F1GP Abu Dhabi
Ongenaakbare Max Verstappen sluit seizoen in schoonheid af
Met een race die niets om het lijf had viel in Abu Dhabi het doek over een wel zeer merkwaardig seizoen. Eentje met te veel races, te weinig publiek en vooral te weinig spankracht. En of iedereen tevreden was dat het gedaan is. En toch valt heel wat te leren uit dit morose seizoen.
Abu Dhabi was de zeventiende grand prix van het seizoen. Uiteraard ook zonder ziel in de tribune. En journalisten die het hele weekend de perszaal niet uit mochten, met uitzondering van de televisiejongens. Helmut Marko, sportieve baas van Red Bull, vatte het vrijdag al perfect samen: “Hier wordt een mens almaar depressiever van”.
Waarom dan toch zeventien koersen, in dit logistiek moeilijke jaar? Liberty Media, houder van de commerciële rechten en dus eigenaar van de Formule 1, wilde geen risico’s nemen want het moet minstens vijftien races op de kalender krijgen. Je wist maar nooit dat er op de valreep nog een paar zouden sneuvelen zoals bijna gebeurde met Imola. Zijn het er geen vijftien, dan kunnen de tv-stations contractueel gaan knibbelen aan de 600 miljoen euro die ze samen ophoesten. En dat was pure horror geweest, want aangezien de rest van de financiële constructie waarop F1 gestut is niet meer klopte (circuits die niet moesten betalen omdat ze geen tickets konden verkopen) liep het verlies nu al in de honderden miljoenen.
Om aan zeventien races te komen, moest de Formule 1 uitwijken naar circuits die aanvankelijk niet op de kalender stonden. En zie: het was een opluchting, die F1-bolides nog eens te zien koersen op échte circuits als Imola, Istanbul, Portimao of Mugello en, ja, zelfs de Nürburgring. Natuurlijk zullen de bonzen van de F1 daar geen rekening mee houden zodra het oude normaal terugkeert en het startgeld dat ze veil hebben beslist welke circuits op de kalender komen.
Ook geleerd dit seizoen, waarin we na twee races al wisten dat Lewis Hamilton zijn zevende titel zou pakken: dat het prestatieverschil tussen de auto’s te groot geworden is. George Russell, een week geleden in Bahrein met de Mercedes nog gehypet als nieuwe ster en nu weer in de Williams, finishte vijftiende. Zijn naam werd tijdens de race geen enkele keer vernoemd. Of hoe de auto meer dan ooit maar vooral al te zeer de held maakt.
“Ik ben blij dat het voorbij is”, zei Sebastian Vettel voor de start van zijn laatste race in een Ferrari. Lewis Hamilton herhaalde zijn woorden en het algemene gevoel in de paddock na de koers. En schreef zijn relatieve off-day (pas derde) toe aan de fysieke nasleep van zijn Covid-infectie. Maar ook die andere Mercedes was machteloos tegen de Red Bull van Max Verstappen, pole position, snelst gestart en van start tot finish aan de leiding. 55 ronden lang geen spatje spankracht in de top drie.
Meer dan vijftien seconden voorsprong had Verstappen op de Mercedes van Bottas, terwijl hij die de voorbije weken amper kon volgen. Bij Mercedes hadden ze immers gezien dat hun motoren serieus vermoeid waren. En dreigden in de fik te gaan bij zware belasting. Dus werden de dingen maar teruggeschroefd, tot kansloos tegen Max. Ook dat is F1: noem het een marketingbeslissing van een merk dat ook auto’s moet verkopen: liever dat dan een dikke rookpluim uit de kont van een Mercedes zien komen.
Verstappen rouwde er niet om, na een gave prestatie: “Het is een pak makkelijker als je op kop mag starten, maar dit smaakt toch zoet.”