InterviewSimon Mignolet
Mignolet: ‘Ik kan zeker nog vier jaar op het allerhoogste niveau spelen’
Na de Champions League-kwalificatie van Club Brugge richt Simon Mignolet zijn blik alweer op Anderlecht. ‘Elke ploeg plooit zich dubbel tegen ons’, weet de gevierde doelman.
In een interview met Simon Mignolet (34) is een glimlach nooit ver weg. Woensdag was hij nog de uitblinker in het Metropolitano-stadion van Atlético Madrid en werd hij door de Europese voetbalbond UEFA voor het eerst in zijn carrière verkozen tot speler van de match.
Geen enkele doelman doet beter dan jij in de Champions League: 4 clean sheets en 5,13 voorkomen doelpunten.
“Die laatste statistiek kende ik niet. Ik had wel een voorgevoel dat het zo kon zijn. Zowel Leverkusen, Porto als Atlético had een paar grote kansen.”
Was die match in Madrid jouw beste ooit?
“Dat wil ik zo niet zeggen. Het was wel de belangrijkste wedstrijd waarin ik zo bepalend ben geweest voor mijn ploeg en de club. Zoveel impact hebben, dat betekent veel voor mij.”
Krijgen we ooit nog een betere Mignolet te zien?
“Het fysieke, de explosiviteit en de snelheid, zal wellicht verminderen met de jaren. Maar op mijn positie wordt het tactische steeds belangrijker: het spel lezen, positie innemen, ballen pakken… Dat zal enkel beter worden.”
Hoe beleeft een doelman de seconden wanneer hij een speler alleen voor hem ziet opduiken?
“Je probeert de juiste dingen te doen. En hoe ouder je wordt, hoe beter dat gaat. Ik heb altijd dat talent gehad om een-tegen-eensituaties goed in te schatten. Je moet in een paar seconden de goede beslissing nemen. Het komt uiteindelijk neer op deze vragen: wanneer stap ik uit? Wanneer loop ik naar achteren? Welke timing is nodig om het blok te zetten? En dan komt de ervaring die ik in al die jaren heb opgedaan van pas. Je ziet die situaties zo vaak als doelman dat je het op een bepaalde manier aanvoelt. Je wilt jezelf de meeste kans geven om de bal te redden.
“Herinner je je die bal op de paal tegen Leverkusen?”
Het schot van Moussa Diaby.
“Ja. Wel, drie jaar geleden had ik wellicht twee meter hoger gestaan omdat je als doelman je doel dan kleiner maakt. Maar het gevolg is dat je dan minder reactietijd hebt. Nu bleef ik wat lager, ik kreeg meer reactietijd en kon de bal nog net tegen de paal duwen. Zulke details zijn belangrijk.”
Wat moet nu de volgende stap zijn voor Club Brugge?
“Eerste worden in onze groep en de prestaties in de Champions League bevestigen in de competitie. We zien nadien wel wie we loten in de Champions League. Wie weet kunnen we daar nog verder gaan.”
In de Champions League gaat het goed, maar in de Belgische competitie slikte je vijf goals in drie wedstrijden. Hoe verklaar je dat verschil?
“In Luik (waar Club 3-0 verloor tegen Standard, FDZ) was het vooral een mentale kwestie. Tegen Westerlo (0-2-verlies, FDZ) hebben we simpelweg onze momenten niet gepakt. Wat we wel doen in de Champions League doen we niet in de Jupiler Pro League: onze kansen afmaken. Daarin moeten we nog stappen zetten.
“Laat het me zo omschrijven: in België kloppen we op de deur, maar moeten we leren om die deur op slot te doen. We gaan het geen enkele keer cadeau krijgen. Elke ploeg plooit zich dubbel tegen ons en heeft niets te verliezen. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat we ze geen kruimels van het brood geven. Laten we er de nodige lessen uit trekken.
“Was ik ontgoocheld? Ja. Gefrustreerd? Ja. Het kan altijd een keer fout lopen. (grijnst) Maar als mijn zoontje een tweede keer op korte tijd iets fout doet, heb ik het daar ook wat moeilijker mee.”
Zondag wacht Anderlecht. Een wedstrijd die jullie beter niet verliezen.
“Een misstap mag in principe nooit, en ik denk wel dat we er zullen staan. Maar iedereen zal bij ons zijn twee jobs, aanvallend en verdedigend, moeten doen. De mentale afleiding die er was tegen Standard en Westerlo mag er in Anderlecht niet zijn.”
De coach roteerde na Porto en na Atlético thuis. Evenveel keer kwam daar een nederlaag uit voort.
“Je moet dat in een breder geheel bekijken. Wij zijn Club Brugge, wij hebben een brede kern. Ik denk zelfs dat we de meest volledige kern hebben sinds ik hier ben (2019, FDZ). Kijk je naar de toekomst, dan moet je je als club spiegelen aan de Europese topploegen. En dan zie je dat zij ook roteren.
“Je mag niet vergeten dat de jongens die nu terugkomen uit blessure, zoals Clinton Mata, Noa Lang en Tajon Buchanan, belangrijke pionnen zijn in onze kern. Alleen moet je hen inwerken door speelminuten te geven. En dan moet je aanvaarden dat ze tijd nodig hebben om zich aan te passen. Het is nog niet top, maar dat komt wel.”
