PortretTennis
Nick Kyrgios, nachtmerrie én natte droom van Wimbledon: ‘Hij haalt constant het bloed onder je nagels vandaan’
Volgende maand moet hij in Canberra voor de rechter verschijnen omdat zijn ex hem beschuldigt van mishandeling. Maar eerst speelt Nick Kyrgios deze namiddag zijn kwartfinale op Wimbledon. Overal waar hij verschijnt, schopt hij keet. Voor de tennissport, die smeekt om aandacht, is de Australiër met zijn woede-uitbarstingen en scheldtirades tegelijk een zegen en een vloek.
Op Wimbledon, het oudste (deze week vierden ze ‘100 jaar Centre Court’!) en meest traditionele van de vier grandslamtoernooien, moeten alle deelnemers volledig in het wit gekleed hun wedstrijden spelen. Maar regeltjes zijn niks voor Nick Kyrgios, dus als hij voor het interviewtje na een wedstrijd een zwarte pet opzet, dan stuurt hij daarmee een boodschap uit.
Dat is ook precies wat hij afgelopen zaterdagavond op Court No. 1 deed, vijf minuten na zijn zwaarbevochten, spetterende, spectaculaire zege (6-7, 6-4, 6-3, 7-6) tegen de als vierde geplaatste Griek Stefanos Tsitsipas.
Inmiddels zijn we een paar dagen verder en zitten we op Wimbledon halverwege de tweede en laatste week. Bij de vrouwen houden we voornamelijk nobele onbekenden in het toernooi over, en bij de mannen lijken we voor de zoveelste keer op een finale Djokovic vs. Nadal af te stevenen. Maar net op dat moment duikt daar Nick Kyrgios op, gevaarlijk en disruptief. Hij barst van het pure tennistalent, maar heeft zo’n opvliegend karakter dat hij zichzelf regelmatig de das omdoet. Anderzijds heeft niemand echt vat op hem – en kan zo langzamerhand niemand nog om hem heen.
Hij speelt wanneer hij er zin in heeft, verdwijnt dan soms weer voor maanden van de tennisbaan, en komt dan weer terug, om opnieuw ruzie te maken en overal de krantenkoppen te halen.
“Overal waar ik speel, zitten de tribunes vol”, zei hij na de botsing met Tsitsipas. “De media roepen graag dat ik de sport meer kwaad doe dan goed, maar ik denk dat ze ongelijk hebben.”
Outlaw
Kyrgios is enorm getalenteerd, maar kan niet goed met de wetten van het moderne professionele tennis om. Hij is de grote outlaw van de sport en hij geniet daarvan. Of dacht u dat hij het zelf erg vond als hij weer eens naar een fan spuugt of tegen een lijnrechter tekeergaat?
Even later doet hij misschien vervelend tegen jonge toernooiassistenten die volgens hem nóg maar eens vergeten zijn om een verse handdoek op zijn stoel naast de baan klaar te leggen, of een nieuwe banaan. Hij smijt van woede rackets kapot. Vorig jaar op een toernooi in Californië kwam er eentje na een rare stuit ei zo na in het gezicht van een ballenjongen terecht.
Zo vaak misdraagt Kyrgios zich, dat hij al voor enkele honderdduizenden dollars aan boetes heeft verzameld.
Maar na weer zo’n incident kan hij een minuutje later gewoon de baan opwandelen en een joekel van een ace slaan. Of een bal tussen zijn benen terugmeppen. Want vergis je niet: de Australische tennisvulkaan beschikt over een ongelooflijk slagenarsenaal, waarmee hij regelmatig monden doet openvallen.
Kyrgios is een tikkende tijdbom die stadions laat volstromen en ontelbare jonge fans heeft. In de ogen van sommigen is hij een nachtmerrie voor de sport, voor anderen is hij het grootste cadeau dat het tennis zich kon wensen.
Als hij verliest, is het altijd de schuld van iemand anders. Als hij wint, is dat alleen maar omdat hij, zegt hij dan, sterker was dan alle krachten die zich tegen hem hadden verenigd: toernooidirecteuren, de kranten en televisie, het tennisestablishment, en fans die hem tijdens de change-overs racistische beledigingen naar het hoofd slingeren.
