Woensdag 22/03/2023

InterviewNoa Lang

Noa Lang: ‘Geloof mij, België gaat me missen als ik weg ben’

Noa Lang houdt de kampioenstrofee omhoog in Brugge na de laatste speeldag in de play-offs. Beeld BELGA
Noa Lang houdt de kampioenstrofee omhoog in Brugge na de laatste speeldag in de play-offs.Beeld BELGA

Praten doet hij zelden. Maar in zijn afscheidsinterview van Club Brugge haalt Noa Lang, opgeroepen voor Oranje in de Nations League, nog eens stevig uit naar alles en iedereen. ‘Ik heb in België niets meer te leren.’

NP

Hartje Rotterdam, in de schaduw van de Erasmusbrug. Noa Lang (22), baggy broek, witte sneakers, lichtbruine hoody: “Ik heb de voorbije maanden veel onzin gehoord en gelezen, maar ik heb er nooit op gereageerd. Tot nu. Omdat ik wist wie op het einde zou lachen.”

Met zijn stokjes grijpt hij naar wat sushi. “Vraag er maar op los, man.”

Smaakt je tweede titel met Club daarom het zoetst?

“Ze zijn allebei mooi. Maar als je twaalf punten achter hebt gestaan en las wat er allemaal over Club is geschreven, dan is deze titel een dikke middelvinger. Deze voelt extra lekker. Dat kan ik niet ontkennen.”

Het is toch logisch dat de druk bij jullie lag?

“Ja. Union wou, wij moesten. Heel België hoopte dat zij kampioen zouden worden. De gunfactor was ongelooflijk groot. Het was wij tegen België, zo zagen we het ook. Opeens kregen zij punten cadeau (doelt op de forfaitzege tegen Beerschot, NP) en waren beslissingen in hun voordeel. Sommige refs in België zijn gewoon schandalig. Weet je, toen ik thuis tegen Union in de slotminuten rechtstond voor de dug-out kwam Boucaut naar me toe. ‘Ga nu zitten’, zei hij, met zo’n haatdragende glimlach, ‘of ik zorg ervoor dat je je laatste rode kaart in België krijgt.’ Komaan, man.”

Je was ongelooflijk gefocust in de Champions’ play-offs. Je hebt je niet laten provoceren.

“Ik moest de mensen nog één keer laten zien wie de baas is. Die reguliere competitie is wel leuk en aardig, maar wanneer de play-offs beginnen moet je er staan. Dat is voor de grote jongens. En ik denk dat ik dat zes wedstrijden lang heb getoond. Mensen doen alsof ik een minder seizoen heb gedraaid, maar daar ben ik het niet mee eens. Over het hele seizoen heb ik voor vijftien assists en negen goals gezorgd. Zelfs op een mindere dag creëer ik nog steeds de meeste kansen en loop ik de meeste kilometers. Dat zien veel mensen niet. Oké, januari-februari was een kutperiode, maar mag het eventjes? Ik heb corona gehad, hartklachten na die boosterprik, buikgriep én problemen met de trainer.”

Waarom botste het zo snel met Alfred Schreuder, die je nog kende van bij Ajax?

“Ik was heel blij toen hij naar Club kwam. Maar al snel had ik het gevoel dat hij mij gebruikte om de macht in de groep te grijpen. Terwijl ik niet meer de Noa van bij Ajax was. Ik had intussen een heel andere status. Dat heb ik hem ook gezegd. Je hoeft na een verkeerde bal op training niet tegen me te schreeuwen. Dat heb ik niet nodig. Ik leg nu eenmaal risico in mijn spel. Daar moet je niet boos voor worden. En vervolgens, als ik dan reageer, nóg iets zeggen. We hebben echt ruzie gehad, man. Veel bonje.

“Seraing was de druppel (Lang liep toen bij zijn wissel meteen naar binnen, NP). Een week later liet hij me van minuut dertig tot minuut tachtig warmlopen. Dan was ik er helemaal klaar mee. Toen ik in maart naar het Nederlands elftal ging had ik hem bijna een bericht gestuurd, dat het beter was dat hij tot het einde van het seizoen niet meer tegen me zou praten.”

