NieuwsJupiler Pro League
Onder Muslic rennen de Cercle-spelers achter alles wat beweegt
Dat Club Brugge een punt uit de brand wist te slepen in de stadsderby is een klein mirakel. De cijfers tonen aan: de kampioen werd onder de voet gelopen door Cercle.
Noa Lang foeterde in de catacomben van het Jan Breydelstadion. Het spelniveau van Club Brugge stond hem niet aan. Tegen Cercle kreeg Club weinig klaar.
Cercle kon ‘bluvn goan’, ironisch genoeg. Dat had Dominik Thalhammer er vorig seizoen al ingeslepen, coach Miron Muslic heeft het alleen nog verfijnd. Cercle telde zondag 28 doelpogingen tegen 7 voor Club en raakte 36 ballen in de zestien van Club, 25 meer dan de ‘bezoekers’. Dat de regerende landskampioen nog een puntje mee graaide na de derby hebben ze vooral te danken aan hun efficiëntie voor doel.
Eddie Lattimore, fysieke coach bij de Vereniging met een verleden bij Tottenham, geeft uitleg bij de cijfers. “We lopen niet gewoon om de beste cijfers te hebben. Die indrukwekkende fysieke cijfers maken deel uit van het Cercle-DNA dat we willen zien.”
Meer tackles
De Vereniging klokte af op 23 tackles, Club slechts op 9. Ook dat wil iets zeggen. Thibo Somers (23) en Olivier Deman (22) waren de belichaming van die vechtlust. Somers liep achter alles wat bewoog, smeet zich in elk duel en trapte acht keer richting het doel van Simon Mignolet, met dat kopbaldoelpunt als hoogtepunt.
Deman klokte af op 12,48 kilometer, Somers in 87 minuten op 10,84. Op zich niet uitzonderlijk – Casper Nielsen en Hans Vanaken liepen ook allebei meer dan 11 kilometer – maar de intensiteit was dat wel. Deman liep 1.430 meter met hoge snelheid (meer dan 20 per uur), Somers zat aan 988 meter.
“Veel Vlaamse, hardwerkende spelers zetten de standaard voor de rest”, zegt Lattimore nog. “We hebben zo voorbeelden genoeg. Ook Miguel Van Damme was zo iemand. Hij stond voor alles wat Cercle wil zijn en de spelers dragen dat met zich mee.”