‘Unscripted. Unfiltered. Unmissable’. Dat was de rake typering op de @Wimbledon-twitterfeed zaterdag, toen Kyrgios met briljant tennis - inclusief allerlei truken van de foor - Tsitsipas had afgedroogd in een wedstrijd die drie uur duurde en waarvan de fans elke minuut smulden.
De hele match lang bleef de Australiër zeuren tegen de stoelscheidsrechter, de toernooileiding en andere supervisors, omdat ze zijn tegenstander niet hadden bestraft toen die een bal uit colère keihard in het publiek sloeg. Een toeschouwer in de tribune werd bijna vol in het gelaat geraakt. Als híj zoiets zou hebben gedaan, klaagde Kyrgios, zou het kot te klein zijn geweest en zou hij zeker een bestraffing hebben gekregen.
Allicht had hij daar een punt...
De bijna eindeloze reeks incidenten en onderbrekingen in de wedstrijd had zijn weerslag op Tsitsipas. Die slaagde er maar ternauwernood in om kalm te blijven en mekkerde regelmatig tegen de stoelscheidsrechter dat er maar één speler was die wilde tennissen, terwijl zijn tegenstander alleen maar stennis wilde maken en deed alsof hij in een circustent optrad.
Op een gegeven moment veranderde de jonge Griek van tactiek en joeg hij snoeiharde ballen richting Kyrgios. De meer dan 10.000 toeschouwers vonden het geweldig. Dit was tennis op het scherp van de snee.
De sfeer was het kookpunt nabij toen Kyrgios in de tiebreak van de vierde (en laatste) set zijn opponent met drie onhoudbare slagen in het verlies joeg. Eén ervan was een dropshot vanaf de baseline. Net buiten het bereik van Tsitsipas viel de bal pal op de achterlijn dood.
Rotzooitje
De heisa duurde nog tot op de persconferenties van beide heren, die elkaar verwensingen naar het hoofd slingerden en alle twee beweerden meer vrienden onder collega’s te hebben dan de ander.
Tsitsipas, die zei zeker te weten dat Kyrgios met opzet een rotzooitje van de match had gemaakt (en die bovendien pissed was omdat hij nu al voor de tweede keer in een maand het onderspit delfde tegen de Australiër), riep de andere spelers op om samen te komen en een lijstje regels op te stellen die Kyrgios zouden intomen.
“Hij haalt constant het bloed onder je nagels vandaan”, zei Tsitsipas over Kyrgios. “Elke tegenstander is hij aan het sarren. Waarschijnlijk was hij op school zo’n pestjong. Ik hou niet van pesters. Ik hou niet van mensen die andere mensen naar beneden halen. Hij heeft zijn goeie kanten, zeker, maar hij kan ook kwaadaardig zijn. Als die karaktertrek de bovenhand krijgt, kan hij mensen heel veel schade berokkenen.”
Tsitsipas zei dat hij het betreurde dat hij die bal in het publiek had geslagen, maar hij had geen spijt van een andere bal die hij knalhard richting het scorebord mepte. Daar kreeg hij overigens wel een puntenstraf voor.
“Ik richtte op het lichaam van mijn tegenstander, maar ik zat er ver, heel ver naast”, zei de Griek. En hij voegde eraan toe: “Als ik voel dat andere mensen mij niet respecteren, geen respect hebben voor wat ik aan de overkant van het net aan het doen ben, dan is het van mijn kant absoluut te begrijpen dat ik in actie kom en daar iets aan probeer te doen.”
Een eind verderop zat Kyrgios naar het televisiescherm te loeren. Hij hoorde wat zijn tegenstander allemaal te vertellen had. Weinige minuten later zat hij zelf achter een microfoon. Hij had zijn zwarte pet op en droeg een T-shirt met de beeltenis van Dennis Rodman, al net zo’n rebel als hijzelf, in de NBA, vroeger.
