaan, we rijden vaak genoeg in de regen. Het is altijd oppassen. De jury kan niet voelen hoe glad het is. Dit moeten we zelf beoordelen.”
Alleen Astana onttrekt zich enkele kilometers na het gebaar van Martin aan de zelf opgelegde discipline. Vier renners versnellen in de laatste en bochtige afdaling. Ze krijgen meteen de rekening gepresenteerd. Kopman Miguel Angel López, rijdend in derde positie, slipt. Zijn fiets komt dwars op de weg te staan en in de houding van een speedwaycoureur stevent de Colombiaan, alsof hij over een ijsbaan glijdt, op een verkeersbord af. Hij komt er met wat kleerscheuren vanaf. Dumoulin: “Je snapt het niet. Gelukkig vielen ze. Lekker voor ze.”
Opvolger van Hushovd
Het idee van Van Aert dat hij op zeepsop reed, lijkt heel even meer werkelijkheid dan hij zelf vermoedde. Op sociale media passeert zaterdagavond de suggestie dat er schuim op het wegdek is beland, afkomstig van een voertuig in de reclamekaravaan dat wasmiddel aanprijst. Zondag, in een grote loods vlak voor het vertrek, ontkent de bemanning stellig. Er zijn alleen zeepbellen gespoten bij vertrek en aankomst. Bovendien is de karavaan niet in het bergachtige gedeelte van het parcours geweest, waar zoveel renners onderuit gingen.
Als twintig kilometer voor de finish de wegen weer breed en vlak zijn, komt er weer vaart in het peloton en volgt de verwachte eindsprint alsnog. De Noor Alexander Kristoff, overeind gebleven in de etappe, wint en pakt meteen de gele trui door in de laatste meters Cees Bol, sprinter voor Sunweb, te passeren. “Ik zag hoe hij vroeg aanging en hoe hij snelheid begon te verliezen. Ik voelde me sterk. Dit is een geweldig gevoel.” Hij is de tweede Noor, na Thor Hushovd, die in de Tour de gele trui kan aantrekken.
Bol ziet ook nog wereldkampioen Mads Pedersen uit Denemarken voorbijsteken. De Noord-Hollander is toch tevreden met zijn derde plek. “Ik opende de sprint zelf, ik ging uit van mijn eigen kracht. Het was net iets te ver. Maar het gevoel is goed. Ik heb het vertrouwen dat er meer mogelijk is. Straks gaan we kijken wat er beter kan.”
Zelfs op de Promenade des Anglais is het nog niet gedaan met de tuimelingen. Belangrijkste slachtoffer is Thibaut Pinot, de Franse hoop voor het geel in Parijs. Hij valt nog net binnen de drie kilometer, klimt gehavend weer op de fiets en krijgt het tijdverlies van 4:15 niet aangerekend - het is wel mooi genoeg geweest, zo.