Dus moet Club de bluts met de buil nemen?
“Voilà. Het hoort bij het groeiproces van een grote club.”
Een doelman houdt in principe niet van roteren, toch?
“Ik ben er inderdaad geen fan van. Voor ons is het beter om veel matchen te spelen, om ervoor te zorgen dat je keer op keer klaar bent. Word je er week om week uitgehaald, dan verlies je je ritme. Ik vind zoiets niet ideaal. Ik heb het destijds meegemaakt in Liverpool met Jürgen Klopp en Loris Karius. Ik speelde de ene week wel, de andere niet. Dat werkt niet. Een doelman moet een rustpunt zijn.”
Jullie hebben met Carl Hoefkens een derde coach in een jaar. Het leek een berekend risico.
“Toen Philippe Clement naar Monaco vertrok, was er ook al sprake dat Hoefkens zou overpakken. En toen Alfred Schreuder kwam, leidde hij al vaak de trainingen. In de play-offs zag je ook dat Hoefkens die stap wilde zetten. En kijk nu: op kop in de Champions League en bovenaan in de Belgische competitie. We hebben al een stevig parcours afgelegd. Dat komt er niet als je coach niet de juiste snaren raakt.
“De club heeft in mijn ogen een doordachte inschatting gemaakt bij de aanstelling van Hoefkens. Hij leest het spelletje juist, zegt de juiste dingen ook. Ik heb er een goed gevoel over. Weet je, Hoefkens trekt de lijn door van hoe hij zelf was in zijn spelerscarrière. Hij coacht intens en gepassioneerd, en heeft bovendien een paar zaken van Clement en Schreuder opgepikt. De basis was er al. Daar heeft Hoefkens zijn eigen accenten aan toegevoegd. Technisch, tactisch en fysiek is dit onze beste kern ooit.”
Is het daarom ook dat je je contract hebt verlengd met vier jaar?
“Onder meer. Ik voel me hier goed en ik heb het gevoel dat er nog zeker vier jaar op het allerhoogste niveau in mij zit. En het zal me niet tegenhouden om nadien nog door te gaan.”
In januari wordt de nieuwe Gouden Schoen verkozen. Weet je wie de laatste doelman was die hem won?
“Michel Preud’homme. Maar vraag me nu niet in welk jaar.”
Hij won in 1987 en 1989.
“Het bewijst hoe moeilijk het is om als doelman de Gouden Schoen te winnen.”
Meer en meer mensen roepen op om op jou te stemmen. Wat vind je daarvan?
“Het is leuk om te horen. Wanneer verdient iemand de Gouden Schoen? Als hij beslissend is voor de ploeg. Wel, dat was voor mij het geval in de play-offs van vorig seizoen. Ik zei in de zomer tegen Jasmien (zijn vrouw, FDZ): ‘Als ik die lijn de komende maanden doortrek, ook in de Champions League, maak ik misschien een kans.”
Hoe reageerde zij?
“Ze begon me net niet uit te lachen. Omdat ik in het verleden al zo vaak heb gezegd dat een doelman niet kan winnen. Je hebt voor een keeper nu eenmaal twee stemformulieren, dat van beste doelman en dat van de Gouden Schoen. De vraag is: gaan de stemgerechtigden twee keer stemmen op een doelman? Ik blijf er alleszins rustig onder. Ik ben niet degene die de formuliertjes moet invullen.”
Snap je dat er mensen zijn die denken: als hij de beste doelman wordt, moet hij de Gouden Schoen niet winnen?
“Er bestaat niet zoiets als beste middenvelder, beste aanvaller of beste verdediger. Het zorgt er wellicht voor dat je een afweging moet maken. Misschien spreekt het deze keer in mijn voordeel dat ik niet de grootste concurrentie heb. Undav is vertrokken, Vanzeir doet het iets minder goed dan vorig jaar en Tissoudali viel jammer genoeg uit met een zware blessure. Het zou alleszins mooi zijn, mocht ik het halen. Kijk eens naar de doelmannen die mij zijn voorgegaan. Mooie namen, toch? Ik zou het een ongelooflijke prestatie vinden en ik zou enorm trots zijn. Het is niet evident om als doelman in het oog te springen en om in het collectieve geheugen te zitten van de mensen die stemmen.”
Waar plaats je 2022 in jouw carrière-overzicht?
“We speelden kampioen, we doen het goed in de Champions League, ik speelde wedstrijden voor de Duivels en mijn jongste zoon werd geboren. En niet vergeten: ik speel met nummer 22. Dus het was een uitstekend jaar. Maar ik verkoop het vel van de beer niet graag voor hij geschoten is.”
In 2026 word je 38. Ben je nog niet bezig met je postspelerscarrière?
“Niet echt. Ik wil het zo lang mogelijk rekken door me naast het veld zo goed mogelijk te verzorgen. Nu, ik heb twee zonen die de nodige energie en aandacht vragen. Ik ben dus druk genoeg bezig.”
Komen ze al kijken naar jouw wedstrijden?
“De oudste wel.”
En?
“Hij weet dat ik voetballer ben.”
Anderlecht - Club Brugge, zondag om 18.30 uur