Kyrgios grijnsde. Tsitsipas was in de val gelopen en had Kyrgios de kans gegeven nog maar eens de maat van hem te nemen, en ook nog eens de vermoorde onschuld te spelen. “Hij is degene die ballen op mijn lichaam probeerde te slaan”, zei hij over de Griek. “Hij is degene die een toeschouwer heeft geraakt. Hij is degene die een bal het stadion uit heeft geslagen.”
Hij noemde Tsitsipas ‘een watje’ omdat die zich zo had laten opjutten door de onderonsjes die hij met de lijnrechters had. “We zijn gewoon niet uit hetzelfde hout gesneden”, zei hij over de Griek. “Ik speel graag tegen echte strijders. Als ik bepaalde dingen doe en hij kan daar niet tegen, tja, dan vind ik hem een softie.”
De dag erna moest Tsitsipas zijn gedrag bekopen met een boete van 10.000 dollar (9.900 euro); Kyrgios moest 4.000 dollar ophoesten. Een enorm bedrag was dat natuurlijk niet voor de Australiër, die al negen jaar prof is en bijna 10 miljoen dollar aan prijzengeld verdiende.
Jongen van het volk
De moeder van Tsitsipas was vroeger een professionele tennisspeelster en zijn vader is tenniscoach. Hij zit zijn zoon al van jongs af achter de veren. Kyrgios is van Griekse (en Maleisische) komaf; zijn vader was huisschilder.
Ik ben een gewone jongen, lijkt Kyrgios altijd te willen zeggen. Een jongen van het volk. “Ik ben graag gezien in de kleedkamers”, zei hij zaterdag ook nog. “Ik heb echt veel vrienden op het circuit, sorry hoor. Misschien ben ik wel een van de meest geliefde spelers onder mijn collega’s. Maar hij, Tsitsipas, is helemáál niet geliefd.”
“Ik weet niet wat ik heb gedaan om hem zó van streek te maken dat hij me na de wedstrijd slechts met de grootste moeite de hand schudde”, zei Kyrgios. Hij ging de doodsteek uitdelen, dat kon je op zijn gezicht zien. “Telkens als ik verlies,” zei Kyrgios, “zelfs als ik door de scheidsrechter uit de wedstrijd ben gezet, dan kijk in mijn tegenstander aan het net in de ogen en zeg hem dat hij beter was. Maar Tsitsipas was vandaag niet mans genoeg om dat te doen.”
Afgelopen maandag, twee dagen na het straatgevecht tegen Tsitsipas, speelde Kyrgios in de vierde ronde van Wimbledon op Centre Court tegen de Amerikaan Brandon Nakashima. Hij was zo mak als een lammetje - behalve dat hij op rode sneakers (“Ik doe wat ik wil en ik draag deze Jordans gewoon graag”) het terrein betrad, wat verboden is. En hij won, in vijf sets.
Als de Australiër vandaag, woensdagnamiddag, van de Chileen Garin wint, ontmoet hij in de halve eindstrijd misschien wel Rafael Nadal. Dat zou pas echt de schone tegen het beest zijn, de held tegen de schurk.
Wat voor een spektakel zou dát wel niet geven? Nadal staat bekend als een echte tennis-gentleman, iemand die nooit zondigt tegen de ongeschreven wetten van het tennisfatsoen. Hij heeft bij herhaling gezegd dat hij Kyrgios een geweldige tennisser vindt, maar hij heeft ook al vraagtekens gezet bij zijn gedrag, zeker als hij met scheidsrechter in de clinch gaat – meestal gebeurt dat als hij voelt dat hij aan de verliezende hand is.
Op zaterdag kwam Nadal na zijn eigen match ter ore wat er allemaal was gebeurd tussen Tsitsipas en Kyrgios. De Spanjaard ging de filosofische toer op, toen hij op het persmoment de vraag kreeg of Kyrgios niet te ver gaat. “Als je ’s avonds in je bed kruipt, moet je met een gerust gemoed kunnen gaan slapen. Je moet vrede hebben met jezelf”, zei hij. “Als je de slaap niet goed kunt vatten, dan heb je allicht dingen gedaan die niet ethisch waren.”
Of Kyrgios goed slaapt? Niemand die het weet.
© The New York Times