ColumnHans Vandeweghe
Misschien dat de inclusie van de trans vrouw in de sport er ooit komt, maar dan niet op nieuwe wetenschappelijke gronden
Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.
Wakker worden met Voor de dag. Aan de ene kant van de lijn hing een radiomevrouw die van het onderwerp geen kaas had gegeten. Aan de andere kant hing een professor die wel goed thuis was in de materie, maar het achterste van zijn tong niet liet zien.
Hij koos er op een gegeven ogenblik in het gesprek zelfs voor om niet als anti-inclusief over te komen. Ik had er al van gehoord, van de academische wereld die uit zelfbescherming de waarheid uit de weg gaat. Ik heb er begrip voor, want ik ken de wetenschapper in kwestie als een vakman, maar toch is het altijd weer schrikken als de angst om gecanceld te worden de overhand neemt.
Het radiogesprek kwam er naar aanleiding van de beslissing deze week door World Athletics om trans vrouwen te verplichten hun testosteron onder een bovengrens te houden. In de uitzending ging het over het niet toelaten in de vrouwencategorie van wie als man de puberteit heeft doorgemaakt, een onjuist uitgangspunt om te beginnen.
De trans vrouwen in de atletiek (op competitieniveau) moet je gaan zoeken met een vergrootglas. Tot die conclusie kwam ook World Athletics: er zijn geen trans vrouwen momenteel, maar toch willen we een verbod uitvaardigen. Hou een enquête onder de sportvrouwen van een beetje niveau en de fans van totale inclusie van deze maatregel moet je gaan zoeken in de decipromilles, dat is in de tienduizendsten, achter de komma welteverstaan.
Een maatregel voor een probleem dat niet bestaat, het mag vreemd klinken, maar dat is het niet. Ten eerste is de trans vrouw al in minstens vier andere sporten zichtbaar aanwezig: wielrennen, rugby, gewichtheffen en zwemmen. De trans gewichthefster was zelfs in Tokio op de Spelen en de trans zwemster wil in Parijs 2024 deelnemen.
Ten tweede is de uitsluitende maatregel geen uitsluitende maatregel, want trans vrouwen mogen wel degelijk deelnemen als ze kunnen bewijzen dat hun testosteronniveau twee jaar lang lager is dan 2,5 nanomol per liter urine. Ten derde en ten slotte geldt de uitsluiting die geen uitsluiting is voorlopig voor twaalf maanden. In die tijd zal de wereldatletiekbond de zaak verder bestuderen.
Zoals voorzitter Sebastian Coe besloot: “We zullen onze positie herzien als zich nieuwe bewijzen aandienen dat inclusie gerechtvaardigd is, maar voorlopig houden we het bij de integriteit van de vrouwencategorie.” Het staat hier zwart op wit op papier: misschien dat die inclusie (die de sportende vrouw niet vraagt, wel integendeel) er ooit komt, maar dan alvast niet op nieuwe wetenschappelijke gronden.
Tenzij de mens in sneltempo muteert, zijn de data duidelijk: wie de puberteit als man heeft doorgemaakt, heeft een onmiskenbaar voordeel op wie als vrouw is geboren. Dat voordeel verdwijnt gedeeltelijk met de hormonenbehandeling, maar gaat nooit volledig weg. Of zoals wetenschapper en evolutionair bioloog Richard Dawkins onlangs zei: “Biologisch bekeken zijn er twee geslachten. And that’s all there is to it.”
Het zwemmen heeft een andere bepaling dan de atletiek. Zij verbieden trans vrouwen die na hun twaalfde aan de transitie zijn begonnen. Dat mag verwarrend klinken, maar dat is het niet. Het Internationaal Olympisch Comité koos ervoor om de verschillende sporten de kans te geven een policy uit te dokteren in functie van de fysieke eisen van die sport.
In golf is het verschil een stuk minder, door de verschillende afslagposities, en in schieten is het mannelijke voordeel miniem tot onbestaand, in zoverre dat ooit een vrouw beter was dan mannen en goud won op de Spelen in 1992. Dat was in een gemengde categorie, waarna de schietbond besloot mannen en vrouwen apart te laten schieten.
Dat er verschillen waren per sport, dat vond de mevrouw van de radio een beetje vreemd. Waarop de professor begon over de fysieke voordelen die in de ene sport meer uitgesproken waren dan in de andere. Bijvoorbeeld meer in gewichtheffen en – ik citeer – minder in voetbal.
Het klopt dat de krachtverschillen tussen mannen en vrouwen minder uitgesproken zijn in het onderlichaam en dus minder in uithouding en snelheid dan in kracht komend uit het bovenlichaam. Alleen gaat het nog altijd over minstens 10 procent en zelfs 30 procent bij een trap op een bal.
Het belangrijkste argument om zeker in contactsporten een strikt binaire opdeling te handhaven op basis van geboortegeslacht werd nog maar eens vergeten. Voetballen tegen trans vrouwen (en verliezen) is voor een vrouw even frustrerend, maar ook nog eens veel gevaarlijker dan verliezen van een trans vrouw in gewichtheffen. En dan hebben we het nog niet over vechtsporten.