Zaterdag 25/03/2023

AchtergrondSport in VS

Ook Dallas Mavericks weet nu: aan het Amerikaanse volkslied raak je niet

Spelers en stafleden van Dallas Mavericks luisteren naar het volkslied voor de partij tegen Atlanta Hawks, vorige week woensdag. Beeld AP
Spelers en stafleden van Dallas Mavericks luisteren naar het volkslied voor de partij tegen Atlanta Hawks, vorige week woensdag.Beeld AP

Basketbalclub Dallas Mavericks speelt het Amerikaanse volkslied liever niet, maar zwicht na een golf van protest. Ook in de NBA blijkt de traditie dus doorslaggevend.

Koen van der Velden

Bijna twee maanden na het begin van de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA viel het een journalist op: bij thuiswedstrijden van Dallas Mavericks werd het volkslied niet meer gespeeld. Een bewuste keuze, zo bleek, maar na een berisping van de NBA klonk de ‘Star-Spangled Banner’ woensdagavond als vanouds. En opnieuw bleek het volkslied een heet hangijzer.

Bij alle profclubs in de Verenigde Staten wordt het voorafgaand aan wedstrijden gespeeld, maar op initiatief van eigenaar Mark Cuban had de club in Dallas voor het seizoen besloten om te breken met de traditie. Volgens sportblog The Athletic, dat de omissie ontdekte, waren de Texanen de eersten sinds mensenheugenis die het gebruik schrapten.

“Sommige mensen hebben het gevoel dat hun stem niet wordt gehoord”, verklaarde Cuban, verwijzend naar de demonstraties tegen politiegeweld en racisme van afgelopen zomer. “Zij vinden dat het volkslied hen niet vertegenwoordigt.”

In de coronavrije bubbel waarin de basketbalcompetitie haar seizoen vorig jaar volbracht, knielden bijna alle spelers en coaches uit protest tijdens het volkslied. Cuban zou er een vervolg aan hebben willen geven, om de dialoog op gang te houden.

De eigenaar had toestemming gekregen van NBA-baas Adam Silver, die de aankleding van wedstrijden dit seizoen bij uitzondering aan de teams zelf overliet. In het coronajaar zou toch al weinig bij het oude blijven − bij elf van de dertig clubs zijn momenteel toeschouwers in kleinen getale welkom.

Het besluit van de club om het volkslied niet meer af te spelen, werd stilgehouden. Vorige week bleek waarom.

Vraag aan Biden

In het conservatieve Texas leidde het nieuws tot een golf van verontwaardiging. “Een klap in het gezicht van alle Amerikanen”, sprak Dan Patrick, de luitenant-gouverneur van de staat. “Cuban kan de club beter aan een echte patriot verkopen.” Ook opperde hij het afspelen van het volkslied bij sportevenementen wettelijk te verplichten.

In het Witte Huis kreeg zelfs de persvoorlichter van Joe Biden vragen over de kwestie. Ja, de president respecteert de vlag, klonk het voorzichtig, maar vindt ook dat vaderlandsliefde betekent dat je beter van je land mag verwachten.

Mavericks-eigenaar Mark Cuban:
Mavericks-eigenaar Mark Cuban: "Sommige mensen vinden dat het volkslied hen niet vertegenwoordigt."Beeld Richard Shotwell/Invision/AP

Vanuit de NBA kon Cuban vooral rekenen op bijval. “Dit moet overal gebeuren”, zei Stan van Gundy, coach van New Orleans Pelicans. “Als je vindt dat het volkslied bij sportwedstrijden moet worden gespeeld, speel het dan ook af in bioscopen, concertzalen, kerken of aan het begin van een kantoordag. Wat heeft het voor zin?”

Vorige woensdag was de nationale hymne weer te horen in de American Airlines Arena, waar Dallas tegen Atlanta Hawks speelde. Een dag eerder verklaarde de NBA nog de beslissing aan de clubs over te laten, maar daar kwam de competitie vervolgens haastig op terug.

Cuban zei te kunnen leven met het besluit. “We zouden het toch wel weer gaan spelen, waarschijnlijk als het publiek terugkeerde.”

De traditie stamt uit woelige tijden in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Het volkslied zou voor het eerst gespeeld zijn in 1862 bij een honkbalwedstrijd tijdens de Amerikaanse burgeroorlog.

In 1918, toen de Eerste Wereldoorlog tienduizenden Amerikaanse levens had gekost, werd het lied vaste prik bij wedstrijden in de honkbalfinale tussen Chicago Cubs en Boston Red Sox. Een van de spelers, een marinier op verlof, besloot te salueren. Anderen plaatsten hun hand op het hart. Tijdens de Vietnam-oorlog besloot Pete Rozelle, baas van de Major League Baseball, zijn spelers te verplichten om tijdens het volkslied hun helm af te nemen en stil te staan.

Patriottisme

De discussie over het volkslied werd in 2016 aangewakkerd door American football-speler Colin Kaepernick, die uit protest tegen politiegeweld knielde tijdens de hymne. Het zou zijn (voorlopig) laatste seizoen worden in de National Football League (NFL), die in 2018 een regel invoerde die staan verplicht.

De NBA kende al langer een soortgelijk beleid, maar net als in de NFL wordt het in de praktijk nauwelijks nageleefd. Afgelopen zomer, na de dood door politiegeweld van George Floyd, werd in vrijwel alle Amerikaanse competities geknield tijdens het volkslied.

Het afspelen daarvan is een van de vele uitingen van patriottisme tijdens sportevenementen. Wie in de Verenigde Staten een stadion bezoekt, verzuipt erin. Overal klinkt het lied ‘God Bless America’, worden reusachtige vlaggen uitgerold of militairen op het veld herenigd met hun gezin.

Uit een rapport uit 2015, onder meer opgesteld door de inmiddels overleden, conservatieve senator John McCain, bleek dat het Pentagon clubs met name sinds de aanslag van 9/11 miljoenen dollars aan belastinggeld betaalde voor de promotiemomenten. Die gebruikte defensie als een middel voor het werven van rekruten, zo werd zonder schroom toegegeven.

Onder het Amerikaanse sportpubliek veroorzaakten de onthullingen nauwelijks opschudding. Tornen aan vermeend patriottisme, betaald of niet, ligt uiterst gevoelig. Hetzelfde geldt voor het volkslied, zo bleek in het stadion van Dallas Mavericks.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234