Reportage
Mathieu van der Poel na zijn grandioze show: ‘Dit was veruit mijn beste dag deze winter’
Zijn topvorm in het veldritseizoen had Mathieu van der Poel voor het wereldkampioenschap gereserveerd. Dus kon zelfs de Zwitserse modder hem niet van zijn derde titel afhouden. De Belgen, zij schoten tekort.
Eén keer probeert Toon Aerts (26) het. De Belgische kampioen, beresterk als de modder aan de wielen zuigt, duwt zijn fiets naast die van Mathieu van der Poel (25), regerend wereldkampioen, Europees kampioen, Nederlands kampioen. De wedstrijd om de wereldtitel op het militaire vliegveld van Dübendorf is nog maar enkele honderden meters op gang.
Verder komt hij niet. Van der Poel duldt simpelweg niet dat een ander aan kop komt en pareert de aanval door aan de andere kant van de blubberstrook zijn snelheid vast te houden. Hij zal gedurende de 22 kilometer die volgen de leiding nooit meer afstaan. Niet eerder dit seizoen vernederde hij met zulk machtsvertoon de concurrentie.
Als hij na 1u08:52 zijn derde wereldtitel in het veldrijden pakt, heeft hij een voorsprong van 1:20 op de jonge Brit Thomas Pidcock en 1:45 op Aerts. Het overige Belgische smaldeel is op ruim twee minuten gezet. Van der Poel knijpt vlak voor de finishlijn in de remmen, zet zijn fiets dwars en maakt een sierlijk gebaar langs het besmeurde rijwiel. Dit was het, hooggeëerd publiek. Straks de bloemen en… doek! Einde van de voorstelling. Na afloop: “Dit was veruit mijn beste dag deze winter. Dit was de beste versie van mezelf.”
Het eerste doel dit jaar van het multitalent is bereikt. Hij was wat laat het crossseizoen ingestapt, won weliswaar op één na alle wedstrijden, maar het was allemaal voorspel in dienst van de titelprolongatie. Na zijn spetterende optreden in Dübendorf keert hij de drab de rug toe om zich te gaan voorbereiden op het wegseizoen, met name op de klassiekers. Daarna zal hij gaan mountainbiken, met het goud op de Olympische Spelen als de beoogde ultieme gongslag. Het is de discipline, bekent hij, waar hij vooral naar uitkijkt.
Een stiekem rondje op de dikke banden in de vroege lente sluit hij niet uit. Maar eerst mag hij enkele dagen gaan skiën, onder voorwaarde dat hij boven de 1.800 meter blijft. Een extra hoogtestage is mooi meegenomen.
Hij was met meer vertrouwen dan de vorige WK’s naar Zwitserland gekomen. Voorheen wilde de nervositeit hem wel eens parten spelen. Klaagde hij eerder dit seizoen dat hij de flitsende versnellingen niet in de benen had, vorige week tijdens de wedstrijd in Hoogerheide voelde hij dat het toch wel snor zat. In de laatste trainingen was met intervallen, sprinten en blokken met hoge intensiteit de explosiviteit weer in de benen gekropen. De vormpiek was op het juiste moment bereikt. De data hadden erop gewezen, dat stelde hem gerust, vertelde hij nog voor de race.
Nattigheid
Als het in de nacht van zaterdag op zondag onophoudelijk begint te regenen en de nattigheid ook overdag aanhoudt, groeit er hoop in het Belgische kamp. Tot dan toe had geen enkele renner echt vertrouwen in een effectieve strategie tegen de geweldenaar uit Kapellen. Een blok vormen? Collectief in zijn wiel gaan hangen? Het zou alleen maar lukken als hij een mindere dag heeft en zij boven zichzelf konden uitstijgen. Maar met modder op het met bruggen opgeleukte vlakke parcours zou het wel eens anders kunnen uitpakken. Van der Poel had zijn enige wedstrijd verloren in Ronse, toen hij in het slijk Aerts en Eli Iserbyt moest laten voorgaan. In een doorweekt Namen kon hij Aerts pas afschudden toen die in de slotfase onderuitging.
Het antwoord volgt zondag enkele seconden na het startsein. Als een raket duikt Van der Poel als eerste het veld in – het was niet het plan, het was waarschijnlijk eerzucht, klinkt het later in zijn ploeg. Na de eerste en enige oprisping van Aerts wordt het gat met de tegenstanders alleen maar groter. Na de eerste passage is het 12 seconden, een ronde later 48 seconden, om uiteindelijk uit te groeien tot 1:34.
Van der Poel blijft volle bak rijden om een veilige marge te bereiken; in deze omstandigheden heeft het materiaal het zwaar te verduren en ligt pech altijd op de loer. Pas in de tweede helft van de wedstrijd neemt hij wat gas terug om niet voortdurend het uiterste van zijn fiets te vragen.
Hij klautert met trefzekere passen een bijna loodrechte kleefwand op. Hij drift door diepe sporen in de bagger. Onder zijn zware pedaalslagen dreigt het achterwiel telkens door te slaan. Onverschrokken duikt hij enkele dijkjes af, glibberend, glijdend, maar volledig onder controle. In de laatste ronden begint hij wat meer te schokschouderen en lopen de tijden op. Het is gestopt met regenen, het opdrogende slijk wordt er alleen maar dikker en zwaarder door, legt hij later uit. Twee ronden voor het einde maakt hij zijn laatste slachtoffer: hij smijt zijn vieze bril weg.
Van der Poel had niet eens zo snel een kloof willen slaan. “Maar het was technisch heel lastig, dan is het beter om vooraan te zitten om je eigen traject te kunnen kiezen. Ik was verbaasd dat ik gelijk al een gat had. Dat geeft je als renner natuurlijk vleugels. Ik denk dat ik de perfecte wedstrijd heb gereden.”
Wat Wout van Aert, zijn grote rivaal op de vorige WK’s en nu geëindigd als vierde, van Van der Poel vond? “Ik zou het graag vertellen, maar ik heb hem niet gezien.”
Op het podium geeft Van der Poel na het ‘Wilhelmus’ een kort knikje aan Pidcock en Aerts dat ze naast hem op de hoogste trede van het ereschavot kunnen gaan staan. Zo blijkt de hoofdrolspeler ook nog de regisseur van de galavoorstelling.
WK veldrijden in Dübendorf (Zwi)
1. Mathieu van der Poel (Ned) in 1u08:52
2. Tom Pidcock (GBr) op 1:20
3. Toon Aerts (Bel) 1:45
4. Wout van Aert (Bel) 2:04
5. Laurens Sweeck (Bel) 2:32