Serieus?

“Ja. Nu kan ik erom lachen, maar ik werd echt gek.”

Klopt het dat je tijdens de rust tegen Union, in januari, de kleedkamer hebt afgebroken?

(grijnst) “Ik ben toen wel een beetje boos geworden, ja. Maar in de kleedkamer moet dat toch kunnen? Beter daar dan op het veld of in de gang, waar camera’s hangen. Het idee ook dat je Noa Lang tijdens de rust wisselt. Tegen Union dan nog, op dat moment eerste. Ik geloofde oprecht mijn oren niet. Het sloeg nergens op."

Schreuder heeft naar eigen zeggen ook veel uit jullie conflict geleerd.

“Dat geloof ik. Want als je zag hoe ongemakkelijk het op Club was… (lachje) Je kon een speld horen vallen als ik bij het ontbijt binnenkwam. Maar we hebben het werkbaar gemaakt, na een gesprek met ook mijn mental coach erbij. Schreuder zei dat hij mijn gedrag niet kunnen vond, en ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik niet meer de jongen van bij Ajax was en niet de vrijheid voelde die ik gewoon was. Dat gesprek heeft echt geholpen. Op het einde van het seizoen zei hij letterlijk: ‘Noa mag lopen waar hij wil.’ We hebben er beiden veel uit geleerd. Trouwens, voetbaltechnisch is Schreuder een hele goeie trainer. Niets op aan te merken. Alleen zijn we als personen gebotst.”

Noa Lang traint met de Nederlandse ploeg in Zeist. Beeld Pro Shots / Stefan Koops
Noa Lang traint met de Nederlandse ploeg in Zeist.Beeld Pro Shots / Stefan Koops

Hoe zou je je twee jaar in België omschrijven?

“Ik heb het Belgische voetbal heet gemaakt. Zo denk ik oprecht. Kinderen van zes, zeven jaar hier kennen Club Brugge nu. In Nederland kijkt men ineens naar jullie competitie. Dat was voor ik bij Club speelde niet zo. Geloof mij nou maar, België gaat me missen als ik weg ben. Ik heb jullie voetbal kleur gegeven. Volgend seizoen gaan jullie bidden dat er een Noa Lang rondloopt in België, die dan ook nog eens zo goed kan voetballen.

“Met Nusa staat mijn opvolger eigenlijk al klaar. Ik zeg soms tegen hem voor de grap: ‘Jij bent de enige die na mij het nummer tien mag dragen, want ik weet niet of anderen dat gaan aankunnen. Ze hebben grote schoenen te vullen.’”

Ga jij iets missen?

“De waardering bij Club. En de warme ontvangst bij iedere uitwedstrijd.”

Dat krijg je natuurlijk, als je zelf niet vies bent van wat provocatie. Je hoeft niet op een bal te gaan staan of je vinger telkens op je mond te leggen.

“Ik ben een entertainer. Mensen komen naar het stadion voor jongens als ik. En die vinger op mijn mond is een beetje mijn kenmerk geworden, omdat ik weet hoeveel dat met mensen doet. Ik geniet wel van die sensatie.”

Vertrek je zeker deze zomer?

“Je weet natuurlijk nooit wat er zal gebeuren, maar het staat echt niet op de planning om nog een jaar bij Club te blijven. Ik had vorig jaar al kunnen vertrekken, maar ik ben dankbaar dat ik nog een seizoen ben gebleven. Ik heb echt veel geleerd en ben nu meer klaar voor de volgende stap.”

Waar wil je naartoe?

“Naar een hele mooie, grote club. Een die het liefst in de Champions League speelt. Een club die de top aantikt. Kijk, ik ben 22. Ik hoef niet van Club naar Real Madrid te gaan, die stap is ontiegelijk groot. Bovendien kom je daar dan toe als een jongen van Club. Ik wil eerst elders goed presteren, om dan als een grote jongen bij de absolute wereldtop te tekenen. Dat ik daar sowieso zal geraken, daar ben ik van overtuigd. Ik zit op schema. Het feit dat Louis van Gaal me in maart, toen ik even op de bank zat bij Club, weer selecteerde voor Oranje zegt veel. Hij gelooft heel erg in mij.”

