VoorbeschouwingEK wielrennen
Merlier leeft in alle rust toe naar het sprintersfestival in München
München is Middelkerke niet. Toch lijkt het EK wielrennen van zondag in de Duitse bierstad in grote mate op het BK aan de kust, waar Tim Merlier won. Hij is de enige kopman van de nationale selectie.
Slechts 208 kilometer, waarvan de laatste 65 biljartvlak, verdeeld over 5 lokale ronden van 13 kilometer. Vergelijkbaar met Middelkerke: 208 kilometer en 6 rondjes van 13,7 kilometer. Het grote verschil zit hem in de aanloopstrook van ruim 140 kilometer vanuit startlocatie Murnau am Staffelsee, waarbij drie bergjes 1.479 hoogtemeters opleveren. Verwaarloosbaar voor een doorwinterd wielerprof.
“Je zou in de eerste vijftig kilometer de koers hard kunnen maken en enkele andere spurters in de problemen brengen”, zegt bondscoach Sven Vanthourenhout. “Maar wat doe je daarna? Draag je het gewicht in de resterende 150 kilomter? Dat is niet te doen. Ik verwacht dan ook een heel klassiek wedstrijdscenario. Een vroege vlucht zal hooguit dragen tot een paar rondjes van het einde op het stadscircuit in München. Een groepssprint lijkt onafwendbaar. Het tegendeel zou me sterk verbazen.”
Opletten voor Démare
Alle selecties zijn er ook bewust op afgesteld. “Zowat elk land speelt minstens één sprinter uit als kopman”, merkt Vanthourenhout op. In Frankrijk is dat Arnaud Démare, op dreef sinds hij in de Ronde van Italië drie etappes en het puntenklassement won. Démare reed geen Tour en komt dus fris aan de start. Hij pakte twee jaar geleden in Plouay al eens zilver na Giacomo Nizzolo en beschikt in de Franse selectie over een sterke lead-out.
Nederland komt met Fabio Jakobsen. Op papier is hij de grote favoriet, maar de vraag is: in welke fysieke toestand verkeert hij? Woensdag in het Circuit Franco-Belge loste hij al vroeg. Toch gelooft occasionele meesterknecht Danny van Poppel in zijn kopman. “Jakobsen is een wereldsprinter. Ik wil hem in München naar de zege loodsen.”
Noorwegen schuift Alexander Kristoff naar voren. Hij won dit jaar al de Clásica Almería, de Scheldeprijs, een rit in de Ronde van zijn land en het Circuit Franco-Belge, waar hij in de finale Victor Campenaerts afhield. Hij werd in 2017 al eens Europees kampioen in Herning, maar kijkt nu wat pessimistisch tegen het EK aan. “Het parcours past me minder goed. Ik verwacht een sprint met een grote groep en daarin zijn altijd wel enkele jongens sneller.”
Denemarken reist af met Mads Pedersen; Ierland met Sam Bennett; Duitsland met Pascal Ackermann; Italië met Giacomo Nizzolo, Alberto Dainese en Matteo Trentin; en België heeft Tim Merlier, de held van Middelkerke.
“Hij reed geen Tour en verschijnt dus fris aan de start. Al heel vroeg kreeg Merlier groen licht van mij en zijn team, waardoor hij zich in alle rust kon voorbereiden op dit EK. Ik gaf hem het volste vertrouwen door hem te omringen met jongens als Bert Van Lerberghe en Edward Theuns, die zich 100 procent zullen wegcijferen voor hem.”
Geen Lampaert
Alles op Merlier dus, al staart Vanthourenhout zich niet blind op die massasprint. “We beschikken ook over ondernemende renners die op zo’n razendsnel stadscircuit willen en durven koersen, en al bewezen hebben dat ze het in de finale zelf kunnen afmaken. Giro-ritwinnaar Dries De Bondt, bijvoorbeeld. Dries Van Gestel ook.”
Een goed uitgebalanceerd geheel noemt Vanthourenhout zijn zevental. Helaas ontbreekt Yves Lampaert en haakte ook diens vervanger Jens Keukeleire af.
“Dat verandert op zich niet zoveel aan onze tactiek”, verzekert hij. “Met een goede Lampaert kun je in de finale natuurlijk altijd spelen. Maar de nuance is in dezen cruciaal: een goede Lampaert. Ik ben er altijd van uitgegaan dat hij na de Tour niet 100 procent zou zijn. Bij afwezigheid van Remco Evenepoel en Wout van Aert, en na het noodzakelijke schrappen van Victor Campenaerts en Ilan Van Wilder, kwam ik automatisch bij hem uit voor de tijdrit. De wegrit zou hij erbij nemen. In gezonde toestand was dat geen probleem geweest. Maar zijn decompressie ging gepaard met ziektesymptomen, dus heb ik in samenspraak met hem en ploegdokter Toon Cruyt wijselijk besloten om geen risico te nemen, hem thuis te laten van dit EK en zijn najaar niet te hypothekeren.”