Heeft Van Gaal een stem in jouw beslissing?

“Mensen kunnen me advies geven, maar uiteindelijk is er één iemand die beslist: ikzelf. Ik heb Van Gaal wel al verteld dat dit waarschijnlijk mijn laatste seizoen bij Club was. Hij begreep me. Van Gaal vindt dat ik de wereldtop kan halen. De absolute wereldtop. En als hij dat zegt, waarom zou ik dan naar al die analisten moeten luisteren? Ik ken niet eens hun namen.

“Ik ben me wel bewust van hoe belangrijk deze stap is. Er komt een WK, ik wil mee naar Qatar.”

Roberto Martínez vindt dat jongens als Charles De Ketelaere deze zomer goed moeten nadenken over een transfer.

“Hij heeft een punt. Maar aan de andere kant: hij roept Eden Hazard toch ook altijd op?”

Omdat hij Eden Hazard is.

(knikt) “Hazard is gruwelijk, maar De Ketelaere is toch jullie grootste talent?”

De relatie tussen coach Alfred Schreuder en Noa Lang was vaak moeilijk.
De relatie tussen coach Alfred Schreuder en Noa Lang was vaak moeilijk. "We hebben echt ruzie gehad, man."Beeld Photo News

Stel, je was een clubleider. Hoeveel zou jij dan betalen voor Lang?

“De hoofdprijs. Vorig jaar wilde Club 40 miljoen euro voor me, dat vond ik véél te veel. Het is niet dat we tot in de halve finales van de Champions League waren geraakt, hé. Club zal nu zo’n 30 miljoen willen, maar 25 miljoen vind ik al een mooi bedrag. Dan lever ik hen in anderhalf jaar 19 miljoen winst op. Ik snap wel dat Club het recordbedrag wil breken (30 miljoen voor Kossounou, NP), maar als ik mijn droomtransfer kan krijgen voor 25 miljoen vind ik niet dat het bestuur me dat mag ontnemen. Want ik heb niets meer te leren in België, mijn statistieken spreken voor zich.”

Heb je je kastje al leeggemaakt?

“Neen. Omdat het helemaal nog niet zeker is dat die match tegen Anderlecht mijn laatste was voor Club. Zolang ik onder contract sta en er niets concreet is, ga ik nooit weigeren om voor Club te spelen. Dat verdienen ze niet. Trouwens, voor hetzelfde geld barst het allemaal pas in augustus los, zoals vorig jaar.”

Toen Leeds je wou?

“Die waren concreet, ja. Leeds heeft toen drie keer een bod gedaan. We hebben zelfs onderhandeld, ze waren naar Nederland gevlogen.”

En Arsenal, in januari?

“Omdat een speler van hen echt op het laatste moment wegging (Aubameyang, NP) wilden ze nog snel iemand huren. Maar dat ging niet meer.”

Hoe concreet is AC Milan dezer dagen?

“Ik kan niet ontkennen dat Milan interesse heeft, maar het is niet zo dat ik een persoonlijk akkoord met ze heb.”

Hoe dan ook wens ik je een mooie transfer.

“Doe er maar een mooi WK bij. En op een dag de Champions League. En de Gouden bal. Alleen dan kan ik tevreden zijn met mijn carrière.”

Je hebt nog niet eens de Gouden Schoen gewonnen.

“Schandalig. Dat ik in die tweede ronde tien punten of zo heb gekregen, was puur om wie ik ben. Dat sloeg nergens op. Iedereen weet wie er toen had moeten winnen. Maar het maakt niet uit. Ik ben opnieuw kampioen. Dat is het enige wat telt. Zie hoe rustig ik hier aan het eten ben, met een glimlach op mijn gezicht.”

Zien we je ooit nog terug in België?

(lacht) “Zeker niet.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234